Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1717

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 14 juli 2022

aan de minister van Energie

Gasvoorraden - Overslagcapaciteit in Zeebrugge - Herkomst en bestemming van het gas - Europese solidariteitsverplichting - Uitoefening van een voorafname

strategische reserve
energievoorziening
aardgas
energiebeleid
energieopslag
haveninstallatie
energietransport
officiële statistiek

Chronologie

14/7/2022Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/8/2022)
12/5/2023Antwoord

Vraag nr. 7-1717 d.d. 14 juli 2022 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: de impact van een krappe gasmarkt laat zich voelen op verschillende beleidsdomeinen. De aanpak van deze uitdaging is dus een gedeelde verantwoordelijkheid.

België heeft in Loenhout en Zeebrugge een relatief beperkte opslagcapaciteit voor gas. De vijf buffertanks in Zeebrugge doen dienst als overslagtanks. België is dus een transitieland voor gas. De eigenaar van de buffertanks, namelijk gasnetbedrijf Fluxys, is via de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) en Publigas voor 80 % in handen van de overheid.

Tussen de lidstaten van de Europese Unie (EU) is er een solidariteitsverplichting waardoor landen moeten bijspringen wanneer er gastekorten ontstaan. België exporteert op vandaag 3,5 keer het eigen verbruik naar Duitsland en Nederland.

Daarom volgende vragen:

1) Kan de geachte minister een overzicht geven van de herkomst van het gas in de buffertanks in Zeebrugge? Graag kreeg ik het procentueel aandeel.

2) Kan ze een overzicht geven van de bestemming van het gas in de buffertanks in Zeebrugge? Graag kreeg ik het procentueel aandeel.

3) Kan België een voorafname uitoefenen en gas uit de buffertanks in Zeebrugge aanwenden voor eigen gebruik? Waarom wel? Waarom niet?

4) Welke rol speelt de overslagcapaciteit in Zeebrugge in functie van de Europese solidariteitsverplichting? Kunnen deze gasvoorraden aangewend worden in functie van de verplichting om andere lidstaten bij te staan? Waarom wel? Waarom niet?

5) Aangezien België op vandaag 3,5 keer het eigen gasverbruik exporteert, kunnen we aannemen dat de kritische gasvoorraad voor deze winter reeds werd bereikt? Zo niet, dienen deze niet eerst bereikt te worden vooraleer België exporteert?

Antwoord ontvangen op 12 mei 2023 :

1) Gedurende de eerste vijf maanden van 2022 (meest recente gegevens beschikbaar) was de invoer van liquefied natural gas (LNG), uitgezonderd overslag, afkomstig uit:

Rusland

23,9 %

Qatar

39,4 %

VS

30,0 %

Egypte

2,2 %

Angola

2,2 %

Niet gespecifieerd

2,30 %

(Bron: FOD Economie, maandelijkse statistieken over gas verstuurd naar Eurostat)

2) Tijdens de laatste vijf maanden van dit jaar werd de grote meerderheid (97 %) van het geïmporteerde LNG (uitgezonderd overslag), hervergast om in het Belgische net te worden opgenomen (zodat het voor nationale consumptie of voor export naar onze buurlanden kon dienen). De resterende 3 % werd eerst opgeslagen in de LNG-tanks van de terminal alvorens uitgevoerd te worden naar andere bestemmingen.

Hieronder vindt u de verdeling naar land van bestemming van het LNG terug te vinden gedurende de eerste vijf maanden van het jaar.

China

31,6 %

Indonesië

12,3 %

Korea

12,1 %

Taiwan

7,6 %

Indië

7,5 %

Singapore

4,2 %

Frankrijk

4,1 %

Japan

3,9 %

Italië

3,8 %

Nederland

1,3 %

Zweden

0,9 %

Niet gespecifieerd

10,7 %

(Bron : FOD Economie, maandelijkse statistieken over gas verstuurd naar Eurostat)

3) Fluxys Belgium heeft een opslagvolume van 2 500 m³ LNG in Zeebrugge op een totaal volume van 386 000 m³. Deze capaciteit stelt de transmissienetbeheerder in staat het hoofd te bieden aan plotse gebeurtenissen die injectie van grote volumes vereisen om het evenwicht van het net te verzekeren.

Het noodplan bij aardgastekort voorziet niet in de mogelijkheid om LNG te vorderen uit de opslagtanks in Zeebrugge. Deze worden hoofdzakelijk gebruikt om de veiligheid en de doeltreffendheid van de activiteiten in de LNG-terminal te waarborgen. De aanwezigheid van LNG in deze tanks is afhankelijk van de activiteiten van de shippers en is noch automatisch, noch contractueel vereist. Het LNG in de tanks blijft ook eigendom van de shippers.

Deze vaststellingen zijn anders voor de opslaginstallatie van Loenhout. Het noodplan voorziet in de mogelijkheid om gasopslagvolumes en -capaciteiten op te vorderen (zie maatregel III-8).

4) Het Europese solidariteitsmechanisme bepaalt dat een lidstaat een beroep kan doen op de solidariteit van andere lidstaten wanneer die niet meer in staat is diens beschermde afnemers (hoofdzakelijk residentiële consumenten) te bevoorraden terwijl al diens andere afnemers (meer bepaald bedrijven) reeds zijn afgesneden. Het mechanisme voorziet erin dat maximaal gebruik wordt gemaakt van marktgebaseerde maatregelen wanneer wordt ingegaan op een verzoek om solidariteit: de volumes die door een lidstaat beschikbaar worden gesteld, moeten zoveel mogelijk vrijwillig (en tegen betaling) worden aangeboden door de houders van dat gas. Wanneer marktgebaseerde maatregelen niet voldoende zijn om aan de vraag naar solidariteit te voldoen, kunnen niet-marktgebaseerde maatregelen worden overwogen.

Dit betekent dat in geval van een verzoek om solidariteit van een andere lidstaat aan de eigenaars van het gas dat in de LNG-tanks in Zeebrugge is opgeslagen, zal worden gevraagd dit gas aan te bieden tegen een door hen vastgestelde vergoeding die ten laste komt van de lidstaat in nood. Een oproep tot solidariteit mag er in geen geval toe leiden dat afnemers die in een andere lidstaat door solidariteit beschermd zijn, worden afgesloten. LNG dat bestemd zou zijn voor de Belgische huishoudens zou dus niet kunnen worden gevorderd in antwoord op een oproep tot solidariteit.

5) Het vullen van de aardgasopslagplaatsen is een wezenlijk onderdeel van de Europese strategie om ons voor te bereiden op de komende winter. Daartoe hebben het Europees Parlement en de Raad op 29 juni 2022 een nieuwe verordening (EU 2022/1032) aangenomen die ervoor moet zorgen dat deze installaties worden gevuld. Deze verordening voorziet onder meer in een vullingsdoelstelling (80 % vóór 1 november) en vullingstrajecten waaraan de lidstaten zich moeten houden. De gebruikers van de opslagfaciliteiten zijn sinds begin mei begonnen met een snelle vulling van de faciliteit en het streefcijfer voor november werd reeds in juli bereikt.

Wat betreft de prioritering van de vulling van Loenhout met betrekking tot de doorvoer van aardgas, worden drie punten belicht:

1. Volgens het in België geldende marketingmodel voor opslagcapaciteit valt het daadwerkelijk vullen van de installatie onder de verantwoordelijkheid van de rechtspersonen die de opslagcapaciteit hebben gecontracteerd na een veilingmechanisme. Zolang deze marktspelers hun contractuele verplichtingen nakomen (met inbegrip van het traject en de vullingsdoelstelling die momenteel in de gereglementeerde documenten worden opgenomen) is het niet aan de overheid de prioriteit te bepalen tussen het vullen van hun opslagcapaciteit en hun andere activiteiten of verplichtingen. Deze mogelijkheid werd bovendien niet voorzien in de verordening (EU 2022/1032).

2. Een beperking van de doorvoer van aardgas via het Belgische netwerk kan ernstige gevolgen hebben voor de voorzieningszekerheid van andere Europese landen. Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne is België zijn Europese partners (met name Nederland en Duitsland) te hulp gekomen door aanzienlijke hoeveelheden gas, die zij niet meer uit het Oosten konden invoeren, naar hun grenzen te transporteren. Beperking van de uitvoer van aardgas uit België is alleen mogelijk wanneer deze maatregel noodzakelijk wordt geacht om het evenwicht op het Belgische aardgasvervoersnet te bewaren (cf. maatregel III.4 van het gasnoodplan).

3. De dagelijkse injectie van aardgas in de opslaginstallatie van Loenhout is in functie van de technische injectiecapaciteit.