1-52 | 1-52 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCE DU MERCREDI 26 JUIN 1996 |
VERGADERING VAN WOENSDAG 26 JUNI 1996 |
De Voorzitter. De heer Anciaux wenst een vraag te stellen omtrent de regeling van de werkzaamheden.
Het woord is aan de heer Anciaux.
De heer Anciaux (VU). Mijnheer de Voorzitter, ik las in de pers en ik hoorde van een aantal mensen dat het mogelijk is dat de Senaat de bespreking van de kaderwetten zou aanvatten vooraleer er een definitieve stemming in de Kamer heeft plaatsgevonden. Is dat juist ? In hoeverre is dat mogelijk volgens het Reglement ?
De Voorzitter. Mijnheer Anciaux, volgens het Reglement kan de bespreking van een ontwerp of een voorstel in de commissie beginnen zodra deze tekst bij de Kamer aanhangig is. Er werd in het Bureau overeengekomen dat het onderzoek van de « Kaderwetten » in de commissies aangevat zal worden zodra het verslag van de Kamercommissie is bekend en verspreid, zodat men weet welke beschouwingen aan het onderwerp werden gewijd en welke argumenten pro en contra werden aangehaald en dus ook van zodra men op basis van het verslag weet welke tekst aan de Kamer zal worden voorgelegd.
De Senaatscommissies kunnen wel de bespreking aanvatten, maar zij kunnen niet stemmen zolang er geen stemming geweest is in de plenaire vergadering van de Kamer.