Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1354

van Véronique Durenne (MR) d.d. 28 september 2021

aan de vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post

Gelijke kansen - Vrouwen - Overheidsbedrijven - Raad van bestuur - Bezoldiging

gelijke behandeling
gelijke behandeling van man en vrouw
overheidsbedrijf
loon
arbeidsbezoldiging
raad van bestuur
gelijkheid van beloning

Chronologie

28/9/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/10/2021)
16/11/2021Antwoord

Vraag nr. 7-1354 d.d. 28 september 2021 : (Vraag gesteld in het Frans)

Economie en gelijke kansen zijn materies die zowel tot de bevoegdheden van het federale niveau als van de deelstaten behoren. Het onderwerp van deze vraag is dus transversaal.

Sinds 28 juli 2011 moeten de raden van bestuur van overheidsbedrijven en beursgenoteerde bedrijven minstens voor een derde uit vrouwen bestaan. Die verplichting werd hen opgelegd door de zogenaamde Quotawet.

Aan de vereiste inzake het percentage vrouwen in de raden van bestuur zou best ook nog een ander aspect worden toegevoegd, namelijk de bezoldiging die ze ontvangen.

Onlangs maakte het Franse persagentschap AFP bekend dat de bezoldiging van vrouwen in de raden van bestuur van grote bedrijven in het Verenigd Koninkrijk 73 % lager is dan die van hun mannelijke collega's.

Volgens datzelfde bericht is die enorme kloof te verklaren door het feit dat vrouwen veel minder vaak een leidinggevende functie innemen dan hun mannelijke collega's, die veel vaker algemeen directeur of financieel directeur zijn

Daarom wil ik u als bevoegd staatssecretaris de volgende vragen stellen:

1) Beschikt u over gedetailleerde cijfers met betrekking tot de aanwezigheid van vrouwen in de raden van bestuur en de directiecomités van overheidsbedrijven en beursgenoteerde bedrijven in België?

2) Beschikt u over gedetailleerde cijfers met betrekking tot de bezoldiging van mannen en van vrouwen in diezelfde raden van bestuur en directiecomités?

3) Kunt u enige evolutie of trend aflezen uit deze gegevens sinds de inwerkingtreding van de Quotawet van 2011?

4) Vindt u dat de Quotawet doeltreffend is?

5) Met welke maatregelen denkt u de aanwezigheid van vrouwen in raden van bestuur en directiecomités nog te kunnen verbeteren?

6) Indien inzake de bezoldiging van vrouwen en mannen ook in België grote verschillen bestaan, met welke maatregelen denkt u daaraan te kunnen verhelpen?

Antwoord ontvangen op 16 november 2021 :

Als minister ben ik verantwoordelijk voor de overheidsbedrijven bpost en Proximus. Voor de antwoorden op uw vragen m.b.t. de andere overheidsbedrijven verwijs ik u door naar mijn collega’s voogdijministers.

1) a) Proximus heeft een Charter inzake Diversiteit en Gelijke Rechten, dat van toepassing is op alle werknemers van de Groep. Proximus is zich bewust van het belang van diversiteit op alle niveaus van de organisatie en spitst zich daarom toe op het aanwerven van medewerkers met een inclusieve en op groei gerichte ingesteldheid en wier gedrag in overeenstemming is met de waarden van het bedrijf.  Proximus heeft zich tot doel gesteld tegen eind 2021 25 % van de vrouwen met een universitair diploma in technische richtingen aan te werven.

De Raad van Bestuur van Proximus SA naar publiek recht bestaat uit ten hoogste 14 leden, met inbegrip van de Gedelegeerd Bestuurder (artikel 16 van de statuten).

Overeenkomstig de wet van 28 juli 2011 moet de Raad van Bestuur voor ten minste een derde bestaan uit leden van het andere geslacht.

2021: 14 bestuurders van wie 9 mannen en 5 vrouwen (35,71 %) zodat aan de eis van ten minste een derde is voldaan.

Het Directiecomité wordt niet beschouwd als een directiecomité in de zin van artikel 7:104 van het Wetboek van Vennootschappen.

Het huidige uitvoerend comité, met inbegrip van de Gedelegeerd Bestuurder, bestaat uit 9 leden, onder wie 2 vrouwen.

1.b. De samenstelling van de Raad van Bestuur van bpost beantwoordt aan de vereisten inzake de vertegenwoordiging van mannen en vrouwen zoals bepaald in (i) artikel 18, § 2bis van de Wet op de overheidsbedrijven van 1991 en (ii) artikel 7:86 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Het percentage aan vrouwelijke leden per 31 december van het boekjaar bedroeg namelijk:

– 2016: 33 % ;

– 2017: 33 % ;

– 2018: 33 % ;

– 2019: 45 % ;

– 2020: 45 %;

– 2021: 33 %

De vereiste van aanwezigheid van 1/3 vrouwen in de Raad van Bestuur werd tijdens deze jaren ook gehaald voor wat betreft haar leden die werden aangewezen door de Belgische Staat of door een door de Belgische Staat gecontroleerde vennootschap.

bpost heeft geen Directiecomité in de zin van artikel 524bis van het vorige Wetboek van Vennootschappen (1999), noch een Directieraad in de zin van artikel 7:107 van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen (2019). De operationele leiding van bpost wordt verzekerd door het Group Executive Committee, een informeel adviesorgaan dat de gedelegeerd bestuurder in de uitoefening van zijn functies bijstaat. bpost heeft wel een Directiecomité in de zin van artikel 4, §2 van de Wet van 1991 op de overheidsbedrijven. In dit directiecomité is 1/3 van het vrouwelijk geslacht.

2) a) Bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur van Proximus:

·         Voor de voorzitter van de raad van bestuur:

o   Een vaste jaarlijkse vergoeding van € 50.000, toegekend pro rata temporis van de duur van het mandaat.

o   Een aanwezigheidsvergoeding van € 10.000 per bijgewoonde vergadering van de Raad van Bestuur.

o   Een presentiegeld van € 2.500 per vergadering van een adviserend comité van de Raad van Bestuur dat hij als lid bijwoont. Het bedrag van deze vergoeding wordt verdubbeld indien hij als voorzitter van het raadgevend comité aanwezig is.

o   Een vaste jaarlijkse toelage van € 4.000 voor communicatiekosten.

o   Het gebruik van een bedrijfswagen.

·         Voor alle andere leden (mannen en vrouwen) van de Raad van Bestuur:

o   Een vaste jaarlijkse toelage van € 25.000, toegekend pro rata temporis van de duur van het mandaat.

o   Een aanwezigheidsvergoeding van € 5.000 per bijgewoonde vergadering van de Raad van Bestuur.

o   Een aanwezigheidsvergoeding van € 2.500 per vergadering van een adviserend comité van de Raad van Bestuur die zij als lid bijwonen. Het bedrag van dit presentiegeld wordt verdubbeld voor de voorzitter van deze verschillende raadgevende comités.

o   Een vaste jaarlijkse toelage van € 2.000 voor communicatiekosten.

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de leden van Raad van bestuur. De details van deze bezoldiging worden door de onderneming op transparante wijze bekendgemaakt in haar jaarverslag.

De bezoldiging van de leden van het Directiecomité van Proximus NV. van publiek recht is genderneutraal en houdt bijgevolg geen rekening met het geslacht. . De vennootschap ziet erop toe dat de globale remuneratie van elk lid van het Directiecomité adequaat, billijk en marktconform blijft, rekening houdend met de evolutie van hun verantwoordelijkheden en met de marktsituatie van de Proximus Groep op het vlak van omvang, reikwijdte, activiteitenterrein en financiële resultaten. Gelet op de rol en de verantwoordelijkheden van de 2 vrouwelijke leden van het huidige Directiecomité, ligt hun gemiddelde totale bezoldiging iets hoger dan de gemiddelde totale bezoldiging van hun mannelijke collega's.

2) b) De bezoldigingselementen van de leden van de Raad van Bestuur, de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité van de bpost groep zijn publiek beschikbaar:

– in het remuneratieverslag, dat deel uitmaakt van het jaarverslag van bpost en de remuneratie-elementen beschrijft van de leden van de Raad van Bestuur, de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Group Executive Committee;

– in het bezoldigingsbeleid dat de bezoldigingsprincipes bepaalt die van toepassing zijn op de leden van haar Raad van Bestuur en haar Group Executive Committee, zoals goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2021. Dit bezoldigingsbeleid is van toepassing met ingang van 1 januari 2021 voor de komende vier jaar. Elke belangrijke wijziging van dit beleid moet worden goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van bpost.

3-6) Ik stel vast de overheidsbedrijven die onder mijn verantwoordelijkheid vallen voldoen aan de wettelijke bepalingen. Gelijke kansen en een gelijke behandeling van alle bestuurders, leden van het management en van de medewerkers is voor mij erg belangrijk. Zowel bpost als Proximus zijn autonome overheidsbedrijven die zelfstandig hun HR en remuneratiebeleid voeren. Toch zal ik in mijn contacten met beide overheidsbedrijven blijven ijveren voor inspanningen die verder gaan dan de wettelijke bepalingen.

Voor de antwoorden op uw vragen 3 t.e.m. 6 verwijs ik u ook graag door naar mijn collega Staatssecretaris Schlitz die in haar beleidsnota een belangrijke plaats gereserveerd heeft voor ‘de strijd tegen het glazen plafond’. In 2021 voorziet de staatsecretaris in een evaluatie van de wet van 28juli 2010. Op basis van de resultaten van deze evaluatie zullen indien nodig verdere acties genomen worden.