|
|
Humaan immunodeficiëntievirus (HIV) - Pre-expositie profylaxe (PrEP) - Gebruik - Cijfers - Evolutie - Voorwaarden - Aidsreferentiecentra - Opstarten van PrEP-gebruik - Wachttijden - Testen - Kostprijs - Terugbetaling
aids
geneeswijze
officiële statistiek
geneesmiddel
voorkoming van ziekten
| 25/10/2022 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/11/2022) |
| 8/2/2023 | Rappel |
Verantwoording van de transversale en interfederale aard: preventie in gezondheidszorg is een bevoegdheid van de deelstaten. De pre-expositie profylaxe (PrEP) is een belangrijk middel in de preventie van het humaan immunodeficiëntievirus (HIV). De bevoegdheid rond medicatiegebruik en voorschrijfgedrag behoort toe aan de federale minister van Volksgezondheid. De geachte minister werkt momenteel aan het Interfederale HIV-Plan 2020-2026.
PrEP (in het Engels: «Pre-Exposure Prophylaxis») is een medicijn dat zeer effectief beschermt tegen de overdracht van HIV bij een onbeschermd seksueel contact. Wanneer het wordt gebruikt volgens voorschrift, beschermt PrEP met een effectiviteit van 99 %. De introductie van PrEP kan dan ook een echte «gamechanger» betekenen op het vlak van HIV-preventie. Sinds 1 juni 2017 is PrEP in België beschikbaar voor personen met een verhoogd risico op een HIV-infectie.
Er zijn verschillende «PrEP medicijnen» op de markt. Het medicijn dat in België beschikbaar is sinds 2017, is «Truvada». Dat kost 527,40 euro voor een doos van dertig tabletten. Als men voldoet aan de voorwaarden voor terugbetaling, betaalt men maximaal 11,90 euro voor een doos. PrEP kan zowel periodiek als dagelijks genomen worden, afhankelijk van het seksuele gedrag en geslacht.
De categorie die in aanmerking komt voor PrEP is strikt gedefinieerd op basis van een inschatting van het risico op HIV. Bovendien is de terugbetaling van PrEP gekoppeld aan een aantal voorwaarden. Zo dient men ervoor langs te gaan bij een aidsreferentiecentrum en dient men driemaandelijks opgevolgd te worden. Bij de opvolging worden seksueel overdraagbare aandoeningen (soa)- en hiv-testen afgenomen en worden eventuele nevenwerkingen van het medicatiegebruik op de lever en nieren nagegaan door middel van bloed- en urinetesten. Dat betekent dat elke PrEP-gebruiker vier keer per jaar een afspraak moet maken op het aidsrefentiecentrum.
Ook de huisarts mag PrEP voorschrijven, maar in dat geval is er geen terugbetaling door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV). De huisarts is evenzeer in de mogelijkheid om de vereiste tussentijdse testen af te nemen (zowel soa-testen als testen op schadelijke nevenwerkingen). Als men echter via het aidsreferentiecentrum toegang wil krijgen tot de terugbetaalde PrEP-medicatie dan dienen deze tussentijdse testen ook door het aidsreferentiecentrum te worden erkend.
1) Hoeveel unieke personen maakten sinds 2017, per jaar tot op heden, gebruik van PrEP via een aidsreferentiecentrum? Graag kreeg ik cijfers:
a) indien mogelijk per leeftijd en geslacht;
b) per aidsreferentiecentrum.
2) Hoeveel unieke personen maakten sinds 2017, per jaar tot op heden, gebruik van PrEP via een huisarts? Graag kreeg ik cijfers:
a) indien mogelijk per leeftijd en geslacht;
b) indien mogelijk per provincie.
3) Hoeveel PrEP-gebruikers worden momenteel door de aidsreferentiecentra opgevolgd? Dat wil zeggen, het aantal personen die al een eerste voorschrift ontvingen en elke drie maanden terugkomen voor opvolging. Graag kreeg ik cijfers:
a) indien mogelijk per leeftijd en geslacht;
b) per aidsreferentiecentrum.
4) Welk percentage van de PrEP-gebruikers kan men beschouwen als eenmalige gebruikers? Dat wil zeggen, het aandeel personen die een eerste voorschrift ontvingen via een aidsreferentiecentrum maar vervolgens niet meer terugkomen voor opvolging en nieuwe voorschriften.
5) Hoe lang is de gemiddelde wachttijd om een afspraak te krijgen in een aidsreferentiecentrum voor de opstart van PrEP-gebruik (nieuwe gebruiker)? Graag kreeg ik cijfers:
a) per aidsreferentiecentrum;
b) per jaar.
6) Is er een impact van het apenpokkenvirus op de wachttijden bij de aidsreferentiecentra voor het opstarten van PrEP-gebruik, alsook voor het krijgen van een afspraak voor de driemaandelijkse opvolging?
7) Hoeveel bedraagt de eigen financiële inbreng van de PrEP-gebruiker in de kostprijs van soa-testen en bloedtesten die driemaandelijks dienen afgenomen te worden? Is deze kostprijs gelijk voor de verschillende aidsreferentiecentra? Als de kostprijs verschillend is naargelang het aidsreferentiecentrum, dan graag een verklaring hiervoor.
8) Indien een PrEP-gebruiker een tussentijdse opvolging (soa- en bloedtest) laat uitvoeren door de huisarts in plaats van op het aidsreferentiecentrum, wordt deze test dan ook erkend door het aidsreferentiecentrum in functie van de terugbetaling bij een volgend PrEP-voorschrift? Of zijn er verschillende protocollen van toepassing naargelang van het aidsreferentiecentrum?