1-25

1-25

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCE DU JEUDI 15 FÉVRIER 1996

VERGADERING VAN DONDERDAG 15 FEBRUARI 1996

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER ANCIAUX AAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN OVER « HET FALENDE VEILIGHEIDSBELEID »

QUESTION ORALE DE M. ANCIAUX AU VICE-PREMIER MINISTRE ET MINISTRE DE L'INTÉRIEUR SUR « L'ÉCHEC DE LA POLITIQUE DE SÉCURITÉ »

De Voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Anciaux aan de Vice-Eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over « het falende veiligheidsbeleid ».

Het woord is aan de heer Anciaux.

De heer Anciaux (VU). ­ Mijnheer de Voorzitter, de Vice-Eerste minister komt graag in de publiciteit met spectaculaire en vrij arrogante uitspraken over zijn asielbeleid en zijn veiligheidsbeleid. Hij aarzelt zelfs niet zich de uitvoerder te noemen van het anti-migrantenbeleid van het Vlaams Blok. Zijn beleid heeft in de praktijk echter vooral tot gevolg dat de illegaliteit toeneemt en dat de zware criminaliteit allerminst wordt aangepakt. De samenwerking en de optimalisering van de politiediensten blijven ondermaats. De gemeentelijke politie boekt, ondanks de veiligheidscontracten, zeer weinig resultaat. De rijkswacht werd wel aangepakt, maar ook hier blijven resultaten uit. Samenwerking lijkt onhaalbaar.

In de gemeente Sint-Jans-Molenbeek nemen de gewapende overvallen zienderogen toe. De politie durft niet ingrijpen. Steeds dezelfde personen slagen erin om op een korte tijdsspanne verschillende gewapende roofovervallen te plegen in dezelfde straat. De toestand is explosief en veroorzaakt haat tussen de verschillende bevolkingsgroepen. De politie is niet bij machte in te grijpen of verzuimt dit, mogelijk onder druk van de burgemeester. Aan slachtofferhulp, ook vanwege de politiediensten, wordt te weinig aandacht besteed. Slachtoffers blijven met hun angsten en vragen zitten. Dit alles is ten zeerste verontrustend.

Welke maatregelen stelt de Vice-Eerste minister in het vooruitzicht om op korte termijn een kentering mogelijk te maken ? Ik wil de noodzaak en het nut van veiligheidscontracten helemaal niet in twijfel trekken, maar wat gedaan wanneer politiediensten compleet nalaten hun taken op zich te nemen. Kan de Vice-Eerste minister de rijkswacht inschakelen als de gemeentelijke politie in gebreke blijft of als zij niet bij machte blijkt de strijd tegen de zware criminaliteit te voeren ? Zal de Vice-Eerste minister actie ondernemen om de onaanvaardbare toestand in Sint-Jans-Molenbeek een halt toe te roepen ? (Applaus bij het Vlaams Blok.)

De Voorzitter. ­ Het woord is aan Vice-Eerste minister Vande Lanotte.

De heer Vande Lanotte, Vice-Eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. ­ Mijnheer de Voorzitter, het doet me een zeker genoegen dat ook de heer Anciaux eens moet ondervinden dat hij niet altijd in handen heeft wie er voor hem applaudisseert en wie niet. Ik heb dat zelf ook al meermaals meegemaakt.

Het is jammer dat de vraag van de heer Anciaux wat vaag blijft, zodat ik bijvoorbeeld niet kan weten over welke straat het juist gaat. Toch wil ik helemaal niet ontkennen dat Sint-Jans-Molenbeek grote problemen van veiligheid kent, dit ondanks vrij omvangrijke inspanningen van de burgemeester en het gemeentelijke politiecorps. Naar mijn mening is er geen enkele plaats waar de politie niet durft op te treden, ook al bestaan er in Brussel een aantal zeer moeilijke plaatsen, zoals het Sint-Jan-Baptistplein of het Lemmensplein in Anderlecht.

Met de gegevens die de heer Anciaux aanbrengt, krijg ik jammer genoeg geen zicht op de concrete situatie. De statistieken van de politie en de rijkswacht van Sint-Jans-Molenbeek geven aan dat de criminaliteit in de gemeente de jongste jaren gedaald is, zij het dat zij in 1995 opnieuw is beginnen toenemen.

Wij sluiten niet uit dat dit voor een deel te wijten is aan de politiek die in een naburige gemeente wordt gevoerd. Sint-Jans-Molenbeek schijnt inderdaad weer meer last te hebben van drugstrafikanten die vroeger in Schaarbeek opereerden, maar die hun actieterrein nu verlegd hebben. Dat is een van de mogelijke elementen die een rol spelen in de opnieuw stijgende criminaliteit. Dat is ook een van de redenen waarom er binnen het vijfhoeksoverleg in Brussel geprobeerd wordt een aantal gelijklopende acties meer op elkaar af te stemmen.

Ik heb eigenlijk niet goed begrepen over welke straat het concreet gaat. Wanneer ik daarover meer gegevens heb, zal ik de burgemeester meer uitleg vragen.

In Sint-Jans-Molenbeek, dat toch een moeilijke gemeente blijft, was er een lichte daling van de criminaliteit. Over de recente stijging heb ik vorig jaar al gesproken met de burgemeester, de heer Moureaux, die van plan is een aantal acties te ondernemen. Ter verbetering van de veiligheid bijvoorbeeld werd een systeem uitgewerkt waarbij de pleinen en openbare parken, waar veel criminaliteit was en waarin niemand zich nog durfde te wagen, beter worden bewaakt. Men stelt thans vast dat de mensen opnieuw in deze parken durven komen en dat er haast geen overvallen meer gebeuren. Dat bewijst dat de acties succes hebben.

Mijnheer de Voorzitter, hiermede heb ik een genuanceerd antwoord gegeven op een toch wat onduidelijke vraag.

De Voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Anciaux voor een repliek.

De heer Anciaux (VU). ­ Mijnheer de Voorzitter, ik zal de Vice-Eerste minister enkele concrete gegevens meedelen. Ik geef hem het voorbeeld van de Onafhankelijksstraat waar mijn echtgenote werkt bij haar vader. Zij waren al viermaal het slachtoffer van een gewapende overval, met alle gevolgen van dien. Het ging telkens om dezelfde personen, die hen ook al eens zijn gevolgd tot bij mijn schoonouders in Grimbergen, waar dan nogmaals een gewapende overval heeft plaatsgevonden. In dezelfde straat in Sint-Jans-Molenbeek zijn de jongste maanden nog vier andere gewapende overvallen genoteerd, telkens binnen een afstand van ongeveer honderd meter. Ik loop nogal eens rond in die gemeente en ik heb vastgesteld dat de politie angst heeft om iets te doen. Bij een gewapende overval komen zij ter plaatse en zeggen al lachend dat de betrokkene geluk heeft gehad dat hij nog leeft. Van een opvolging van een dossier is nauwelijks sprake. Iedere vraag om inlichting wordt beschouwd als een bemoeienis. Terwijl ik op een dag verschillende bussen liet voorbijgaan, was ik getuige van acht misdaden. Ik wens dit alles niet te veel op te blazen, maar degenen die hiermee dagelijks worden geconfronteerd, krijgen wel eens de neiging iedereen over dezelfde kam te scheren. Het is dus absoluut nodig om in Sint-Jans-Molenbeek, en zeker in de straat die ik nu signaleer, de politie te motiveren om hieraan iets te doen of om desnoods de rijkswacht in te schakelen. Men beweert zelfs dat de burgemeester een uitdrukkelijk verbod oplegt om fundamenteel in te grijpen. Dat is misdadig tegenover de gemeenschap.

De Voorzitter. ­ Het woord is aan Vice-Eerste minister Vande Lanotte.

De heer Vande Lanotte, Vice-Eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. ­ Mijnheer de Voorzitter, met deze bijkomende gegevens zal ik bij de burgemeester van Molenbeek aandringen op een verder onderzoek en ik zal de heer Anciaux op de hoogte brengen van het resultaat daarvan.

De Voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.