Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1468

van Annick Lambrecht (Vooruit) d.d. 20 januari 2022

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee

Vrachtwagens - Inhaalverbod - Inbreuk - Controles - Boetes - Cijfers

wegvervoer
verkeersregels
geldboete
officiële statistiek
overtreding van het verkeersreglement
bedrijfsvoertuig

Chronologie

20/1/2022Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/2/2022)
22/2/2022Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1467
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1469

Vraag nr. 7-1468 d.d. 20 januari 2022 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Verkeer en verkeersreglementering zijn in de eerste plaats een federale bevoegdheid maar heel wat zaken rond verkeersveiligheid vallen onder de bevoegdheid van de Gewesten. Er bestaan ook samenwerkingsakkoorden tussen de federale overheid en de deelstaten over verkeer en verkeersveiligheid. Het betreft hier dus duidelijk een transversaal aangelegenheid.

Sinds 2004 is er in de federale Wegcode een inhaalverbod opgenomen voor vrachtwagens op autosnelwegen, autowegen en wegen met tenminste vier rijstroken bij neerslag.

De handhaving op deze regel is echter geen sinecure.

Daarvoor is de inzet nodig van politiediensten die overtreders op heterdaad betrappen.

Bij de federale politie zegt men geregeld te controleren maar ontkent men niet dat het geen prioriteit is. Men beschikt zelfs niet over exacte cijfers in verband met het aantal overtredingen.

Ik heb volgende vraag:

Hoeveel boetes werden er de jongste vijf jaar uitgeschreven voor inbeuken op het inhaalverbod voor vrachtwagens? Kunt u mij aantal uitgeschreven boetes per provincie meedelen?

Antwoord ontvangen op 22 februari 2022 :

De overtreding waarop de parlementaire vraag betrekking heeft, is het inhaalverbod overeenkomstig artikel 17.2, 6°, van de Wegcode, namelijk het verbod om in te halen «bij neerslag, op de autosnelwegen, autowegen en wegen met ten minste vier rijstroken met of zonder middenberm, voor bestuurders van voertuigen en slepen bestemd voor het vervoer van zaken met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton».

Het betreft een overtreding van de tweede graad overeenkomstig artikel 2, a), 13°/1, van het koninklijk besluit van 30 september 2005 tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer. Voor deze categorie van overtredingen worden onmiddellijke inningen voorgesteld.

We beschikken dus over statistieken op basis waarvan de parlementaire vraag kan worden beantwoord vanaf 2019.

Hieronder vindt u het analyseverslag en de statistieken van het openbaar ministerie, met een gedetailleerd overzicht van de gevraagde cijfergegevens.

1. Vraag

De vraag gaat over de voorstellen tot onmiddellijke inning in het kader van het inhaalverbod voor vrachtwagens (voertuigen MTM +7,5 ton) bij neerslag en heeft dus betrekking op artikel 17.2, 6°, van het koninklijk besluit van 1 december 1975. De vraag luidt als volgt: «Hoeveel boetes werden er de jongste vijf jaar uitgeschreven voor inbeuken op het inhaalverbod voor vrachtwagens? Kunt u mij aantal [sic] uitgeschreven boetes per provincie meedelen?»

De cijfers voor de dossiers waarin in het kader van dat artikel een onmiddellijke inning werd voorgesteld, worden hieronder verstrekt voor de jaren 2019, 2020 en 2021, met een uitsplitsing per provincie.

De verstrekte cijfers betreffen enkel de zaken waarvan het beginpunt een onmiddellijke inning was die via het Crossborder-proces werd afgehandeld.

2. Situatieschets

Sinds eind maart 2018 is het proces voor de inning van de verkeersboetes in zijn geheel herzien. Met de implementatie van de tweede fase van het Crossborder-project zijn de meeste taken in het proces grotendeels geautomatiseerd en vereisen ze geen verdere tussenkomst van de politie of het parket meer. Dat houdt in dat de burger sindsdien verkeersboetes online kan betalen, zijn dossier online kan betwisten of foutieve betalingen online kan corrigeren, zonder dat enige manuele tussenkomst van de politie of het parket is vereist. Het MaCH-informaticasysteem centraliseert het beheer van dit alles en zorgt geheel automatisch voor de verzending van de officiële documenten en de matching van de betalingen. Indien nodig kan het parket het geautomatiseerde proces stopzetten en zelf het dossier verder afhandelen.

Het Crossborder-proces wordt opgevolgd aan de hand van een Business Intelligence-tabel die werd gevalideerd door de verschillende partijen die bij het Crossborder-project betrokken zijn. Die boordtabel maakt het mogelijk cijfers te verstrekken betreffende de snelheidsovertredingen die zijn afgehandeld via dat geautomatiseerde proces. In de loop van het eerste trimester van 2018 was de politie nog verantwoordelijk voor de afhandeling van de onmiddellijke inningen, maar nadien werd het proces overgenomen door de automatische flux in het MaCH-informaticasysteem.

Voor de andere overtredingen, die in eerste instantie nog manueel door het parket worden afgehandeld, is het op dit ogenblik niet mogelijk om gevalideerde cijfers te verstrekken.

3. Methodologische opmerkingen

De cijfergegevens die in dit document worden besproken, betreffen het aantal dossiers waarin onmiddellijke inningen zijn voorgesteld in het kader van artikel 17.2, 6°, van het koninklijk besluit van 1 december 1975 inzake het inhaalverbod voor vrachtwagens (voertuigen MTM +7,5 ton) bij neerslag, uitgesplitst per jaar van het voorstel (2019, 2020 en 2021) en per provincie.

Daarbij moeten enkele opmerkingen worden geformuleerd:

– deze dossiers werden geselecteerd in de MaCH-gegevensbank, waarbij de laatste gegevensextractie dateert van 22 januari 2022;

– een dossier betreffende een onmiddellijke inning wordt in het informaticasysteem gekenmerkt aan de hand van een classificatiecode. Op basis van die classificatiecode werden de dossiers geselecteerd die aanvankelijk via het geautomatiseerde Crossborder-proces werden afgehandeld. Enkel die dossiers zijn in de selectie opgenomen. Dat betekent dat alle dossiers die rechtstreeks op de politieparketten toekomen (klassieke processen-verbaal) niet in de hiernavolgende cijfers voorkomen. Aangezien de cijfers betreffende de klassieke processen-verbaal niet door het openbaar ministerie zijn gevalideerd, kunnen ze nog niet worden verstrekt;

– een onmiddellijke inning wordt als voorgesteld beschouwd wanneer het document met het voorstel tot onmiddellijke inning wordt gedrukt door bpost en het dossier de officiële status van «onmiddellijke inning gedrukt» in MaCH krijgt;

– aangezien er meerdere partijen bij een dossier betrokken kunnen zijn, zoals dat het geval is bij een betwisting betreffende de persoon in de zaak, is het dus mogelijk dat er in eenzelfde dossier meerdere onmiddellijke inningen worden voorgesteld. Die voorstellen worden geen twee keer geteld. De rekeneenheid is bijgevolg het dossier, ongeacht het aantal onmiddellijke inningen of minnelijke schikkingen die erin worden voorgesteld en ongeacht het aantal overtreders die erbij betrokken zijn.

4. Cijfergegevens

Zoals blijkt uit tabel 1 werd, op datum van de laatste extractie uit de gegevensbank (22 januari 2022), tussen 2019 en 2021 een onmiddellijke inning voorgesteld in 1 636 zaken betreffende het inhaalverbod voor vrachtwagens bij neerslag. Dat aantal voorstellen stijgt in de loop van de jaren van 186 in 2019 naar 908 in 2021 en verschilt naargelang de bestudeerde provincie.

Tabel 1: Aantal zaken betreffende overtredingen van het inhaalverbod voor vrachtwagens bij neerslag waarin tussen 2019 en 2021 een onmiddellijke inning werd voorgesteld, volgens het jaar waarin de onmiddellijke inning werd voorgesteld en per provincie (a en % in rij)


2019

2020

2021

Totaal


a

%

a

%

a

%

a

%

Antwerpen

9

13,04

39

56,52

21

30,43

69

100,00

Vlaams-Brabant

24

7,02

122

35,67

196

57,31

342

100,00

Waals-Brabant

4

13,79

10

34,48

15

51,72

29

100,00

West-Vlaanderen

22

13,92

43

27,22

93

58,86

158

100,00

Oost-Vlaanderen

42

9,55

133

30,23

265

60,23

440

100,00

Henegouwen

30

9,71

108

34,95

171

55,34

309

100,00

Limburg

11

22,92

14

29,17

23

47,92

48

100,00

Luik

21

21,65

27

27,84

49

50,52

97

100,00

Luxemburg

6

12,24

10

20,41

33

67,35

49

100,00

Namen

16

18,18

34

38,64

38

43,18

88

100,00

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

.

.

2

33,33

4

66,67

6

100,00

Onbekend

1

100,00

.

.

.

.

1

100,00

Totaal

186

11,37

542

33,13

908

55,50

1 636

100,00