1-90

1-90

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCE DU JEUDI 30 JANVIER 1997

VERGADERING VAN DONDERDAG 30 JANUARI 1997

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER GOOVAERTS AAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN FINANCIËN EN BUITENLANDSE HANDEL OVER « DE NIEUWE REGLEMENTERING INZAKE HET VERGUNNINGSRECHT »

QUESTION ORALE DE M. GOOVAERTS AU VICE-PREMIER MINISTRE ET MINISTRE DES FINANCES ET DU COMMERCE EXTÉRIEUR SUR « LA NOUVELLE RÉGLEMENTATION DU DROIT DE LICENCE »

De voorzitter . ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Goovaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Buitenlandse Handel over « de nieuwe reglementering inzake het vergunningsrecht ».

Het woord is aan de heer Goovaerts.

De heer Goovaerts (VLD). ­ Mijnheer de voorzitter, door de opdracht- en de bijzondere machtenwetgeving werden de belastbare materie en de tarieven van het vergunningsrecht recentelijk gewijzigd. Het vergunningsrecht is nu ook van toepassing bij het schenken van dranken waarvan het alcoholgehalte op zich minder dan 22 volumeprocenten bedraagt, maar die wel gedistilleerde alcohol bevatten. Dit betekent een gevoelige uitbreiding van de belastbare materie. De vroeger bestaande minimumgrens van 12 000 frank en de maximumgrens van 40 000 frank werden afgeschaft. Het tarief van het vergunningsrecht werd op 10 % van de werkelijke of vermoedelijke jaarlijkse huurwaarde gebracht.

Ik heb vier vragen voor de vice-eerste minister.

Ten eerste, hoe wordt de werkelijke of vermoedelijke jaarlijkse huurwaarde waarop dat vergunningsrecht bepaald zal worden, vastgelegd ?

Ten tweede, hoeveel zal deze maatregel, genomen in het kader van de bijzondere machten, opbrengen aan de Belgische Staat ?

Ten derde, wordt er een onderscheid gemaakt tussen gelegenheden die uitsluitend dranken serveren en gelegenheden waarvan het schenken van dranken slechts als een nevenactiviteit kan worden bestempeld ?

Ten vierde, wordt de horeca-sector aldus niet nogmaals ernstig aangepakt en benadeeld vermits in het ene geval, zoals ik hierboven heb aangehaald, de huurwaarde waarop het vergunningsrecht moet worden betaald op de totaliteit van de consumptie slaat en in het andere geval slechts op een beperkt deel daarvan.

De voorzitter . ­ Het woord is aan vice-eerste minister Maystadt.

De heer Maystadt , vice-eerste minister en minister van Financiën en Buitenlandse Handel. ­ Mijnheer de voorzitter, de werkelijke huurwaarde blijkt uit huurovereenkomsten of andere bewijskrachtige bescheiden. Voor zover de werkelijke huurprijs als normale huurwaarde kan worden aangenomen, wordt hij in aanmerking genomen voor de toepassing van het vergunningsrecht, zonder dat verder wordt gelet op sommige lasten ten bezware van de huurder. In de praktijk zal het echter zelden mogelijk zijn rechtstreeks te steunen op de werkelijke huurwaarde aangezien die over het algemeen niet alleen betrekking heeft op de tot de drankgelegenheid behorende plaatsen en lokalen, maar ook op de lokalen dienende tot woning of ander doel. Daarom wordt het vergunningsrecht meestal berekend volgens de vermoedelijke huurwaarde.

Om de taak van de hoofdcontroleurs bij de berekening van de vermoedelijke huurwaarde te vereenvoudigen wordt, wanneer het laatst vastgestelde kadastraal inkomen van het onroerend goed waarin de drankgelegenheid is gevestigd is gekend, de aangegeven huurwaarde getoetst aan de normale huurwaarde berekend op grond van het kadastraal inkomen.

Bij het ontwerp van koninklijk besluit dat tot doel had de berekeningswijze van het vergunningsrecht voor sterke drank te wijzigen, werd bij een eerste berekening van de budgettaire gevolgen de minderopbrengst op ongeveer 300 miljoen geschat. De statistische gegevens inzake de opbrengsten voor 1996 worden door de ontvangers der accijnzen uiterlijk op 15 februari aan de centrale administratie der Douane en Accijnzen bezorgd zodat de werkelijke budgettaire gevolgen pas in maart zullen zijn gekend.

Krachtens de wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht, is dit recht verschuldigd voor elke plaats of elk lokaal waar de dranken worden verstrekt, zelfs indien dat gratis gebeurt. Het vergunningsrecht is eveneens verschuldigd wegens alleen maar het bezit van sterke drank in een voor het publiek toegankelijke plaats in de drankgelegenheid.

Toen de reglementering inzake het vergunningsrecht werd gewijzigd, werd vooral gedacht aan de meerderheid van de uitbaters voor wie het minimum van 12 000 frank te hoog was. De horeca-sector wordt door de nieuwe reglementering niet benadeeld, aangezien bij de eerste berekening van de budgettaire gevolgen de minderopbrengst op ongeveer 300 miljoen frank wordt geschat. Sedert het van kracht worden van de wet op 1 januari 1984 wordt geen onderscheid gemaakt tussen gelegenheden die uitsluitend dranken serveren en gelegenheden waarvan het opdienen van dranken slechts een nevenactiviteit is. Het koninklijk besluit van 27 november 1996 tot wijziging van de wet betreffende het verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht heeft hieraan niets veranderd.

De voorzitter . ­ Het woord is aan de heer Goovaerts voor een repliek.

De heer Goovaerts (VLD). ­ Mijnheer de voorzitter, ik dank de vice-eerste minister voor zijn geruststellend antwoord.

Dat de vice-eerste minister nu een belastingvermindering toestaat, heeft ongetwijfeld te maken met de toepassing van de nieuwe politieke cultuur. Dit zal ons echter niet beletten deze materie nauwlettend te volgen. Wij zullen ons samen met de vice-eerste minister verheugen wanneer de realiteit overeenstemt met wat hij ons heeft meegedeeld.

De voorzitter . ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.