1-128

1-128

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 10 JUILLET 1997

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 10 JULI 1997

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN MEVROUW THIJS AAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID EN PENSIOENEN OVER « DE AANPASSING VAN DE PENSIOENEN VAN HET NATIONAAL PENSIOENFONDS VOOR MIJNWERKERS REKENING HOUDEND MET DE NIEUWE GRADEN »

QUESTION ORALE DE MME THIJS AU MINISTRE DE LA SANTÉ PUBLIQUE ET DES PENSIONS SUR « L'ADAPTATION DES PENSIONS DES RETRAITÉS DU FOND NATIONAL DE RETRAITE DES OUVRIERS MINEURS EN FONCTION DES NOUVEAUX GRADES »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van mevrouw Thijs aan de minister van Volksgezondheid en Pensioenen.

Staatssecretaris Peeters antwoordt namens zijn collega.

Het woord is aan mevrouw Thijs.

Mevrouw Thijs (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, op het ogenblik is er binnen de overheids- en aanverwante diensten een vereenvoudiging van de graden en de weddeschalen aan de gang. Het is de bedoeling om tot algemene graden te komen, waardoor het systeem van graden en de daaraan verbonden weddeschalen doorzichtiger wordt. Dit betekent dat de bijzondere graden bij koninklijk besluit nieuwe graadbenamingen en weddeschalen krijgen. Voor het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers is een dergelijk koninklijk besluit nog altijd niet in het Belgisch Staatsblad verschenen, zodat de pensioenen niet kunnen worden « aangepast », rekening houdend met de nieuwe graadbenamingen en de eraan verbonden weddeschalen. Voor het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers is er een terugwerkende kracht tot 1 juni 1994 voor niveau 1 en tot 1 januari 1994 voor de andere niveaus. Aangezien een dergelijk koninklijk besluit nog altijd niet is verschenen, bestaat er een onrechtvaardige situatie voor de gepensioneerden die afhangen van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers. Over dit probleem heb ik de volgende vragen.

Ten eerste, waarom is dat koninklijk besluit nog altijd niet in het Belgisch Staatsblad verschenen? Zijn er misschien problemen bij het herdefiniëren van de graden ?

Ten tweede, wanneer zal de minister een dergelijk koninklijk besluit aan de Ministerraad voorleggen, zodat de huidige situatie zo snel mogelijk van de baan is ?

De voorzitter. ­ Het woord is aan staatssecretaris Peeters.

De heer Peeters, staatssecretaris voor Veiligheid, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, toegevoegd aan de minister van Volksgezondheid. ­ Mijnheer de voorzitter, het is juist dat de administratie der Pensioenen de pensioenen pas kan « aanpassen » wanneer toeziend minister, collega De Galan voor het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers een koninklijk besluit heeft gepubliceerd aangaande de graden en weddeschalen van de betrokken ambtenaren. De administratie der Pensioenen heeft dat koninklijk besluit nog niet gekregen. De procedure is ondertussen in gang gezet. Het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers, dat het koninklijk besluit opstelt, moest het akkoord van ambtenarenzaken verkrijgen en heeft dat reeds verkregen. Het moest dan syndicaal overleg plegen en ook dat is reeds gebeurd. Dan kan het besluit worden ondertekend door collega De Galan en kan de administratie der Pensioenen op basis daarvan de pensioenen aanpassen. Het koninklijk besluit dienaangaande werd op 26 juni 1997 behandeld in het syndicaal overleg door sectorcomité 12 en kan eerstdaags worden ondertekend door mevrouw De Galan. Op dat moment kan de administratie der Pensioenen op basis van dat besluit overgaan tot de aanpassing van de pensioenen van alle gepensioneerden die afhangen van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers.

Ik wil er toch op wijzen dat het aantal pensioengevallen dat om deze reden nog niet kon worden « aangepast » niet aanzienlijk is ten opzichte van het totaal aantal aan te passen pensioenen van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers. De administratie der Pensioenen heeft van het totaal aantal van 229 pensioenen reeds 184 pensioenen, ongeveer 80 %, aangepast op basis van het koninklijk besluit van 14 september 1994, inzake de vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen van niveau 2, 3 en 4 en van het koninklijk besluit van 10 april 1995 voor ambtenaren van niveau 1 en 2 plus. Beide koninklijke besluiten omvatten diverse administratieve en geldelijke bepalingen die evenwel enkel van toepassing zijn op de gemene graden. Die gemene graden of graden die gemeenschappelijk zijn in alle administraties, maken ongeveer 80 % uit, ook van de gepensioneerden van het Nationaal Pensioenfonds van Mijnwerkers.

Er blijven nog een veertigtal pensioenen die niet zijn aangepast. Het betreft hoofdzakelijk pensioenen van gewezen hulpverificateurs die een bijzondere graad hebben binnen het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers en die hun laatste aanpassing op 1 juli 1993 hebben ontvangen. Van zodra collega De Galan het koninklijk besluit heeft ondertekend, kan ook dit worden rechtgezet met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 1994.

De voorzitter. ­ Het woord is aan mevrouw Thijs voor een repliek.

Mevrouw Thijs (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, de staatssecretaris zegt dat het slechts om een veertigtal personen gaat. Dit neemt niet weg dat dit zo snel mogelijk in orde moet worden gebracht. Het gaat niet op dat gepensioneerden meer dan drie jaar op een aanpassing moeten wachten. Deze week nog zei me iemand: « Als ik dood ben, heb ik het niet meer nodig. » Wij hebben hier een gelegenheid om te bewijzen dat we het menen met de nieuwe politieke cultuur.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.