|
|
Krankenhausreform - Deutschsprachige Gemeinschaft - Sicherung der Standorte - ländliche Gebiete
plattelandsgebied
ziekenhuis
Duitstalige Gemeenschap
gezondheidsbeleid
| 21/2/2022 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/3/2022) |
| 1/6/2022 | Antwoord |
Diese Frage bezieht sich auf die belgische Gesundheits- und Krankenhauspolitik, welche transversale Kompetenzen sind.
Die Deutschsprachige Gemeinschaft (DG) zählt derzeit zwei Krankenhausstandorte: St. Vith und Eupen. Aufgrund der geringen Bevölkerungszahl von etwa 77 000 Menschen haben diese beiden Standorte naturgemäß Schwierigkeiten die Normen zum Erhalt ihrer medizinischen Dienstleistungen zu erfüllen. Anders ausgedrückt, oftmals gibt es nicht ausreichend Patienten um den Normen zu entsprechen. Genügend medizinisches und pflegerisches Personal zu finden, welches der deutschen Sprache mächtig ist, ist ebenfalls eine besondere Herausforderung für die beiden deutschsprachigen Krankenhäuser.
Nicht zuletzt haben die Reformvorhaben in der Krankenhauslandschaft der letzten Jahre in der DG die Befürchtungen wachsen lassen, dass eines der Krankenhäuser in der DG gezwungen sein würde zu schließen. Zwar befürworte ich generell eine Reform der Krankenhausstruktur in Belgien, doch möchte ich ausdrücklich darauf hinweisen, dass eine solche Reform den Erhalt von zwei Krankenhäuser in der DG garantieren muss.
Man könnte zwar der Meinung sein, dass für 77 000 Menschen ein einziges Krankenhaus ausreicht, aufgrund der geographischen Lage und der territorialen Größe der DG ist dies jedoch undenkbar. Die DG ist 854 km² groß. Damit ist sie in der Fläche fünf Mal größer als die Region Brüssel-Hauptstadt. Um mit dem PKW von der südlichsten Gemeinde, Burg Reuland, in die nördlichste Gemeinde, Kelmis, zu gelangen, wird eine Fahrzeit von etwa 1,5 Stunden benötigt, ohne die eventuell erschwerenden Wetterbedingungen auf dem Hohen Venn zu berücksichtigen. Die Schließung eines der beiden deutschsprachigen Krankenhäuser hätte somit zur Folge, dass die Hälfte der Deutschsprachigen von einer deutschsprachigen Krankenhausversorgung ausgeschlossen würde.
Daher erlaube ich mir Ihnen folgende Fragen zu stellen:
1) Teilen Sie mit mir die Meinung, dass in der DG zwei Krankenhausstandorte mit jeweils angemessenen Dienstleistungen in deutscher Sprache auch zukünftig garantiert sein müssen?
2) Mit welchen Mitteln und Maßnahmen möchten Sie ggf. die beiden Krankenhäuser in der DG aufrecht erhalten?
3) Wie möchten Sie die Krankenhauslandschaft in ländlichen Gegenden generell stärken?
4) Welche Ansätze verfolgen Sie, um Spezialisierungen von Kliniken zu begünstigen?
_____________________
Deze vraag heeft betrekking op het Belgische gezondheids- en ziekenhuisbeleid, die transversale bevoegdheden zijn.
De Duitstalige Gemeenschap (DG) beschikt momenteel over twee ziekenhuisvestigingen: Sankt Vith en Eupen. Door het geringe inwonertal van ongeveer 77.000 mensen hebben deze twee vestigingen uiteraard moeite om te voldoen aan de normen voor de instandhouding van hun medische dienstverlening. Met andere woorden, er zijn vaak niet genoeg patiënten om aan de normen te voldoen. Voldoende medisch en verplegend personeel vinden dat de Duitse taal machtig is, vormt eveneens een bijzondere uitdaging voor de twee Duitstalige ziekenhuizen.
Ten slotte hebben de hervormingsplannen in de ziekenhuissector van de laatste jaren in de DG geleid tot een groeiende vrees dat een van de ziekenhuizen in de DG zou worden gedwongen te sluiten. Hoewel ik in het algemeen voorstander ben van een hervorming van de ziekenhuisstructuur in België, wil ik er toch uitdrukkelijk op wijzen dat een dergelijke hervorming het behoud van twee ziekenhuizen in de DG moet garanderen.
Men zou misschien van mening kunnen zijn dat één enkel ziekenhuis voor 77 000 mensen volstaat, maar door de geografische ligging en de territoriale uitgestrektheid van de DG is dit ondenkbaar. De DG heeft immers een oppervlakte van 854 km2 en is daarmee vijf keer groter dan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Met de auto van de zuidelijkste gemeente Burg Reuland naar de noordelijkste gemeente Kelmis rijden, duurt ongeveer 1,5 uur, zonder rekening te houden met mogelijke vertragingen door de weersomstandigheden in de Hoge Venen. De sluiting van een van de twee Duitstalige ziekenhuizen zou dus tot gevolg hebben dat de helft van de Duitstaligen verstoken zou blijven van Duitstalige ziekenhuiszorg.
Daarom ben ik zo vrij u de volgende vragen te stellen:
1) Bent u het met mij eens dat in de DG ook in de toekomst twee ziekenhuisvestigingen, elk met een adequate dienstverlening in het Duits, moeten worden gegarandeerd?
2) Met welke middelen en maatregelen zou u de twee ziekenhuizen in de DG eventueel in stand willen houden?
3) Hoe zou u het ziekenhuislandschap in landelijke gebieden in het algemeen willen versterken?
4) Hoe wilt u de specialisatie van ziekenhuizen bevorderen?
1) Für die Zulassung von Krankenhäusern sind die Teilstaaten zuständig. Die Entscheidung, ob zwei Krankenhäuser oder nur eines beibehalten werden sollen, fällt somit nicht in die föderale Zuständigkeit.
2) Derzeit erfolgt die föderale Finanzierung der Krankenhäuser hauptsächlich über drei Kanäle: den Finanzhaushalt, die Gebühren und die pharmazeutischen Spezialitäten. Diese Finanzierung ist an eine Aktivität gebunden, die im Allgemeinen unabhängig davon ist, ob diese Aktivität an einem oder mehreren Standorten angeboten wird. Allerdings gibt es in der Tat Akkreditierungsstandards, die noch nicht an das Konzept der Krankenhausnetze angepasst sind, was sich auf die Zusammenarbeit und die Fähigkeit zur Konzentration bestimmter Tätigkeiten auswirken kann. Im Rahmen des Netzausbaus müssen die verschiedenen Hindernisse beseitigt werden können, um eine optimale und bedarfsgerechte Versorgung zu gewährleisten.
3-4) Im Rahmen der Krankenhausreform ist der Grundsatz «Nahversorgung, wo möglich, konzentrierte Versorgung, wo nötig» das Leitprinzip für die Optimierung von Qualität und Effizienz der Versorgung der Bevölkerung.
Der Grundgedanke des Gesetzes über regionale Krankenhausnetze ist ein doppelter. Einerseits soll die Zusammenarbeit zwischen benachbarten Krankenhäusern gestärkt werden, damit Fachwissen und Investitionen gemeinsam genutzt werden können, um weiterhin einen gleichberechtigten Zugang für alle zu einer wohnortnahen Versorgung auf effiziente Weise zu gewährleisten. Andererseits wird angestrebt, die Versorgung komplexerer Erkrankungen auf eine begrenzte Anzahl von Referenzpunkten auf überregionaler Ebene zu konzentrieren.
Nun geht es darum, diese Ziele zu konkretisieren, um den Stellenwert der Netze in der künftigen Pflegeorganisation weiter zu klären.
Wir sehen ein schrittweises Vorgehen vor. Zunächst wird die Definition von lokaler versus überregionaler Versorgungsaufgabe konkretisiert.
Diese ortsgebundenen Versorgungsaufgaben innerhalb jeder Ortszone sollten in Zusammenarbeit zwischen den benachbarten Krankenhäusern sichergestellt werden. Dabei ist wichtig, dass je nach Pathologie darauf geachtet wird, dass eine angemessene und gleichmäßige Zugänglichkeit im gesamten vom Netz abgedeckten Bereich gewährleistet ist.
Ziel der Netze ist es, auf der Grundlage einer nachhaltigen Zusammenarbeit zwischen den Krankenhäusern einen gleichberechtigten Zugang zu einer qualitativ hochwertigen und wohnortnahen Versorgung für alle zu gewährleisten. Dies setzt voraus, dass auf Netzwerkebene gute Vereinbarungen über die Kontinuität der Versorgung getroffen werden, um die erforderliche Qualität und Patientensicherheit zu gewährleisten.
In vielen Fällen bedeutet dies eine Neuorganisation der klinischen Versorgungsaufgaben innerhalb des Netzes. Diese Umstrukturierung wird in einer späteren Phase behandelt, da sie mehr Zeit erfordert, auch im Zusammenhang mit möglichen Infrastrukturarbeiten.
Die Einführung dieser Reform wird in enger Absprache mit den Beteiligten erfolgen. Die zuständigen Konsultations- und Beratungsgremien werden natürlich ihren Teil dazu beitragen. Angesichts der engen Verflechtung zwischen der Neueinstufung und der Anpassung der Krankenhausfinanzierung ist auch ein strukturierter Dialog zwischen Ärztevertretern, Krankenhäusern und Versicherungsträgern mehr als angebracht. Zu diesem Zweck wird eine dreigliedrige Ad-hoc-Taskforce eingerichtet. Die Besonderheiten der deutschsprachigen Krankenhäuser werden in diesem Zusammenhang berücksichtigt.
_____________________________________
1) De erkenning van ziekenhuizen behoort tot de bevoegdheid van de deelstaten. De keuze om twee ziekenhuizen of slechts één te behouden behoort aldus niet tot de bevoegdheid van de federale bevoegdheden.
2) De federale financiering van de ziekenhuizen wordt momenteel hoofdzakelijk via drie kanalen verzekerd: het budget van financiële middelen, de honoraria en de farmaceutische specialiteiten. Deze financiering is gelieerd aan activiteit, wat over het algemeen losstaat van de vraag of deze activiteit op één of meerdere sites aangeboden wordt. Er bestaan echter inderdaad erkenningsnormen die nog niet werden aangepast aan het concept van de ziekenhuisnetwerken en die een effect kunnen hebben op de samenwerking en de mogelijkheden om bepaalde activiteiten te concentreren. In het kader van het uitrollen van de netwerken moeten de verschillende hinderpalen kunnen worden weggenomen om een optimaal aanbod in functie van de behoeften te garanderen.
3) & 4) In het kader van de hervorming van het ziekenhuislandschap is het principe «nabije zorg waar mogelijk, geconcentreerde zorg waar nodig» richtinggevend om de kwaliteit en de doelmatigheid van de zorg aan de bevolking te optimaliseren.
De basisidee die aan de oorsprong ligt van de wet op de locoregionale ziekenhuisnetwerken is dubbel. Enerzijds is het de bedoeling de samenwerking tussen naburige ziekenhuizen te versterken zodat expertise en investeringen gedeeld kunnen worden om op een doelmatige wijze gelijke toegang voor iedereen tot nabije zorg te blijven garanderen. Anderzijds is het de bedoeling de zorg voor meer complexe aandoeningen te concentreren in een beperkt aantal referentiepunten op supraregionaal niveau.
Het is nu kwestie deze doelstellingen te concretiseren om aldus de plaats van de netwerken in de toekomstige zorgorganisatie verder te verduidelijken.
We voorzien een stapsgewijze aanpak. In eerste instantie wordt invulling gegeven aan de definitie van loco- versus supraregionale zorgopdrachten.
Deze locoregionale zorgopdrachten binnen elke locoregionale zone dienen verzekerd te worden in samenwerking tussen de naburige ziekenhuizen. Belangrijk is dat daarbij, in functie van de pathologie, aandacht besteed wordt aan het verzekeren van een passende en gelijke bereikbaarheid over de ganse zone bestreken door het netwerk.
De finaliteit van de netwerken bestaat erin om aan de hand van een duurzame samenwerking tussen ziekenhuizen op een doelmatige wijze de gelijke toegang voor iedereen tot kwalitatieve nabije zorg te garanderen. Dit vereist dat er op netwerkniveau goede afspraken gemaakt worden over de zorgcontinuïteit, om de nodige kwaliteit en patiëntveiligheid te garanderen.
In vele gevallen houdt dit een reorganisatie van klinische zorgopdrachten binnen het netwerk in. Deze reorganisatie zal in een volgende fase aan bod komen aangezien dit, mede in het kader van mogelijke infrastructuurwerken, meer tijd vraagt.
De uitrol van deze hervorming zal in nauw overleg met de stakeholders gebeuren. De bevoegde overleg- en adviesorganen zullen uiteraard hun rol spelen. Gezien de nauwe verwevenheid tussen de nomenclatuurherijking en de aanpassing van de ziekenhuisfinanciering is een gestructureerd overleg tussen artsenvertegenwoordigers, ziekenhuizen en de verzekeringsinstellingen eveneens meer dan aangewezen. Hiertoe zal een ad hoc tripartite taskforce worden opgericht. De specificiteit van de Duitstalige ziekenhuizen zal in dit verband in aanmerking worden genomen.