1-133

1-133

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCE DU JEUDI 16 OCTOBRE 1997

VERGADERING VAN DONDERDAG 16 OKTOBER 1997

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN MEVROUW THIJS AAN DE MINISTER VAN VERVOER OVER « HET VOORDEELTARIEF OP DE TREIN »

QUESTION ORALE DE MME THIJS AU MINISTRE DES TRANSPORTS SUR « LES TARIFS AVANTAGEUX DANS LES TRANSPORTS FERROVIAIRES »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van mevrouw Thijs aan de minister van Vervoer.

Vice-eerste minister Vande Lanotte antwoordt namens zijn collega.

Het woord is aan mevrouw Thijs.

Mevrouw Thijs (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, sinds 1 oktober kunnen personen die in Vlaanderen een bestaansminimum genieten, voor 20 frank met bus of tram rijden dankzij een speciale verminderingskaart die zij kunnen krijgen bij het OCMW. Op deze manier wil men voorkomen dat bepaalde bevolkingsgroepen worden uitgesloten van het openbaar vervoer. Dit is een aanzet om kansarmen uit hun immobiliteit te halen. Wat in Vlaanderen op tram en bus kan, zou toch ook moeten kunnen op de trein. Voor langere afstanden is men immers aangewezen op de trein als eerste openbaar vervoermiddel.

Daarom heb ik volgende vragen.

Ten eerste, kan deze regeling op federaal vlak niet worden ingevoerd voor het gebruik van de trein ? De bestaande voordeeltarieven van de NMBS zijn reeds een stap in de goede richting, maar ze zijn vaak nog te duur voor mensen die leven van een bestaansminimum, zodat kansarmen onvoldoende van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken.

Ten tweede, heeft de minister eventueel andere voorstellen om kansarmen « mobieler » te maken in deze samenleving » ? Mobiliteit is immers ook een basisrecht in de huidige communicatiesamenleving.

De voorzitter. ­ Het woord is aan vice-eerste minister Vande Lanotte.

De heer Vande Lanotte, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. ­ Mijnheer de voorzitter, het beheerscontract regelt de verplichtingen die de NMBS moet nakomen, en de voordelen die moeten worden toegekend. De NMBS heeft gekozen voor een bredere waaier van personen die voor een vermindering in aanmerking kunnen komen, namelijk « personen met een laag inkomen ». Er was eigenlijk bepaald dat eenieder die recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging ­ dat is een veel ruimer begrip dan enkel en alleen de bestaansminimumtrekkers, die daar wel in begrepen zijn ­ 50 % vermindering krijgen op het gedeelte van de prijs van een tweedeklasticket dat het vast bedrag overtreft. Hiervoor komen ongeveer 300 000 personen in aanmerking, namelijk ook weduwen, weduwnaars, wezen, gepensioneerden en mindervaliden, naast bestaansminimumtrekkers.

De heer Moens, ondervoorzitter,

treedt als voorzitter op

De NMBS is van oordeel dat een vermindering niet alleen kan worden toegestaan aan de bestaansminimumtrekkers. De NMBS kan echter in de huidige financiële omstandigheden aan die 300 000 personen niet dezelfde voordelen toekennen als De Lijn. Die 300 000 personen zouden dan in plaats van tegen 50 % nagenoeg gratis rijden, wat momenteel niet haalbaar is. De NMBS laat wel weten dat deze vraag bij de besprekingen over een volgend beheerscontract op tafel zal worden gelegd.

De voorzitter. ­ Het woord is aan mevrouw Thijs voor een repliek.

Mevrouw Thijs (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, ik vind het erg dat de regering telkens verwijst naar het beheerscontract van de NMBS. Dat geeft de indruk dat de zij bepaalde problemen gewoon doorschuift naar de NMBS.

Ik vraag ook niet dat deze personen voor 20 frank met de trein kunnen reizen. Ik stel echter vast dat zelfs een ticket tegen 50 % vermindering voor heel wat mensen voor problemen zorgt. Ik betaal 800 frank om van mijn woonplaats naar Brussel te sporen. Een ticket van 400 frank is voor kansarmen vaak nog een zware uitgave. Er bestaan al wel voordeeltarieven, zoals bijvoorbeeld de Go-Pass, maar een grote groep mensen kan zelfs daarvan geen gebruik maken. Ik vind het dan ook bijzonder jammer dat een gelijkaardige maatregel ook niet op federaal vlak kan worden toegepast.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.