1-42 | 1-42 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCE DU JEUDI 25 AVRIL 1996 |
VERGADERING VAN DONDERDAG 25 APRIL 1996 |
Algemene beraadslaging en stemming over de artikelen
Discussion générale et vote des articles
De Voorzitter . Wij vatten de bespreking aan van het wetsontwerp houdende instemming met het Protocol nr. 1 bij het Europees Verdrag ter voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing en met het Protocol nr. 2 bij het Europees verdrag ter voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, gedaan te Straatsburg op 4 november 1993.
Nous abordons l'examen du projet de loi portant assentiment au Protocole nº 1 à la Convention européenne pour la prévention de la torture et des peines ou traitements inhumains ou dégradants et au Protocole nº 2 à la Convention européenne pour la prévention de la torture et des peines ou traitements inhumains ou dégradants, faits à Strasbourg le 4 novembre 1993.
De algemene beraadslaging is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Het woord is aan de rapporteur.
Mevrouw Sémer (SP), rapporteur. Mijnheer de Voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.
De Voorzitter . Het woord is aan de heer Anciaux.
De heer Anciaux (VU). Mijnheer de Voorzitter, ik zal het kort houden, aangezien ik in de commissie over dit wetsontwerp ook reeds een aantal vragen heb gesteld. Allereerst heb ik gevraagd of Spanje dit verdrag mede heeft ondertekend. De minister zou dit onderzoeken. In het verslag vind ik op deze vraag in elk geval nog geen antwoord. Het antwoord op mijn vraag of Turkije dit verdrag heeft ondertekend, is wel in het verslag opgenomen. Turkije heeft in mei 1995 beide protocollen inderdaad ondertekend.
In dit verband is het meer fundamenteel toch wel belangrijk om te weten of dit verdrag niet louter een vodje papier is en in hoeverre er echte sancties mogelijk zijn tegen landen die stelselmatig en ik benadruk stelselmatig en zeer frequent overgaan tot foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. Wij mogen de publieke opinie immers geen rad voor de ogen draaien door uit te pakken met de goedkeuring van protocollen die in de praktijk geen enkele kracht hebben.
Ik weet ook dat de minister in de commissie heeft geantwoord dat de vaststelling van de foltering en dergelijke reeds een morele sanctie inhoudt. Dit is ongetwijfeld belangrijk, maar toch zou het ook nuttig zijn dat het Parlement in kennis wordt gesteld van de vaststellingen en het jaarlijks verslag van het onderzoekscomité. Op basis van deze vaststellingen zouden wij het buitenlands beleid in de commissie en in plenaire vergadering kunnen bespreken, ook al weet ik wel dat dit eigenlijk de bevoegdheid van de Regering is. Het is dus belangrijk deze materie te blijven volgen en het niet gewoon te laten bij de goedkeuring van dit wetsontwerp. Bovendien is het belangrijk dat de minister op basis van de verslagen druk uitoefent op landen die zich blijkbaar nog steeds schuldig maken aan foltering of onmenselijke behandeling. Indien nodig zou de minister dan diplomatieke initiatieven kunnen nemen of eventueel zelfs incidenten kunnen uitlokken om deze landen tot betere gedachten te brengen. Aangezien men van plan is binnenkort nieuwe landen tot de Raad van Europa toe te laten, moeten wij nu met alle mogelijke middelen de huidige en toekomstige partners van de Europese Unie en de Raad van Europa onder druk zetten om dergelijke praktijken voorgoed uit de wereld te helpen.
De Voorzitter . Het woord is aan minister Derycke.
De heer Derycke, minister van Buitenlandse Zaken. Mijnheer de Voorzitter, omdat ik vind dat elke terechte opmerking een antwoord verdient, wil ik op deze opmerkingen zeker antwoorden, want ze zijn zeer belangrijk.
De heer Anciaux heeft gelijk. Uit de rapporten van Amnesty International blijkt dat nog heel wat Europese landen kritiek krijgen van deze organisatie. Dit bewijst dat het verdrag ter voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling belangrijk is.
Dit verdrag is afgesloten in het kader van de Raad van ministers. Op grond daarvan is een comité opgericht Comité contre la prévention de la torture, des traitements inhumains et dégradants ... CPT waarin experts der lidstaten zitting hebben voorgedragen door de nationale afvaardigingen in de Parlementaire Assemblée en verkozen door het Ministercomité. Men tracht een zo breed mogelijke waaier van expertise te bestrijken : artsen, advocaten, sociale assistenten, vertegenwoordigers van het gevangeniswezen, enz. Hun ambtstermijn is verlengbaar om hen in staat te stellen zich grondig in hun taak in te werken. De verslagen van het CPT kunnen slechts met de instemming van het betrokken land worden bekendgemaakt en aan de regeringen der overige lidstaten medegedeeld.
Benevens het optreden van het CPT lijnen ook de algemene monitoring-mechanismen die door de Parlementaire Assemblée en het Ministercomité zijn ingesteld. Dit is een geregeld toezicht op de naleving van de door elke lidstaat aangegane verplichtingen.
De Raad van Europa is op Europees vlak het belangrijkste forum wat betreft de eerbiediging der mensenrechten, mede door dat ook de nationale parlementen, via de Parlementaire Assemblée, rechtstreeks bij de werking van de organisatie zijn betrokken. De Raad beschikt over een zeer groot moreel gezag. Hij kan dit echter ook kracht bij zetten door politieke verklaringen, resoluties en in het ergste geval uitsluiting van het betrokken land.
De Voorzitter. Het woord is aan de heer Anciaux.
De heer Anciaux (VU). Mijnheer de Voorzitter, de uitleg van de minister is interessant, maar de Belgische Regering kan nog een stap verder gaan. Zij kan ook zelf een gedragslijn uitvaardigen. Zij zou bijvoorbeeld kunnen bepalen dat er geen mensen mogen worden uitgeleverd aan landen die zich schuldig maken aan folteringen of onmenselijke behandelingen. De minister van Buitenlandse Zaken kan op dat vlak misschien een voortrekkersrol vervullen.
Mijnheer de minister, ik heb evenwel nog steeds geen antwoord gekregen op mijn vraag of Spanje al dan niet voorkomt op de lijst van landen die het verdrag hebben ondertekend.
De heer Derycke, minister van Buitenlandse Zaken. Op 21 november 1995 kwam Spanje nog niet voor op de lijst.
De Voorzitter. Het woord is aan de heer Vandenberghe.
De heer Vandenberghe (CVP). Mijnheer de Voorzitter, de indruk mag niet worden gewekt dat er voor folteringen en mensonwaardige behandelingen geen juridische sanctie mogelijk is in het kader van de Raad van Europa. Het verdrag dat hier aan de orde is, is een recent instrument van politiek-juridische aard. Artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens werd door Spanje onderschreven. Inbreuken tegen deze absolute regel kunnen worden bestreden door individuele klachten en door klachten uitgaande van verschillende Staten.
Zo is er in de jaren 80 een klacht geweest van vijf Europese landen tegen Turkije omwille van het niet-respecteren van de mensenrechten. Dit heeft aanleiding gegeven tot een minnelijke regeling bij de Europese Commissie tot bescherming van de rechten van de mens. Een van de essentiële voorwaarden hiervan was dat Turkije het individueel verhaalrecht van de Turken bij de Europese Commissie en bij het Europees Hof zou erkennen. Sindsdien zijn heel wat Turkse zaken bij het Europees Hof behandeld.
M. le Président. Plus personne ne demandant la parole dans la discussion générale, je la déclare close, et nous passons à l'examen des articles du projet de loi.
Daar niemand meer het woord vraagt in de algemene beraadslaging verklaar ik ze voor gesloten en bespreken wij de artikelen van het wetsontwerp.
Artikel één luidt :
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77, eerste lid, 6º, van de Grondwet.
Article 1er . La présente loi règle une matière visée à l'article 77, alinéa 1er , 6º, de la Constitution.
Aangenomen.
Adopté.
Art. 2. Het Protocol nr. 1 bij het Europees Verdrag ter voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing en het Protocol nr. 2 bij het Europees Verdrag ter voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, gedaan te Straatsburg op 4 november 1993, zullen volkomen uitwerking hebben.
Art. 2. Le Protocole nº 1 à la Convention européenne pour la prévention de la torture et des peines ou traitements inhumains ou dégradants et le Protocole nº 2 à la Convention européenne pour la prévention de la torture et des peines ou traitements inhumains ou dégradants, faits à Strasbourg le 4 novembre 1993, sortiront leur plein et entier effet.
Aangenomen.
Adopté.
M. le Président. Il sera procédé tout à l'heure au vote sur l'ensemble du projet de loi.
We stemmen zo dagelijk over het wetsontwerp in zijn geheel.