1-27

1-27

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 29 FÉVRIER 1996

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 29 FEBRUARI 1996

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER HOSTEKINT AAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN FINANCIEN EN BUITENLANDSE HANDEL OVER « DE WEDDINGSCHAPPEN TIJDENS WIELERWEDSRIJDEN »

QUESTION ORALE DE M. HOSTEKINT AU VICE-PREMIER MINISTRE ET MINISTRE DES FINANCES ET DU COMMERCE EXTÉRIEUR SUR « LES PARIS FAITS PENDANT LES COURSES CYCLISTES »

De Voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Hostekint aan de Vice-Eerste minister en minister van Financiën en Buitenlandse Handel over « de weddingschappen tijdens wielerwedstrijden ».

Het woord is aan de heer Hostekint.

De heer Hostekint (SP). ­ Mijnheer de Voorzitter, aanstaande zaterdag begint officieel het Belgisch wielerseizoen met de « Omloop het Volk ». Het is lang geleden dat de verwachtingen rond de prestaties van de Belgische wielrenners nog zo hoog gespannen waren. De doorbraak van wielerbelofte Frank Vandenbroucke zal hieraan zeker niet vreemd zijn. Het wielerseizoen loopt van begin maart tot begin oktober. In die periode worden in het totaal, voor alle categorieën samen, meer dan drieduizend wedstrijden georganiseerd, wat bewijst dat de wielersport in ons land zeer populair blijft.

De organisatoren van wielerwedstrijden worden vooral in West- en Oost-Vlaanderen reeds jaren geconfronteerd met het probleem van weddingschappen die tijdens de wedstrijd op de openbare weg worden aangegaan. Het blijkt dat hierdoor problemen ontstaan inzake de bescherming van minderjarigen en het eerlijk verloop van de wedstrijden. Ik benadruk dat ik hoegenaamd niet wil pleiten voor een verbod op dergelijke weddingschappen, die tot de folklore van een wielerwedstrijd behoren, maar wel voor een betere reglementering in het belang van alle betrokken partijen : organisatoren, wielrenners, publiek en bookmakers die te goeder trouw zijn.

Ik wil de minister dan ook de volgende vragen stellen. Is het probleem hem bekend ? Wat is zijn standpunt over weddingschappen tijdens wielerwedstrijden ? Overweegt hij maatregelen te nemen om deze beter te reglementeren ?

De Voorzitter. ­ Het woord is aan minister Poncelet die antwoordt namens de Vice-Eerste minister en minister van Financiën en Buitenlandse Handel.

De heer Poncelet, minister van Landsverdediging. ­ Mijnheer de Voorzitter, minister Maystadt heeft mij gevraagd het volgende antwoord voor te lezen.

Deze vraag gaat over weddingschappen op het resultaat van wielerwedstrijden die tijdens het wedstrijdverloop langs de openbare weg worden aangegaan. Allereerst vestig ik de aandacht van de heer Hostekint erop dat mijn bevoegdheid beperkt is tot de fiscale aspecten van dergelijke weddingschappen. Op dat vlak kan ik het volgende meedelen.

In artikel 43 van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, is het principe ingeschreven van de taxatie van de sommen ingezet bij spelen en weddingschappen waar deze ook plaatsvinden, zelfs in privé-kring. De weddingschappen waarover de heer Hostekint het heeft, zijn dus ongetwijfeld aan deze belasting onderworpen. Er is dus geen probleem op het vlak van de principes, maar wel op dat van controle en eventuele vastelling van de fiscale overtredingen.

Het is duidelijk dat de organisatie van een waterdichte controle langs het parcours van een wielerwedstrijd, dat zich over een lengte van meer 200 kilometer kan uitstrekken, nagenoeg onmogelijk is. Het spreekt niettemin vanzelf dat de ambtenaren en beambten bevoegd voor het vaststellen van overtredingen inzake spelen en weddingschappen ook in deze omstandigheden niet mogen afzien van het uitvoeren van controles.

De Voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Hostekint voor een repliek.

De heer Hostekint (SP). ­ Mijnheer de Voorzitter, ik dank minister Poncelet voor het antwoord dat hij gaf namens de minister van Financiën. Ik kan begrijpen dat hij alleen geïnteresseerd is in het fiscaal aspect van de weddingschappen.

Bij deze problematiek zijn ook de Gewesten en de Gemeenschappen betrokken. Zo is onder meer de Vlaamse minister verantwoordelijk voor Sport, bevoegd voor bepaalde aspecten. De minister verwijst in zijn antwoord naar omlopen van 200 kilometer. Hij denkt daarbij wellicht aan beroepsrennerswedstrijden of aan klassiekers voor beroepsrenners. Nochtans komen scheeftrekkingen van de uitslag door combines onder wielrenners niet zozeer voor in wedstrijden voor beroepsrenners, maar vooral in wedstrijden voor liefhebbers en junioren. Het is in de eerste plaats op dat vlak dat er maatregelen moeten worden genomen. Ik geef toe dat hier een bevoegdheidsprobleem kan rijzen, maar het antwoord van de minister kan een eerste aanzet zijn om verder te ijveren voor een goede reglementering van wielerwedstrijden. Dit is niet alleen in het belang van de wielrenners, maar ook van het publiek.

De Voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.