1-106 | 1-106 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU MERCREDI 30 AVRIL 1997 |
VERGADERINGEN VAN WOENSDAG 30 APRIL 1997 |
De voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Hostekint aan de minister van Landsverdediging.
Het woord is aan de heer Hostekint.
De heer Hostekint (SP). Mijnheer de voorzitter, hoewel de minister van Landsverdediging een politiek tegenstander van mij is, is mijn respect voor zijn beleid gedurende de jongste maanden beginnen groeien vooral omwille van zijn onafhankelijke standpunten ten aanzien van de legerleiding. Minister Poncelet heeft meer dan eens neen durven zeggen.
Over het wangedrag van sommige para's was het standpunt van de minister moedig en hard. Naar aanleiding van de heidebrand in Houthalen-Helchteren heeft hij evenmin zijn kritiek gespaard. Deze aanpak spreekt mij wel aan.
Op donderdag 24 april jongstleden brak op het militaire domein te Houthalen-Helchteren na schietoefeningen een felle heidebrand uit. Deze oefeningen worden doorgaans heel grondig voorbereid, maar de legerbrandweer kreeg de brand deze keer niet voldoende snel onder controle. De brand zou zijn ontstaan door een rookbom gedropt door een Brits gevechtsvliegtuig, en zou snel uitbreiding hebben genomen doordat de pels van een voorbijrennend konijn vuur vatte.
De bijstand van de civiele bescherming en van vijf brandweerkorpsen kon niet beletten dat er een driehonderd hectare waardevol natuurgebied in de vlammen opging.
Daags na de brand heeft de minister verklaard dat het onverantwoord was om schietoefeningen te organiseren op een kurkdroge heide. De minister nam dan ook de wijze beslissing de schietoefeningen voor onbepaalde tijd op te schorten.
Dit incident bracht nogmaals de tegenstrijdigheid van belangen aan het licht tussen de behoeften van het leger en de noden van het leefmilieu.
In dit verband wilde ik drie vragen stellen aan de minister.
Ten eerste blijkt het opschorten van de schietoefeningen een tijdelijke maatregel te zijn. Zal de minister voor de toekomst richtlijnen uitvaardigen die dergelijke rampen kunnen voorkomen ? De drie hectare waardevol natuurgebied, die in de vlammen opgingen, zal slechts door grote inspanningen en investeringen in zijn oorspronkelijke staat kunnen worden hersteld.
Ten tweede, zou het departement Landsverdediging niet dringend werk dienen te maken van een beter en strikter milieubeleid dat de in het betrokken gewest vigerende milieuwetgeving naleeft ?
Ten derde had ik graag de mening gekend van de minister over een probleem dat weliswaar tot de bevoegdheid van de gewesten behoort. Vindt de minister het aanvaardbaar dat militaire domeinen als blinde vlek op de gewestplannen worden weergegeven ? Is het niet aanbevelenswaardig om ook aan de militaire domeinen een bepaalde milieuwaarde toe te kennen en op grond daarvan een definitieve bestemming te geven ?
De voorzitter . Het woord is aan minister Poncelet.
De heer Poncelet , minister van Landsverdediging. Mijnheer de voorzitter, ik dank de heer Hostekint voor zijn vraag over de heidebrand in Houthalen-Helchteren. Dit geeft mij de gelegenheid even en voor het eerst in het openbaar op deze problematiek in te gaan.
Ik merk op dat er op lokaal vlak reeds voorzorgen werden genomen en richtlijnen werden uitgevaardigd. Het schietveld van Helchteren bijvoorbeeld is zo georganiseerd dat de uitbreiding van een brand wordt voorkomen. De brandgangen worden permanent onderhouden, er is 24 uur op 24 toezicht en bewaking en tijdens schietoefeningen zijn er onder meer drie bemande brandweerwagens aanwezig. Bovendien is de toegestane munitie afhankelijk van de weersomstandigheden. Zo was het enige tijd verboden rockets af te schieten. Er bestaat ook een procedure om de burgerbrandweer te alarmeren. Op het schietveld van Brasschaat dat door de artillerie wordt gebruikt werd in samenwerking met de burgerbrandweer eveneens een procedure uitgewerkt.
Er gebeurt dus reeds heel wat, maar er kan nog meer worden gedaan. Daarom heb ik reeds contact opgenomen met mijn collega Kelchtermans om in onderling overleg criteria en procedures vast te leggen om de brandpreventie en eventuele brandbestrijding op de schietvelden te optimaliseren. Dit kan later, eveneens in overleg, tot het hele land worden uitgebreid.
Ik besteed heel wat zorg aan de bescherming van het leefmilieu en van het natuur- en staatspatrimonium. Net zoals elke andere gemeenschap moet ook de militaire gemeenschap rekening houden met milieu-aspecten en een echt milieubewustzijn aan de dag leggen. Daartoe werd overigens in het departement van Landsverdediging een Commissie voor de bescherming van het natuurlijk milieu, de monumenten en de landschappen van het militair domein opgericht, bestaat er een cel Milieu-inspectie in de divisie Infrastructuur van de generale staf en werd in de genieschool nog vorige week een nieuw vormingscentrum Milieu geopend. Bij het uitwerken van interne richtlijnen wordt rekening gehouden met de milieuwetgeving. Bovendien bestaan er overeenkomsten waardoor de diensten Bos en Groen en Natuur bepaalde militaire domeinen mee kunnen beheren.
Militaire domeinen zijn geen witte vlekken op de gewestplannen. Zij hebben een bijzondere bestemming en werden wit ingekleurd om de krijgsmachten de mogelijkheid te geven in het kader van hun opdracht de nodige activiteiten uit te oefenen. Bij het beheer van het militair domein hou ik rekening met de operationele eisen van het leger en met de noodzakelijke doelmatige bescherming van het milieu. Door hun bijzonder statuut, de voortdurende militaire bezetting en de gereglementeerde toegang zijn de militaire domeinen rijk aan fauna en flora. Dat deze waardevolle oasen bestaan, bewijst dat militaire activiteiten en een doeltreffend milieubeheer met elkaar verenigbaar zijn.
De voorzitter . Het woord is aan de heer Hostekint voor een repliek.
De heer Hostekint (SP). Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor zijn antwoord. In mijn inleiding op mijn vraag heb ik reeds mijn waardering uitgesproken voor zijn beleid. Ik stel met genoegen vast dat hij in zijn beleid rekening houdt met milieu-aspecten. Dat is zeer belangrijk. Hoeveel voorzorgen er ook werden genomen, toch werden in het geval van de heidebrand mijns inziens onnodige risico's genomen. Schietoefeningen houden na maandenlange droogte is toch risicovol. De legerleiding moet dat beseffen. De minister heeft nu een verbod uitgevaardigd, maar dat is een tijdelijke maatregel. Wat zal hij doen om dergelijke branden in de toekomst te voorkomen ?
Vanmorgen diende ik een bijkomende mondelinge vraag in, maar die werd door het bureau afgewezen, waarvoor ik begrip opbreng. Gisteren deed zich opnieuw een ongeval voor met een F16-toestel. Dat is het zevenentwintigste ongeval sedert 1976. Op het nippertje werd een ramp voorkomen. Er zijn gelukkig geen doden. Vindt de minister het niet onverantwoord vluchtoefeningen te houden boven dichtbevolkte gebieden ?
De voorzitter. Het woord is aan minister Poncelet.
De heer Poncelet, minister van Landsverdediging. Mijnheer de voorzitter, op de eerste vraag heb ik al geantwoord dat ik overleg wens te plegen met de gewestelijke overheden. Na die concertatie ben ik bereid ook op de andere vraag te antwoorden.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.