1-145

1-145

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCE DU JEUDI 4 DÉCEMBRE 1997

VERGADERING VAN DONDERDAG 4 DECEMBER 1997

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN MEVROUW THIJS AAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN OVER « DE HOUDING VAN DE EUROPESE UNIE TEN AANZIEN VAN DE MENSENRECHTEN IN DE VOLKSREPUBLIEK CHINA »

QUESTION ORALE DE MME THIJS AU MINISTRE DES AFFAIRES ÉTRANGÈRES SUR « L'ATTITUDE DE L'UNION EUROPÉENNE À L'ÉGARD DES DROITS DE L'HOMME EN RÉPUBLIQUE DE CHINE »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van mevrouw Thijs aan de minister van Buitenlandse Zaken.

Minister De Galan antwoordt namens haar collega.

Het woord is aan mevrouw Thijs.

Mevrouw Thijs (CVP). ­ Mevrouw de voorzitter, op 6 en 7 december 1997 zal de Raad « Algemene Zaken » van de Europese Unie bijeenkomen om het probleem van de mensenrechten in China te bespreken. Zo tracht de EU een gezamenlijk standpunt te bepalen dat men zal verdedigen op de komende sessie van de VN-Commissie van de Rechten van de Mens in het voorjaar van 1998. Tijdens de vorige sessie, in april van dit jaar, heerste er grote verdeeldheid onder de lidstaten omwille van allerhande economische belangen.

Het Europees Parlement heeft reeds op 23 oktober jongstleden een resolutie goedgekeurd waarbij men de lidstaten aanzet om de dialoog met China te hernemen. Daarnaast roept het Europees Parlement de lidstaten op om een gezamenlijke resolutie betreffende de mensenrechten in China te ondersteunen en deze ook te verdedigen op de komende bijeenkomst van de VN-Commissie van de Rechten van de Mens.

Europa kan hier een belangrijke rol spelen als het als één blok naar buiten treedt. Bovendien zal op deze sessie van de VN-Commissie van de Rechten van de Mens het vijftigjarig bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens worden herdacht. Dit is bij uitstek een gelegenheid om de Volksrepubliek China aan te zetten meer respect aan de dag te leggen voor de mensenrechten.

Ik wil er trouwens op wijzen dat de talrijke resoluties die over dit onderwerp al in de Senaat werden ingediend, nooit werden besproken, omdat deze materie, gelet op de economische belangen, nogal gevoelig is. Daarom heb ik besloten deze mondelinge vraag te stellen, omdat de minister verplicht is daarop te antwoorden.

Welke houding zal België aannemen tijdens de besprekingen op de komende Raad van de ministers van Buitenlandse Zaken ? Heeft de minister van de regering een duidelijk onderhandelingsmandaat gekregen? Kan België zich achter de resolutie van het Europees Parlement scharen en de stellingen ervan verdedigen op de komende raad ?

De voorzitter. ­ Het woord is aan minister De Galan.

Mevrouw De Galan, minister van Sociale Zaken. ­ Mevrouw de voorzitter, de kwestie van de mensenrechten in China staat niet op de agenda van de bijeenkomst van de Raad « Algemene Zaken » van de Europese Unie, op maandag 8 december te Brussel. Of de kwestie zal worden behandeld op de Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders in Luxemburg op 12 en 13 december eerstkomend is nog niet duidelijk. Deze top heeft in de eerste plaats tot doel een Europees standpunt te formuleren met betrekking tot het bijzonder netelige probleem van de uitbreiding van de Unie met landen uit Centraal- en Oost-Europa.

Mevrouw Thijs zal zich herinneren dat de « vijftien » in maart 1997 verdeeld waren over de houding die ze moesten aannemen in verband met de resolutie over de mensenrechten in China die bij de VN-Commissie van de Rechten van de Mens werd ingediend. Na deze negatieve ervaring heeft de Europese Unie beslist met de Volksrepubliek opnieuw een constructieve dialoog over de mensenrechten aan te knopen. Deze dialoog vindt plaats op het niveau van experts. Er hebben reeds twee bijeenkomsten plaatsgevonden: de eerste te Luxemburg op 23 en 24 oktober jongstleden en de tweede te Peking op 1 en 2 december jongstleden. De Europese Unie poogt in de eerste plaats samen met de Chinese gesprekspartners een aantal samenwerkingsthema's te bepalen, die zowel betrekking hebben op burgerlijke en politieke als op sociaal-economische rechten.

De voorzitter. ­ Het woord is aan mevrouw Thijs voor een repliek.

Mevrouw Thijs (CVP). ­ Mevrouw de voorzitter, ik ben hiermee eigenlijk niet veel wijzer geworden. Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag of België zich achter de resolutie van het Europees Parlement kan scharen.

Ik betreur dat de minister van Buitenlandse Zaken niet persoonlijk aanwezig is. Ik zal hem bij een volgende gelegenheid opnieuw ondervragen.

De voorzitter. ­ Het woord is aan minister De Galan.

Mevrouw De Galan, minister van Sociale Zaken. ­ De minister van Buitenlandse Zaken bevindt zich op het ogenblik in Canada, waar hij de Conferentie over de landmijnen bijwoont. De Senaat zal dit ongetwijfeld als een geldige reden voor zijn afwezigheid beschouwen.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.