1-610/1 | 1-610/1 |
23 APRIL 1997
Tot op heden hebben, krachtens artikel 1 van het Kieswetboek, alleen die Belgen stemrecht, die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van een Belgische gemeente.
De Belgen die in het buitenland verblijven hoeven zich evenwel geen buitenlander te voelen in hun eigen land, ook niet indien zij daar hun woonplaats niet meer hebben en hun land sedert lang verlaten hebben, om professionele of andere redenen. We moeten daarenboven vaststellen dat vele Belgen die in het buitenland verblijven, zich blijven interesseren voor het politieke reilen en zeilen in hun land en er graag zouden aan deelnemen via de uitoefening van het stemrecht. Men zou dus kunnen overwegen die Belgen te laten deelnemen aan de verkiezingen op alle bestuurslagen doch de organisatie van die deelneming doet een probleem rijzen. De vraag rijst in welke kieskring die Belgen moeten worden ondergebracht aangezien zij geen woonplaats meer hebben in België.
Die moeilijkheid kan slechts worden opgelost wanneer de betrokkenen worden ondergebracht in een kieskring waarin gestemd kan worden voor alle kandidaten uit het hele land. Dat is slechts het geval voor de verkiezing van de rechtstreeks verkozen senatoren.
Het is immers slechts voor die verkiezing dat de burgers die in het buitenland verblijven, fictief kunnen worden ondergebracht in de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, de enige kieskring waarin er zowel een Nederlands als een Frans kiescollege is. De kiezers van die kieskring kunnen zowel stemmen voor kandidatenlijsten voorgedragen voor het Franse kiescollege als voor kandidatenlijsten voorgedragen voor het Nederlandse kiescollege. Dezelfde oplossing geldt niet voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, aangezien er daar met verschillende kieskringen wordt gewerkt.
De in het buitenland verblijvende Belgen laten deelnemen aan de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers zou betekenen dat zij fictief en derhalve op een willekeurige manier in een kieskring worden ondergebracht.
Dit voorstel heeft dan ook tot doel de in het buitenland verblijvende Belgen in staat te stellen alleen aan de verkiezing van de rechtstreeks verkozen senatoren deel te nemen.
De procedure waarin dit voorstel voorziet om de in het buitenland verblijvende Belgen in staat te stellen deel te nemen aan de verkiezing van de rechtstreeks verkozen senatoren is geïnspireerd op de wetgeving betreffende de verkiezing van het Europese parlement. In het wetsontwerp betreffende de herziening van het Europese parlement in 1984 ingediend door de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken (de heer Nothomb), werd immers voor het eerst voorzien in een regeling die Belgen die in de andere Lid-Staten van de Gemeenschap verbleven, stemrecht verleende.
De in het buitenland verblijvende Belgen zullen de hoedanigheid van kiezer voor de verkiezing van de rechtstreeks verkozen senatoren kunnen verkrijgen, op voorwaarde dat zij daartoe een aanvraag indienen bij de Belgische diplomatieke of consulaire post waarvan zij afhangen. Op die manier geven zij te kennen dat zij een politieke band met de Belgische politieke samenleving willen handhaven.
Nadat ze op hun regelmatigheid zijn onderzocht zullen die aanvragen worden doorgestuurd naar de minister van Buitenlandse Zaken, die ze vervolgens zal overzenden aan de minister van Justitie die er voor ieder van de betrokkenen een uittreksel van zijn strafregister aan toevoegt. De minister van Justitie zendt ze vervolgens over aan het bijzonder stembureau dat in het ministerie van Binnenlandse Zaken is samengesteld. Dit bureau heeft tot taak de definitieve kiezerslijst op te stellen en de kiezers op te roepen tot de stemming door hun in het buitenland een stembiljet te bezorgen dat hetzelfde is als het biljet dat de Brusselaars ontvangen. De Belgische onderdanen in het buitenland zullen hun stem uitbrengen per brief. Om een geheime stemming te
waarborgen, zullen hun stembiljetten vermengd worden met die van de kiezers uit de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Deze complexe procedure maakt het mogelijk zich ervan te vergewissen dat de in het buitenland verblijvende Belgen wel degelijk voldoen aan de voorwaarden om kiezer te kunnen zijn. Dit voorstel heeft voor de Belgen die in het buitenland verblijven, een signaalfunctie.
Artikel 2
Artikel 2 strekt ertoe een tweede categorie van Belgen in te voeren, namelijk degenen die in het buitenland verblijven. Zij worden evenwel niet verplicht te stemmen. Het is immers onmogelijk vast te stellen hoeveel Belgen er precies in het buitenland verblijven. Alleen de Belgen die het wensen kunnen de hoedanigheid van kiezer verwerven en moeten daartoe een aanvraag doen. Zodra zij als kiezer zijn ingeschreven, zijn zij verplicht te stemmen.
Artikelen 4, 5 en 6
Voor de in het buitenland verblijvende Belgen die een aanvraag tot deelneming aan de stemming hebben ingediend, wordt nagegaan of zij wel degelijk de Belgische nationaliteit bezitten, de volle leeftijd van 18 jaar hebben bereikt of zullen bereiken op de verkiezingsdag en of zij gemachtigd zijn te verblijven op het grondgebied van een andere Staat.
Op het ministerie van Binnenlandse Zaken wordt een bijzonder stembureau samengesteld. Het wordt voorgezeten door een magistraat van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel en is samengesteld uit ambtenaren. Dit bureau heeft tot taak de definitieve lijst vast te stellen van de in het buitenland verblijvende kiezers, ze vervolgens op te roepen door hen in hun woonplaats in het buitenland een stembiljet toe te sturen en de door de betrokkenen teruggestuurde stembiljetten te bewaren tot bij het begin van de stemopnemingsverrichtingen.
Daar het bijzonder stembureau de lijst opstelt van de kiezers die in het buitenland verblijven, is het ook het bijzonder stembureau dat onderzoekt of de personen die hun inschrijving hebben aangevraagd, al dan niet voldoen aan de kiesbevoegdheidsvoorwaarden. Na raadpleging van hun strafregister, weert het de personen die met toepassing van de artikelen 6 tot 9bis van het Kieswetboek vervallen verklaard zijn van hun kiesrechten of geschorst zijn in de uitoefening ervan wegens een in België uitgesproken of door een Belgisch rechtscollege uitvoerbaar verklaarde gerechtelijke veroordeling of beslissing.
Er wordt een procedure van bezwaar tegen de weigering van inschrijving op de lijst ingesteld. Het bijzonder stembureau doet binnen acht dagen na ontvangst van het bezwaarschrift uitspraak. De betrokkenen kunnen beroep instellen bij het Hof van Beroep van Brussel.
Artikel 7
Dit artikel handelt over de oproeping van de kiezers die in het buitenland verblijven. Aangezien zij geacht worden te verblijven in de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (artikel 5), kunnen zij naar keuze stemmen voor kandidatenlijsten die zijn voorgedragen voor het Nederlands kiescollege of voor kandidatenlijsten die zijn voorgedragen voor het Franse kiescollege. Zij krijgen dus hetzelfde stembiljet als de kiezers in de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.
Artikel 8
Dit artikel geeft de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde de opdracht de vereiste hoeveelheid stembiljetten te laten drukken voor de stemming van de in het buitenland verblijvende kiezers.
Artikel 9
Deze bepaling handelt over de stemming per brief die wordt ingesteld voor de Belgische kiezers die in het buitenland verblijven. Zij legt de procedure vast die gevolgd moet worden voor de eigenlijke stemming en voor de verzending van de stembiljetten naar het bijzonder stembureau.
Charles-Ferdinand NOTHOMB. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 2 van het Kieswetboek, opgeheven door de wet van 16 juli 1993, wordt opnieuw opgenomen in de volgende redactie :
« Art. 2. De hoedanigheid van kiezer voor de verkiezing van de rechtstreeks verkozen senatoren kunnen verkrijgen de Belgen die hun werkelijke woonplaats in het buitenland gevestigd hebben, die voldoen aan de in artikel 1, § 1, 2º en 4º, bedoelde kiesbevoegdheidsvoorwaarden en die daartoe bij de Belgische diplomatieke of consulaire post waarvan zij afhangen, aanvraag doen overeenkomstig hoofdstuk IIIbis van Titel II. »
Art. 3
Het opschrift van hoofdstuk I van titel II van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
« Lijst van de kiezers die in de bevolkingsregisters zijn ingeschreven. »
Art. 4
Tussen hoofdstuk III en hoofdstuk IV van titel II van hetzelfde Wetboek wordt een hoofdstuk IIIbis ingevoegd, dat de artikelen 34bis tot 34quinquies omvat en dat luidt als volgt :
« Lijst van de Belgische kiezers die hun werkelijke woonplaats in het buitenland hebben voor de verkiezing van de rechtstreeks verkozen senatoren.
Art. 34bis
Alle in artikel 2 bedoelde personen dienen hun aanvraag tot deelneming aan de stemming in door middel van een formulier waarvan het model door de minister van Binnenlandse Zaken wordt vastgesteld en dat behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op de dertigste dag vóór de dag van de verkiezing op de diplomatieke of consulaire post moet toekomen. Betrokkene moet bij deze gelegenheid het bewijs leveren :
1º dat hij de hoedanigheid van Belg bezit;
2º dat hij de volle leeftijd van achttien jaar heeft bereikt of zal bereiken op de dag van de verkiezing;
3º dat hij door de bevoegde overheden van de Staat waar hij gevestigd is, gemachtigd is werkelijk op het grondgebied van die Staat te verblijven.
Art. 34ter
Naarmate de aanvragen op de posten inkomen, worden zij overgezonden aan de minister van Buitenlandse Zaken in Brussel.
Nadat de regelmatigheid ervan is gecontroleerd, worden de aanvragen gerangschikt per verblijfstaat en vervolgens overgezonden aan de minister van Justitie die er voor ieder van de betrokkenen een uittreksel van zijn strafregister aan toevoegt.
De minister van Justitie zendt ze vervolgens, behoorlijk voorzien van dat uittreksel, over aan het in artikel 103bis bedoelde bijzonder kiesbureau.
Art. 34quater
Het in artikel 103bis bedoelde bijzonder stembureau maakt de lijst op van de in artikel 2 bedoelde kiezers met vermelding van naam, voornamen, geboortedatum, volledig adres en beroep voor ieder van hen.
De weigeringen van inschrijving op die lijst worden onmiddellijk bij ter post aangetekende brief ter kennis gebracht van de betrokkenen binnen acht dagen na ontvangst van de aanvraag door het bureau.
Binnen tien dagen na die kennisgeving kunnen dezen hun eventuele bezwaren doen gelden bij ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het in artikel 103bis bedoeld bijzonder stembureau.
Het bureau doet uitspraak binnen acht dagen na ontvangst van het bezwaarschrift en zijn beslissing wordt onmiddellijk bij ter post aangetekend schrijven ter kennis van de betrokkenen gebracht.
De betrokkenen kunnen beroep instellen bij het Hof van Beroep van Brussel binnen een termijn van acht dagen te rekenen van de datum van de kennisgeving.
Is die termijn verstreken, dan wordt de beslissing van het bureau definitief.
Het beroep wordt ingesteld door middel van een verzoekschrift dat aan de procureur-generaal bij het Hof van Beroep van Brussel wordt afgegeven. Die licht het bureau onmiddellijk hierover in.
De partijen beschikken over een termijn van tien dagen, te rekenen van de afgifte van het verzoekschrift, om nieuwe conclusies neer te leggen. Is die termijn verstreken, dan zendt de procureur-generaal binnen twee dagen het dossier, waaraan de nieuwe stukken of conclusies zijn toegevoegd, aan de hoofdgriffier bij het Hof van Beroep van Brussel, die de ontvangst ervan bevestigt.
De artikelen 28 tot 34 van het Kieswetboek zijn mede van toepassing. Voor de toepassing ervan moeten in artikel 33, derde lid, evenwel de woorden « het college van burgemeester en schepenen » vervangen worden door de woorden « de voorzitter van het in het artikel 103bis bedoelde bijzonder stembureau ».
Art. 34quinquies
Het in artikel 103bis bedoelde bijzonder stembureau is gehouden exemplaren of afschriften van de lijst van de Belgische kiezers die in het buitenland verblijven, zodra zij is opgesteld, af te geven aan de personen die namens een politieke partij handelen en die, uiterlijk de drieëndertigste dag vóór de dag van de verkiezing, erom verzoeken bij ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van dat bureau.
Elke politieke partij kan twee exemplaren of afschriften van die lijst kosteloos verkrijgen voor zover zij een kandidatenlijst voor de verkiezing van de door het Franse of het Nederlandse kiescollege rechtstreeks verkozen senatoren indient.
Dat voordeel mag door het bureau niet worden geweigerd als de aanvraag van exemplaren is ingediend door toedoen van de minister van Binnenlandse Zaken en als deze verklaard heeft dat de hoedanigheid van de indiener van de aanvraag hem bekend is.
De afgifte aan de in het eerste lid bedoelde personen van bijkomende exemplaren of kopieën geschiedt tegen betaling van een som gelijk aan de door het bijzonder stembureau vast te stellen kostprijs.
Dient de politieke partij geen kandidatenlijst in, dan mag zij geen gebruik meer maken van de kiezerslijst, ook niet voor verkiezingsdoeleinden. Gebeurt dat toch, dan zijn de straffen bepaald in artikel 197bis , van het Kieswetboek van toepassing.
Artikel 17, §§ 2 en 3, van het Kieswetboek is van overeenkomstige toepassing. »
Art. 5
Artikel 87bis van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het volgende lid :
« De in artikel 2 bedoelde kiezers worden geacht te verblijven in de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. »
Art. 6
In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 103bis ingevoegd, luidende :
« Artikel 103 bis. Ten minste 35 dagen vóór de dag van de verkiezing, wordt bij het ministerie van Binnenlandse Zaken een bijzonder stembureau samengesteld, dat tot taak heeft de definitieve lijst van de in artikel 2 bedoelde Belgische kiezers vast te stellen, die kiezers ter stemming op te roepen door toezending van een stembiljet aan hun verblijfplaats in het buitenland en die stembiljetten, naarmate zij door de betrokkenen worden teruggezonden, te bewaren tot bij het begin van de stemopnemingsverrichtingen.
Het bureau wordt voorgezeten door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel of, bij zijn ontstentenis, door de magistraat die hij daartoe aanwijst. Behalve de voorzitter omvat het bureau vier bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris. De bijzitters en de plaatsvervangende bijzitters alsmede de secretaris worden aangewezen door de voorzitter uit de personeelsleden van niveau 1 of niveau 2 van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
De regel van de taalpariteit is van toepassing op de samenstelling van het stembureau, met inbegrip van de secretaris.
De stembiljetten afkomstig van de Belgische kiezers die in het buitenland verblijven, worden behandeld door de stemopnemingsbureaus van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. »
Art. 7
Artikel 107ter van hetzelfde Wetboek, opgeheven door de wet van 16 juli 1993, wordt opnieuw opgenomen in de volgende redactie :
« Artikel 107 ter. § 1. Zodra het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, met toepassing van artikel 129, het vereiste aantal stembiljetten voor de Belgische kiezers die in het buitenland verblijven, heeft toegezonden aan het in artikel 103bis bedoelde bijzonder stembureau, roept dat bureau die kiezers ter stemming op door hen ter post aangetekend aan hun verblijfplaats in het buitenland een omslag toe te zenden bevattende :
1º een retouromslag A met het adres van het bijzonder stembureau;
2º een omslag B met daarin een stembiljet conform de bij dit Wetboek gevoegde modellen II d , II e , II f of II g , en op de keerzijde gemerkt met een stempel die de datum van de verkiezing draagt alsmede de vermelding « stemming van Belgen in het buitenland »;
3º de onderrichtingen voor de kiezer conform het bij deze wet gevoegde model I.
§ 2. Het model van de in § 1 bedoelde omslagen wordt door de minister van Binnenlandse Zaken bepaald. »
Art. 8
Artikel 129 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld als volgt :
« De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde gelast, buiten het drukken van de nodige stembiljetten voor de stemverrichtingen in zijn kieskring, ook het drukken van het vereiste aantal stembiljetten voor de in artikel 2 bedoelde kiezers. Daartoe steunt hij op de mededeling die hem is gedaan ter uitvoering van artikel 34quater .
Zodra die stembiljetten gedrukt zijn, zendt de voorzitter ze, onder verzegelde omslag, aan de voorzitter van het in artikel 103bis bedoelde bijzonder stembureau, om dit bureau in staat te stellen de kiezers voor wie ze bestemd zijn, ter stemming op te roepen. Op de omslag wordt het aantal stembiljetten vermeld dat hij bevat.
Die omslag mag niet worden ontzegeld en geopend dan in aanwezigheid van het regelmatig samengesteld bijzonder stembureau. De stembiljetten worden onmiddellijk nageteld en de uitslag wordt in het proces-verbaal opgetekend. »
Art. 9
In titel IV van hetzelfde Wetboek wordt een hoofdstuk IIIter ingevoegd, dat een artikel 147ter bevat, luidende :
« Hoofdstuk IIIter . Stemming per brief.
Art. 147ter
§ 1. De kiezers die op de in artikel 34quater bedoelde lijst zijn ingeschreven, brengen hun stem per brief uit volgens de hierna bepaalde procedure.
De kiezer brengt zijn stem uit op het stembiljet dat in de neutrale omslag B, bedoeld in artikel 107ter , § 1, 2º, steekt. Nadat hij het behoorlijk dichtgevouwen stembiljet in die omslag heeft geschoven, sluit hij de omslag.
In de retouromslag A die hij aan het in artikel 103bis bedoelde bijzonder stembureau zendt, steekt de kiezer de neutrale omslag B die het stembiljet bevat.
§ 2. De retouromslagen moeten bij het bijzonder stembureau inkomen uiterlijk de dag van de verkiezing om 13 uur.
§ 3. Het bijzonder stembureau opent die omslagen naarmate zij inkomen. De namen van de kiezers worden op de met toepassing van artikel 34quater opgemaakte lijst aangestipt. De neutrale omslagen B met de stembiljetten worden behoorlijk gesloten bewaard tot bij het begin van de stemopnemingsverrichtingen.
§ 4. De dag van de stemming, op het voor het begin van de stemopnemingsverrichtingen gestelde uur, laat de voorzitter van het bijzonder stembureau die omslagen tegen ontvangstbewijs aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde overhandigen.
Die voorzitter verdeelt die omslagen gelijkelijk over de stemopnemingsbureaus van zijn kanton. »
Art. 10
Artikel 152 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het volgende lid :
« De stemopnemingsbureaus van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde kunnen evenwel hun verrichtingen pas aanvangen op het in het eerste lid bepaalde uur nadat zij de stembiljetten afkomstig van de Belgische kiezers die in het buitenland verblijven, vermengd hebben met de andere stembiljetten. »
Art. 11
Artikel 210 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het volgende lid :
« Dezelfde straffen zijn van toepassing op de in het buitenland verblijvende Belgen die op de in artikel 34quater bedoelde kiezerslijst zijn ingeschreven en niet aan de stemming hebben deelgenomen. »
Charles-Ferdinand NOTHOMB. Hugo VANDENBERGHE. Hugo COVELIERS. |