Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1899

van Maud Vanwalleghem (cd&v) d.d. 8 februari 2023

aan de vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post

Burgerlijke stand - Ambtenaren - Menswaardige omkadering - Levenloos geboren kind - Opstelling van de akte - Interactie met de ouders - Opleiding

burgerlijke stand
ambtenaar
bestuursmaatregel
kindersterfte
voortdurende bijscholing

Chronologie

8/2/2023Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/3/2023)
19/2/2023Antwoord

Vraag nr. 7-1899 d.d. 8 februari 2023 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: het inrichten en optimaliseren van een menswaardig beleid voor levenloos geboren kinderen en hun ouders heeft betrekking op de federale overheid en op de deelstaten.

In maart 2019 kende de regelgeving met betrekking tot de akten van levenloos geboren kinderen wijzigingen. Sindsdien is het ook mogelijk om na een zwangerschapstermijn tussen 140-179 dagen waarbij een kind levenloos geboren wordt, een dergelijke akte te laten opstellen. Hiervoor dienen de ouders een verklaring af te leggen bij een ambtenaar van de burgerlijke stand (cf. artikel 58 van het Burgerlijk Wetboek).

Daarom volgende vragen:

1) Krijgen de ambtenaren van de burgerlijke stand een specifieke opleiding om te leren omgaan met de specificiteit en gevoeligheden die kunnen ontstaan in een bureaucratische interactie met ouders van levenloos geboren kinderen?

2) Indien ja, waaruit bestaat deze opleiding?

3) Indien neen, zal er in de nabije toekomst een opleiding voorzien worden?

4) Op welke manier heeft u in uw beleid aandacht voor een menswaardige omkadering voor ouders die een kindje verloren zijn én voor ambtenaren die hiermee in aanraking komen?

Antwoord ontvangen op 19 februari 2023 :

De wetgeving inzake opmaak van akten van levenloze kinderen behoort tot de bevoegdheid van de minister van Justitie. Het contact tussen de burger en de ambtenaar van burgerlijke stand behoort tot de bevoegdheid van de gemeenten die op haar beurt onder voogdij van de Gewesten staan.

Ik adviseer om die reden om de vraag voor te leggen aan de ministers van de deelstaten die bevoegd zijn voor de lokale besturen.