1-98

1-98

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCE DU JEUDI 13 MARS 1997

VERGADERING VAN DONDERDAG 13 MAART 1997

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER HOSTEKINT AAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN OVER « DE BESTELLING VAN 205 RENAULT-WAGENS VOOR DE RIJKSWACHT »

QUESTION ORALE DE M. HOSTEKINT AU VICE-PREMIER MINISTRE ET MINISTRE DE L'INTÉRIEUR SUR « LA COMMANDE DE 205 VOITURES RENAULT POUR LA GENDARMERIE »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Hostekint aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over « de bestelling van 205 Renault-wagens voor de rijkswacht ».

Het woord is aan de heer Hostekint.

De heer Hostekint (SP). ­ Mijnheer de voorzitter, in december 1996 heeft de minister van Binnenlandse Zaken het dossier goedgekeurd voor de aankoop van nieuwe voertuigen bestemd voor de districten en brigades van de rijkswacht. Na aanbesteding werd bij Renault een bestelling geplaatst van 205 nieuwe voertuigen, waarvan 55 wagens van het type Clio en 150 personenauto's van het type Mégane. Dit laatste model wordt exclusief in de fabriek van Vilvoorde geassembleerd.

De drastische, brutale en eigenlijk laffe beslissing van de Franse Renault-directie van eind februari om de assemblage in Vilvoorde tegen eind juli stop te zetten heeft in het hele land een golf van verontwaardiging en onbegrip ontketend. In syndicale en politieke kringen werd hierop zeer heftig gereageerd. Verscheidene manifestaties vonden reeds plaats en ook volgende zondag wordt er opnieuw betoogd. Onmiddellijk werden op diverse niveaus stappen gedaan om de beslissing van Renault aan te vechten en aldus de meer dan 3 000 arbeidsplaatsen te vrijwaren.

Ik wil vice-eerste minister Vande Lanotte drie reeksen vragen stellen.

Eerst en vooral zou ik willen weten hoe het staat met het dossier van de overheidsbestelling van 205 wagens bij Renault ? Werden er economische voorwaarden gekoppeld aan deze overheidsbestelling ? Welke clausules bevat het contract omtrent de opzegging of mogelijke wanprestaties ?

Ten tweede vraag ik mij af of er juridisch stappen kunnen worden gedaan om de overheidsbestelling te annuleren en of er al initiatieven werden genomen op dat vlak.

Ten derde vraag ik mij af of er precedenten bestaan voor de annulering van overheidsbestellingen uit opportuniteitsoverwegingen.

De voorzitter. ­ Het woord is aan vice-eerste minister Vande Lanotte.

De heer Vande Lanotte, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. ­ Mijnheer de voorzitter, er waren met Renault twee overeenkomsten. De eerste overeenkomst, nummer 53, betreft de aankoop van 300 Renaults Mégane. Voor de eerste 150 voertuigen van deze overeenkomst werden op 3 februari 1997 een definitief contract gesloten ter waarde van 62 506 132 frank, BTW inbegrepen. Een tweede schijf van 150 voertuigen moest in 1997 of 1998 nog worden bevestigd. De tweede overeenkomst, nummer 52, betreft de aankoop van 150 Renaults Clio met ABS-systeem. 50 voertuigen, voor een bedrag van 18 902 415 frank BTW inbegrepen, werden op 23 december 1996 definitief besteld. Vijftig voertuigen dienen nog te worden besteld in 1997 en nog vijftig andere in 1998. Er werden geen economische voorwaarden aan de overheidsbestelling gekoppeld, aangezien de EG-wetgeving dit verbiedt.

Het bestek van deze overeenkomsten vermeldt dat het contract jaarlijks opzegbaar is en voorziet in voorwaardelijke schijven. Voor het eerste contract, nummer 53, werd hierop een beroep gedaan voor het tweede gedeelte van de aankoop, dat nog moest worden bevestigd. Er werd opdracht gegeven het tweede deel van de aankoop niet te laten doorgaan. Wat het tweede contract, nummer 52, betreft, kon de aankoop van de laatste 100 voertuigen nog ongedaan worden gemaakt. De aankoop van de eerste vijftig voertuigen lag juridisch al vast, maar Renault liet weten dat er een probleem was met de levering door een misverstand in de documentatie en dat de firma geen auto's met ABS-systeem kan leveren zoals vastgelegd was in het contract. In uitvoering van artikel 66 van de algemene aannemingsvoorwaarden hebben wij dan ook dat deel van het contract verbroken en zullen ook die vijftig Renaults niet worden geleverd. Dit betekent dat geen enkele van de 150 wagens van overeenkomst 52 zullen worden geleverd.

Wij kunnen contracten niet om opportuniteitsredenen verbreken, maar wij zijn erin geslaagd de bestaande juridische mogelijkheden toch zo creatief mogelijk te benutten. Voor 150 voertuigen konden wij er niet onderuit, maar de overige 300 worden niet geleverd.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Hostekint voor een repliek.

De heer Hostekint (SP). ­ Mijnheer de voorzitter, ik feliciteer de vice-eerste minister met zijn beslissing, die ik beschouw als een represaille tegenover de beslissing van Renault.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.