1-379/1 | 1-379/1 |
9 JULI 1996
In 1989 is Cuba in enkele maanden tijd al zijn economische en politieke steunpunten kwijtgeraakt. Directe oorzaak was het uiteenvallen van de Sovjetunie en de ontbinding van de Comecon. De Cubaanse economie was sinds 1962 volledig afgestemd op die van de Sovjetunie en de Comecon; meer dan 90 pct. van de Cubaanse export ging naar deze landen. De reden hiervan was de beslissing van de Amerikaanse regering, in januari 1959, om Cuba economisch, financieel en commercieel te boycotten als reactie op de machtsgreep van Fidel Castro in Havana.
Dit embargo werd in 1961 nog verscherpt « wegens de anti-democratische en socialistische politiek » van Cuba. In 1962 werd zelfs elke vorm van handel met het eiland verboden. Hierdoor raakte Cuba zowel economisch als politiek afgestemd op de « landen van het socialistisch blok ».
De ineenstorting van het communisme heeft dan ook dramatische gevolgen voor de Cubaanse economie. Het eiland is nu bijna volledig geïsoleerd geraakt. Vooral de burgerbevolking ondervindt daarvan de gevolgen. Voedsel wordt als rechtstreeks gevolg van het Amerikaanse embargo noodgedwongen gerantsoeneerd. Geneesmiddelen en andere produkten van medische aard bereiken Cuba niet meer, waardoor de gezondheidszorg, die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie nergens in Centraal- en Latijns-Amerika geëvenaard wordt, in gevaar komt. De Cubaanse regering zag zich verplicht een noodplan uit te werken om de steeds schaarser wordende voedingsmiddelen te rantsoeneren. Eerste levensbehoeften verdwijnen steeds vaker naar de zwarte markt, die de economie nog meer ontregelt.
De voedsel- en gezondheidssituatie op het eiland verslechterde verder als gevolg van de door het Congres van de Verenigde Staten aangenomen en door ex-president Bush ondertekende wet-Torricelli (de Cuban Democracy Act ) van 23 oktober 1992. Die wet verbiedt elke vorm van handel met Cuba, met uizondering van toegestane leveranties in het kader van humanitaire hulp en voedselhulp. De wet-Torricelli heeft onaanvaardbare gevolgen, die de grenzen van de Verenigde Staten overschrijden. In de eerste plaats mogen de in derde landen gevestigde bedrijven, die eigendom zijn van of gecontroleerd worden door Amerikanen, geen handel drijven met Cuba, hetgeen het handelsverkeer met Cuba ernstig belemmert en neerkomt op een secundair embargo op de Belgische uitvoer naar de Verenigde Staten. In de tweede plaats krijgen koopvaardijschepen die ook Cuba aandoen, geen toegang tot de Amerikaanse havens, hetgeen zonder meer een beperking vormt van de vrije scheepvaart voor Belgische rederijen.
De door het Congres van de V.S. aangenomen en door president Clinton ondertekende wet Helms-Burton (de Cuban Liberty and Democratic Solidarity Act ) van 12 maart 1996 versterkt nog de wet Torricelli. Zij accentueert de politiek van confrontatie en isolement ten overstaan van Cuba en bevat nieuwe en niet-acceptabele elementen van extra-territorialiteit. Met name wordt de toegang tot het Amerikaanse grondgebied ontzegd aan buitenlandse zakenlui, hun familieleden en aandeelhouders die voordeel halen uit geconfisceerde eigendommen op Cuba (Titel IV van de wet). Aan hen zullen bijgevolg geen visa meer worden verstrekt. Daarnaast stipuleert Titel III van dezelfde wet dat de VS-rechtbanken bevoegd zijn om zich uit te spreken over schade-eisen, gesteld door VS-onderdanen tegen buitenlanders (fysieke personen en ondernemingen), die voordeel halen uit de geconfisceerde eigendommen. Luidens een belangrijke bepaling van die wet beschikt de president over de bevoegdheid om de toepassing van Titel III op te schorten, indien een dergelijke beslissing de nationale belangen van de V.S. dient.
De wet Helms-Burton is betwistbaar, aangezien de Verenigde Staten in andere gevallen principiële bezwaren heeft tegen extra-territoriale toepassing van buitenlandse wetten of handelsembargo's. De Export Administration Act van 1969 bevat zelfs een specifieke bepaling, de « Foreign Antiboycot Provision », die Amerikaanse bedrijven verbiedt zich aan buitenlandse boycots te conformeren. De Verenigde Staten verwerpen aldus buitenlandse boycots, maar eisen dat eigen boycots in acht worden genomen.
De wet Helms-Burton is, zoals de wet-Torricelli, ontegensprekelijk in strijd met het internationaal recht. Het internationaal rechtsbestel laat landen de vrijheid om ter bescherming van de eigen nationale belangen handelsbeperkende maatregelen te nemen, maar het opleggen van dergelijke maatregelen aan derde landen wordt niet gelegitimeerd. De extra-territoriale effecten van deze wet zijn bijgevolg internationaalrechtelijk zeer betwistbaar en in strijd met de in het kader van de G.A.T.T. en de Wereldhandelsorganisatie (W.H.O.) gesloten internationale akkoorden.
De Senaat is bezorgd over de situatie van de mensenrechten op Cuba. Zij deelt de zorg van de Amerikaanse regering en het Amerikaanse Congres om de democratie, de mensenrechten en het ontbreken van economische hervormingen op Cuba. Zij steunt ook de pogingen die op het vlak van de Europese Unie worden ondernomen om de Cubaanse autoriteiten tot een koerswijziging op die vlakken aan te zetten en daarmee een normalisering van de betrekkingen met de V.S. te vergemakkelijken.
De Senaat is bereid ook op andere vlakken mee te werken aan de normalisering van het politieke en economische leven op Cuba. Met deze resolutie wil zij een nieuwe basis creëren voor de economische samenwerking met Cuba. Hierbij wordt uitgegaan van de vaststelling dat de Amerikaanse boycot tegen Cuba generlei reden van bestaan meer heeft en politiek allesbehalve efficiënt is. Economisch veroordeelt zij Cuba tot de onderontwikkeling. Meer zelfs, deze boycot belemmert juist mogelijke positieve ontwikkelingen op het eiland. Zij viseert jammer genoeg enkel de Cubaanse burgerbevolking, die voedsel, medicijnen en eerste levensbehoeften moet ontberen. In tegenstelling tot het Amerikaanse Congres is de Senaat van oordeel dat een politieke en economische dialoog met Cuba het beste instrument is om in dat land een hervormingsproces op gang te krijgen.
In het licht hiervan pleit de Senaat voor een volledige opheffing van het Amerikaanse embargo tegen Cuba. De wet Helms-Burton is een slechte wet. Deze wet is namelijk in strijd met het internationale recht en heeft een principieel ontoelaatbare extraterritoriale strekking. Zij schaadt de betrekkingen tussen de V.S. en de Europese Unie, de economische en handelsbelangen (van firma's uit) de Europese Unie en op de keper beschouwd ook de Amerikaanse nationale belangen. In de resolutie wordt dan ook gepleit voor de intensifiëring van de dialoog tussen België en Cuba om te komen tot verbeterde bilaterale betrekkingen. Zij verzoekt de Belgische Regering de humanitaire steun aan de Cubaanse bevolking uit te breiden en in het kader van de Europese Unie verder te ijveren voor een samenwerkingsakkoord tussen de Europese Unie en Cuba.
Patrick HOSTEKINT. |
De Senaat,
Overwegende dat de Verenigde Staten sedert 1962 ten opzichte van de Republiek Cuba een volledig economisch, financieel en handelsembargo toepassen;
Overwegende dat de economie van Cuba als gevolg van het uiteenvallen van de Sovjetunie volledig is ingestort;
Akte nemend van de door het Congres van de Verenigde Staten aangenomen « Cuban Democracy Act » (wet Torricelli), ondertekend door president Bush op 23 oktober 1992, die het embargo tegen Cuba uitbreidt en is gebaseerd op het ontoelaatbare beginsel van de extraterritorialiteit, en dus in strijd is met de vrije uitoefening van de soevereiniteit van de Staten;
Akte nemend van de door het Congres van de V.S. aangenomen « Cuban Democracy Act » (wet Helms-Burton), ondertekend door president Clinton op 12 maart 1996, die het embargo tegen Cuba nog verstrakt en het internationaalrechtelijk betwistbare beginsel van de extraterritorialiteit nog uitbreidt;
Overwegende dat de « Cuban Democracy Act », die strijdig is met het internationaal recht en door de internationale gemeenschap werd verworpen, ernstige gevolgen heeft voor Belgische en Europese bedrijven;
Overwegende dat de economische, handels- en financiële blokkade door de Verenigde Staten zeer nadelige gevolgen heeft voor de Cubaanse bevolking en haar de voedingsmiddelen, medicijnen en eerste levensbehoeften ontzegt;
Akte nemend van de resolutie 5010 die door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 2 november 1995 werd aangenomen voor de opheffing van de economische, commerciële en financiële blokkade van Cuba en die ook door België werd gestemd;
Akte nemend van het feit dat de Europese Unie op 26 september 1995, bij monde van de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken Javier Solana, de blokkade tegen Cuba veroordeeld heeft en dit standpunt mee werd goedgekeurd door België;
Akte nemend van de resolutie van het Europees Parlement m.b.t. de handel met Cuba, Iran en Libië van 24 mei 1996.
Akte nemend van het feit dat de Europese Commissie medio juni 1996 klacht heeft neergelegd tegen de V.S. bij de Wereldhandelsorganisatie, wegens schending van de wereldhandelsovereenkomst G.A.T.T. van 1994;
De Senaat,
Betuigt zijn steun aan de Europese Commissie en de Raad in hun afwijzing van de extra-territoriale elementen in de huidige handelswetgeving van de V.S.;
Veroordeelt de wet-Helms-Burton en alle door de V.S. eenzijdig getroffen bepalingen tegen de vrije wereldhandel, waarvan de extra-territoriale gevolgen schade berokkenen aan de economische en handelsbelangen van de Europese Unie, haar Lid-Staten en dus ook België;
Doet een beroep op het Congres en de Regering van de V.S. om alles in het werk te stellen om het multilaterale handelsstelsel in het kader van de W.H.O. te eerbiedigen en verder te ontwikkelen.
Verzoekt de Belgische Regering er bij de Regering en het Congres van de Verenigde Staten op aan te dringen een einde te maken aan het economisch, handels- en financieel embargo tegen Cuba;
Verzoekt de Belgische Regering zich niet te voegen naar de inhoud van de wet Helms-Burton;
Verzoekt de Belgische Regering in dit verband de vereiste initiatieven te nemen, zodat de Belgische ondernemingen en/of ondernemingen met een zetel in België hun handel met Cuba normaal kunnen afwikkelen;
Verzoekt de Belgische Regering de nodige initiatieven te nemen om te voorkomen dat in de Europese Unie gevestigde ondernemingen zich onderwerpen aan de extra-territoriale maatregelen van de wet Helms-Burton;
Spreekt de wens uit dat de dialoog tussen België en Cuba wordt geïntensifieerd en wenst dat de Belgische Regering verder ijvert voor een samenwerkingsakkoord tussen de Europese Unie en Cuba;
Verzoekt de Belgische Regering de humanitaire steun aan de bevolking van Cuba uit te breiden en daartoe programma's op te zetten die gericht zijn op de elementaire behoeften van de bevolking;
Verzoekt haar Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Belgische Regering, de Nationale Volksvergadering van Cuba, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de President en het Congres van de Verenigde Staten, de Commissie van de Europese Unie, het Europees Parlement en het Latijns-Amerikaanse parlement.
Patrick HOSTEKINT. Paula SÉMER. |