Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1255

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 3 juni 2021

aan de minister van Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal

Europese Unie - Taxonomieregels - Implementatie

duurzame ontwikkeling
beleid inzake klimaatverandering
investering
milieubescherming
economisch instrument voor het milieu
EU-milieubeleid
groene economie

Chronologie

3/6/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/7/2021)
6/7/2021Antwoord

Vraag nr. 7-1255 d.d. 3 juni 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: het klimaat en de milieudoelstellingen zijn een gedeelde uitdaging en verantwoordelijkheid.

Op 21 april 2021 keurde de Europese Unie (EU) de taxonomieregels goed. Het is een (complexe) oplijsting van criteria die bepalen wanneer een economische activiteit duurzaam is. De regels hebben betrekking op dertien economische sectoren die samen goed zijn voor 80 % van de uitstoot. Uitgangspunt hiervoor zijn de klimaatakkoorden en -doelstellingen van Parijs.

De regels moeten voor investeerders een leidraad vormen om te bepalen of investeringen werkelijk duurzaam zijn. Ook voor de overheid. De taxonomieregels staan in een Europese verordening die vanaf 1 januari 2022 van kracht zou moeten zijn.

Daarom volgende vragen:

1) Hoe voorziet de geachte minister de implementatie en omzetting van de Europese taxonomieregels?

2) Welk beleid aangaande voorziet ze tijdens de overgangsfase (tot 1 januari 2022)?

3) Zal ze de afgekondigde taxonomieregels (reeds) implementeren in het Belgische investeringsbeleid?

Antwoord ontvangen op 6 juli 2021 :

Zoals u weet, zullen de systemische veranderingen die nodig zijn om onze economie en samenleving op weg te zetten naar een klimaatneutrale toekomst grote investeringen en desinvesteringen vergen, zowel van de overheid als van privéactoren. Ik hoef u evenmin te vertellen dat als we deze systeemtransitie op een intelligente en holistische manier aanpakken, we grote kansen kunnen creëren voor onze economie. We moeten in ieder geval te allen prijze voorkomen dat de financiële stabiliteit van onze economie in het gedrang zou komen door een ‘lock-in’ van investeringen in ‘koolstofintensieve’ activa of investeringen die anderszins kwetsbaar zijn voor de technologische en socio-economische ontwikkelingen in de context van de transitie naar een klimaatneutrale toekomst.

De taxonomie of het Europees classificatiesysteem voor duurzame economische activiteiten vormt de hoeksteen waarop een palet van beleidsinstrumenten gericht op de verduurzaming van de financiële sector verder bouwt. Dit is onder andere het geval voor openbaarmakingsvereisten voor zowel de financiële dienstensector onder de Europese Sustainable Finance Disclosure Regulation (in werking), als voor alle grote bedrijven, beursgenoteerde bedrijven en kmo’s onder de Corporate Sustainability Reporting Directive (in onderhandeling). In beide gevallen dient gerapporteerd te worden over het aandeel aan taxonomie gealigneerde economische activiteiten.

We moeten een kader creëren dat financiële stromen heroriënteert naar groene investeringen, overigens een expliciete vereiste van de Overeenkomst van Parijs, in zijn artikel 2.1.c). Overheidsinvesteringen zijn daarbij cruciaal en we hebben daarvoor op EU- en nationaal vlak al een aantal belangrijke stappen gezet. De taxonomie vindt ook reeds haar weg naar het Belgische investeringsbeleid, onder andere via het recent door de Europese Commissie goedgekeurde nationale herstelplan, dat meer dan de helft van de toegewezen middelen reserveert voor groene projecten en hervormingen. België overschrijdt ruimschoots de vereiste dat minstens 37 % van de hersteluitgaven het klimaat ten goede moeten komen. Om te verifiëren of het plan aan deze voorwaarde voldeed, werd een methodologie gehanteerd gebaseerd op het Rio-markersysteem van de OESO-DAC, in combinatie met elementen uit de Taxonomieverordening. Ook het ‘do no significant harm’ principe waaraan het Belgisch herstelplan moest voldoen om de 5,9 miljard euro aan Europese subsidies te krijgen, kent haar oorsprong in de Taxonomieverordening.

Ik zie ook een belangrijke rol weggelegd voor de taxonomie in de operationalisering van een aantal andere prioriteiten van het regeerakkoord en het herstelbeleid. Ik denk daarbij aan de uitwerking van een gecoördineerde, duurzame en ambitieuze investerings- en beleggingsstrategie, waarbij één van de doelstellingen is om minder te gaan beleggen in fossiele energie. Het systeem kan bijvoorbeeld ook aangewend worden ter toetsing van de uitrol van het transformatiefonds (ter waarde van 750 miljoen euro, waarvan 250 miljoen euro bestemd is voor een duurzame economie), om te identificeren welke activiteiten een duurzame economie actief ondersteunen. Anderzijds moet er toegezien worden dat andere gefinancierde activiteiten onze milieu- en klimaatdoelstellingen niet ondermijnen.

In elk geval kijk ik reikhalzend uit naar de Belgische nationale duurzame financieringsstrategie, waartoe ik samen met collega Van Peteghem het initiatief heb genomen en die zal verder bouwen op de Europese initiatieven en de concrete vertaalslag van deze initiatieven zal vormen voor ons land, om zowel de private als publieke financiële stromen consistent te maken met de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, de Overeenkomst van Parijs en de Europese Green Deal.