Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1153

van Rik Daems (Open Vld) d.d. 31 maart 2021

aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing

Politiegeweld - Geweld tegen de politie - Ordehandhaving - Bodycams - Gebruik - Cijfers en tendensen - Aanpak - Registratie - Maatregelen - Politieopleiding - Rol van het Comité P

politie
geweld
opnameapparaat
videobewaking
Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten
lichamelijk geweld

Chronologie

31/3/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/4/2021)
29/4/2021Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1152

Vraag nr. 7-1153 d.d. 31 maart 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 3 maart 2021 zond het VRT-programma «Pano» op Een de reportage «Geweld geoorloofd?» uit. Dit ging over zowel politiegeweld als geweld tegen politie.

In deze reportage werden recente incidenten van politiekorpsen zowel in Brussel als in Antwerpen onderzocht. In het bijzonder wordt er aandacht geschonken aan het filmen van de politie. Zo was er in Antwerpen een incident tussen twee tieners en de politie, dat escaleert zodra een van de tieners begint te filmen. In een Brussels restaurant ontspoort de situatie ook zodra men met smartphone een arrestatie tracht te filmen. De politie roept ook verschillende keren dat er niet gefilmd mag worden.

Professor criminologie aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB), Sofie De Kimpe, legt uit dat er marge is voor interpretatie: «Er is in België geen wet die filmen toelaat of verbiedt. Het mag eigenlijk alleen maar als er een maatschappelijk nut aan verbonden is. En hier hebben we natuurlijk de interpretatie: als jij denkt dat daar iets aan het gebeuren is, dat eigenlijk niet oké is, dat de politie daar zijn boekje te buiten gaat, dan mag dat gefilmd worden. Natuurlijk is het aan de rechter om achteraf te oordelen of het maatschappelijk nuttig was of niet.» (cf. https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/03/02/op-dat-moment-dacht-ik-dat-hij-dood-was/).

Naast de problematiek van de bodycams is er het probleem met het soms ruwe politieoptreden. Zo reclameerde politievakbond ACOD (Algemene Centrale Openbare Diensten) zelf over het harde optreden van federale agenten tijdens een betoging tegen klassenjustitie op 24 januari 2021 in Brussel. Maar volgens criminologen is het moeilijk te zeggen of er sprake is van een cultuurverandering.

In de reportage zelf werd gepleit om attitudewijzigingen door te voeren, door bijvoorbeeld niet enkel in te grijpen op de bovenbouw maar ook de onderbouw. Bepaalde vakken zouden ook beter ingeweven moeten worden in andere onderdelen, zoals bijvoorbeeld de basisattitude in het ethische luik. Daarnaast pleit men voor een langere opleiding.

In België ontbreekt het volgens criminologen ook nog steeds aan echte transparantie. Concrete, eenduidige cijfers rond deze problematiek ontbreken dan ook. Het Comité P houdt klachten bij over de politie, maar die cijfers zijn niet eenduidig. Een stijging van het aantal klachten rond agressie tussen 2018 en 2019 kon ook aan een andere onderverdeling van de klachten liggen, zo gaf het Comité P toen mee.

«Als ik een aanbeveling zou mogen doen, dan is het om voor beter cijfermateriaal te zorgen», aldus VUB-criminologe Sofie De Kimpe. «De cijfers zitten nu verspreid over het Comité P en de parketten. Dat is ook nadelig voor de politie. Met goede cijfers zouden ze zich beter kunnen verdedigen tegen aantijgingen dat er meer politiegeweld is. Nu weten we het gewoon niet.»

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016-2019, en werden besproken tijdens een Interministeriële Conferentie, waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Het betreft aldus een transversale aangelegenheid met de Gewesten waarbij de rol van de Gewesten vooral ligt in het preventieve luik.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Welke plannen zijn er om op korte termijn excessief politiegeweld en geweld tegen de politie aan te pakken? Hoe wil u dit concreet aanpakken? En hoe pakt u dit aan op lange termijn?

2) Hoe kan de politie zich beter beschermen tegen excessief geweld? En hoe kunnen burgers dit het beste doen?

3) Welke concrete cijfers zijn er beschikbaar hieromtrent? Zijn er gebieden waar meer politiegeweld of geweld tegen politie is? Zijn er tendensen hieromtrent? Wat zijn de oorzaken dan hierrond? In hoeverre is corona hier een bepalende factor in? Hoe kan de klachtindiening tegenover de ordediensten volgens u verbeterd worden?

4) Welke rol kan het Comité P opnemen hierrond? Zijn er andere instanties die hulp kunnen bieden of invloed hierop kunnen uitoefenen hieromtrent?

5) Moet er een andere registratiemanier komen volgens u omtrent politiegeweld of geweld tegen ordehandhavers?

6) In hoeverre zou u de politieopleiding hervormen om hieraan tegemoet te komen? Welke cursussen of modules zou u weghalen of bijvoegen? Welke modules zou u meer aandacht op vestigen? Dient de opleiding in zijn geheel verlengd te worden?

7) Kunnen bodycams bij ordehandhavers beter werken om zowel politiegeweld als geweld tegen de politie aan te pakken? Zo ja, kan u toelichten hoe u dit gaat implementeren? Zo neen, waarom niet en kan u dit toelichten?

8) Hoe zou de huidige regeling kunnen verbeterd worden omtrent het filmen van politieagenten aan het werk? Wat zou verboden zijn en wat niet?

Antwoord ontvangen op 29 april 2021 :

1-2) Wat betreft het gebruik van geweld door de politie:

De wettelijk voorgeschreven beginselen en voorwaarden voor elk gebruik van dwang en geweld door de politie (wettigheid, evenredigheid, subsidiariteit, opportuniteit en voorafgaande waarschuwing) worden aangeleerd in verschillende modules van de basisopleiding van elk lid van het operationele kader. Deze beginselen en voorwaarden worden ook herhaald in elke opleiding en bijscholing inzake geweldbeheersing.

Deze beginselen en voorwaarden worden ook uitvoerig geanalyseerd tijdens operationele debriefings.

Overeenkomstig ministerieel rondschrijven GPI 62 wordt elk incident waarbij geweld wordt gebruikt, gesignaleerd, onder meer met het doel de werkprocessen en de opleiding te analyseren en zo nodig aan te passen.

De geïntegreerde politie werkt aan een permanente verbetering van de opleiding inzake geweldbeheersing, zowel op het niveau van de basisopleiding als op het niveau van de voortgezette opleiding. Deze verbetering is gebaseerd op de verslagen die zijn opgesteld in toepassing van circulaire GPI 62. Het is de bedoeling dat elke politieambtenaar in staat is gevaarlijke of potentieel gevaarlijke situaties te onderkennen, te benaderen en er op de best mogelijke manier mee om te gaan.

Er wordt in de opleidingscursussen grote nadruk gelegd op psychosociale vaardigheden (conflictbeheersing, stressbeheersing, bemiddeling, communicatie) om beter op situaties te kunnen anticiperen en te kunnen ingrijpen om geweld te de-escaleren.

Voor zover het «gebruik van geweld» niet aan de bovengenoemde wettelijke criteria voldoet, worden de passende procedures door de gerechtelijke en tuchtrechtelijke autoriteiten ingeleid.

Met betrekking tot geweld tegen de politie:

De hierboven genoemde elementen inzake opleiding gelden ook voor de opsporing en het beheer van gevallen van geweld tegen de politie.

Er is ook een dynamisch risicobeheerssysteem ingevoerd. De operationele briefing bevat immers altijd een onderdeel «preventie» en «preventiemaatregelen», met inbegrip van de gebruikte beschermingsmiddelen, technieken en tactieken.

In samenwerking met de preventieadviseurs van de directie van de interne preventiedienst worden talrijke risicoanalyses uitgevoerd om te evalueren wat de beste aanpak is van de verschillende opdrachten (opsporing, wegcontrole...), de risico's ervan, de individuele of collectieve beschermingsmiddelen die moeten worden gedragen, ... . Over deze analyses brengt de preventieadviseur een formeel advies uit dat voor advies aan het overlegcomité wordt voorgelegd. Er worden regelmatig preventiefiches opgesteld om lering te trekken uit het verleden en te voorkomen dat eenzelfde soort ongeval zich opnieuw voordoet.

Ook wordt aan de leden van de politiediensten diverse uitrusting ter beschikking gesteld om gewelddaden tegen de politie te kunnen voorkomen/tegen te gaan, zoals het stroomstootwapen (de Taser) of meer aangepaste kogelvrije vesten. Uit de gevallen waarin het wapen door de politie is gebruikt, blijkt dat het afschrikkend effect van het wapen over het algemeen voldoende is om de-escalatie teweeg te brengen en aldus daden van weerspannigheid en bijkomende schade te voorkomen, zowel voor de politieambtenaar als voor de omgeving en de aangehouden persoon.

Hoewel het effect van het gebruik van bodycams nog niet door de Federale Politie is geëvalueerd, zouden de verzamelde beelden de analyse van incidenten mogelijk kunnen maken en bewijs kunnen leveren van feiten van onderdrukking.

Er wordt ook een bewustmakingscampagne voorbereid. Het doel is enerzijds de betrokken personeelsleden bewust te maken, zodat zij systematisch klachten indienen wanneer zij het slachtoffer zijn van agressie, en aldus een zo nauwkeurig mogelijk beeld van dit verschijnsel te krijgen, en anderzijds de burgers erop te wijzen dat deze beroepsbeoefenaars, die dagelijks een essentiële dienst verlenen aan de gehele bevolking,  respect verdienen, en hen eraan te herinneren dat ieder geweld tegen hen onaanvaardbaar en onduldbaar is.

Het is ook van belang te werken aan het herstel van de vertrouwensrelatie tussen de politie en de burger - een aspect dat met name tijdens de Staten-generaal van de Politie aan bod zal komen.

Tenslotte wil ik erop wijzen dat er op verschillende niveaus ook een reeks maatregelen is genomen ter ondersteuning en begeleiding van personeelsleden die het slachtoffer zijn van geweld:

De Nationale Politieacademie heeft opleidingsmodules ontwikkeld, onder meer over wettelijke kaders en over welzijn en veiligheid op het werk, om personeelsmanagers en -medewerkers in staat te stellen zo doeltreffend mogelijk om te gaan met arbeidsongevallen en incidenten van geweld tegen politieambtenaren;

Er is een website ter beschikking gesteld van alle personeelsleden van de geïntegreerde politie om hun alle relevante en nuttige informatie over het onderwerp te verstrekken (wat te doen als je slachtoffer bent, wat te doen om een medeslachtoffer te helpen, goede praktijken, juridische en jurisprudentie-analyses, enz.) Er is ook een handboek over geschillenbeslechting en rechtsbescherming verspreid;

Er is een centraal register (MISI - Melding Incidenten Signalement) opgezet voor de registratie van gewelddaden tegen politieambtenaren. Ik kom hier nog op terug in mijn antwoord op vraag 5. De gegevens die uit dit systeem worden gehaald, moeten het onder meer mogelijk maken de kwantitatieve en kwalitatieve analyses uit te voeren die nodig zijn voor de eventuele aanpassing van de werkprocessen en de opleiding (ter uitvoering van circulaire GPI 62);

Ook op wettelijk en regelgevingsniveau zijn talrijke initiatieven genomen in het kader van de rechtsbescherming van de personeelsleden, de schadeloosstelling bij arbeidsongevallen en de statutaire mogelijkheden voor de betrokken personeelsleden:

Er is ook een reeks maatregelen genomen in samenwerking met de rechterlijke macht.

De Federale Politie beschikt over een team van psychologen en maatschappelijk werkers (Stressteam), dat 24/7 bereikbaar en oproepbaar is voor de hele Geïntegreerde Politie. Deze dienst biedt psychosociale ondersteuning aan leden van de geïntegreerde politie en hun gezinnen in geval van crisissituaties en bij geweld tegen politieambtenaren.

3) De onderstaande tabel bevat het aantal feiten van geweld tegen de politie op nationaal niveau voor de jaren 2017 (augustus-december) 2018, 2019 en 2020.

Jaar feit

Aantal feiten

2017 (augustus-december)

5 333

2018

12 395

2019

12 018

2020

13 145

Bron: Federale Politie

De meest voorkomende vormen van geweld tegen politie zijn weerspannigheid, smaad, bedreigingen, opzettelijke slagen en/of verwondingen en feiten van openbare dronkenschap.

De significante stijging over de laatste drie jaar situeert zich voornamelijk bij feiten van smaad, bedreigingen en weerspannigheid.

De meeste feiten van geweld tegen de politie zijn geregistreerd in de politiezones van de grootsteden, met name Antwerpen, Brussel Hoofdstad Elsene, Zone Zuid, Police locale de Liège en PZ Gent.

De tweede tabel bevat het aantal feiten van geweld door de politie op nationaal niveau voor dezelfde periode.

Jaar feit

Aantal feiten

2017 (augustus-december)

1 390

2018

2 493

2019

2 051

2020

2 182

Bron: Federale Politie

We zien op dit ogenblik geen significante stijging van het geweld gepleegd door de politie. Het gebruik van wettelijk geweld door de politie komt voornamelijk voor bij feiten van weerspannigheid, opzettelijke slagen en openbare dronkenschap.

Er is geen wetenschappelijke studie verricht om na te gaan of de pandemische situatie een invloed heeft op gevallen van geweld door of tegen de politie. Het is echter duidelijk dat dit voor de bevolking als geheel een moeilijke situatie en een bron van spanningen is.

Er dient tevens te worden opgemerkt dat het aantal incidenten van geweld tegen en door de politie die zich voordeden wegens openbare dronkenschap in 2020 is gedaald ten opzichte van 2019, wat ook kan worden verklaard door de beperkende maatregelen die in de strijd tegen COVID-19 zijn genomen met betrekking tot de verkoop en het verbruik van alcohol. Wat mogelijke verklarende factoren zijn voor de vastgestelde tendensen en wat de impact van de coronapandemie op deze cijfers is, vraagt om meer diepgaande analyses en/of wetenschappelijke studies.

De burger kan op verschillende manieren een klacht indienen met betrekking tot geweld door de politiediensten. Hij of zij kan dit rechtstreeks doen bij het betrokken politiekorps of bij een controleorgaan (AIG-ComP).

Wat de federale politie betreft is een klachtenformulier voorzien op hun website.

Wat interne meldingen betreft, zijn onlangs in het kader van de klokkenluiderswet vertrouwenspersonen in plaats gesteld, die politieambtenaren een extra mogelijkheid bieden om mogelijke misstanden te melden.

4) Het Comité P heeft zich reeds gebogen over de problematiek van politiegeweld in een onderzoek uitgevoerd in 2019. De voornaamste aanbevelingen ervan werden voldaan door de betrokken directies doorheen werkgroepen gericht op het verbeteren van de aanwervingsprocessen, opleidingen, carrièreontwikkelingen en tucht. Dit toont aan dat dit thema belangrijk is voor onze organisatie en de instanties die hierop toezicht uitoefenen. 

5) Gewelddaden door en tegen de politie worden geregistreerd in het NGB (zodra aangifte is gedaan). Op het niveau van de statistische exploitatie van de databank is slechts beperkte informatie beschikbaar over dit onderwerp, zoals vermeld in het antwoord op vraag 3.

Op basis van MISI kan er sinds 2017 op een snellere manier geregistreerd door simpelweg het vakje geweld tegen politie of geweld door politie aan te vinken en kan er op een meer gedetailleerde wijze gerapporteerd worden over geweld tegen en door de politie.

Sinds 1 augustus 2017 voorziet het MISI-registratie-/fluxsysteem in de productie van algemene statistieken die maandelijks intern binnen de geïntegreerde politie worden gepubliceerd. Via de MISI feed kunnen politiezones ook hun eigen statistieken over geweld tegen de politie en het gebruik van geweld door de politie verstrekken. Daarnaast verstrekt het registratiesysteem sinds oktober 2017 dagelijks gegevens aan de GPI62-partners, aan de hand waarvan zij hun eigen kwantitatieve en kwalitatieve analyses kunnen uitvoeren.

De toekomstige oplossing voor de registratie van deze feiten zal een geïntegreerd systeem binnen I-Police zijn.

Het MISI-registratie/flowsysteem is al een andere, meer gedetailleerde en snellere manier om incidenten van gebruik van geweld door de politie en geweld tegen de politie te registreren, naast de registratie van incidenten van «opzettelijk letsel van een politieambtenaar» in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG).

De verschillende soorten registratie die momenteel worden gebruikt, hebben de verdienste dat zij reeds bestaan en een volledig overzicht geven van geweldssituaties. In de toekomst moeten de procedures efficiënter worden gemaakt. De digitalisering van de processen is aan de gang en moet de volledigheid en de kwaliteit van de gegevens verbeteren.

6) Zoals vermeld in het antwoord op vraag 1, spelen de rechtsbeginselen inzake het gebruik van geweld, conflictbeheersing en de beheersing van geweld reeds een belangrijke rol in de basisopleiding van politieambtenaren en in de bijscholing.

De opleiding moet ook in de toekomst veel aandacht krijgen en zal zowel qua inhoud als qua kwaliteit worden geanalyseerd. Het is echter nog te vroeg om te zeggen of er een hervorming zal komen.

De bezinning over de uitbreiding van de politieopleiding moet worden voortgezet.

Ik zou erop willen wijzen dat de basisopleiding van onze aspirant-inspecteurs momenteel 12 maanden duurt en wordt gevolgd door een proefperiode van nog eens 6 maanden.

7) Eind 2020 heeft de Federale Politie een openbare aanbesteding uitgeschreven om bepaalde diensten met bodycams uit te rusten: de eerstelijnsdiensten, het interventiekorps, bepaalde gespecialiseerde diensten waaronder de Directie openbare veiligheid, en in mindere mate de gerechtelijke politiediensten. Bodycams zullen dus onder meer worden gebruikt bij operaties van genegotieerd beheer van de openbare ruimte (GBOR). De Federale Politie beschikt nog niet over concrete gegevens en cijfers om het effect van het gebruik ervan te evalueren ten aanzien van geweld tegen of door politiemensen in het kader van de ordehandhaving. Redelijkerwijs mag echter worden aangenomen dat de beelden die door deze specifieke camera's zijn verzameld op zijn minst als bewijsmateriaal zullen dienen in geval van het plegen van strafbare feiten. In ieder geval zal de Federale Politie, op basis van toekomstige operationele ervaringen, overgaan tot een evaluatie van de positieve en eventueel negatieve effecten van het gebruik van bodycams tijdens GBOR-operaties.

8) Politieagenten worden steeds vaker geconfronteerd met het maken van beelden (foto's of video's) tijdens hun interventies. Het «recht op beeld» wordt vaak ingeroepen als rechtvaardiging voor het in beslag nemen van camera's en het in beslag nemen of verwijderen van beelden, alsook voor het controleren van de identiteit van degenen die de beelden nemen, hetgeen tot spanningen en duidelijke risico's van escalatie leidt.

Aan alle leden van de geïntegreerde politiedienst is een informatieblad uitgereikt om hen eraan te herinneren dat het maken van foto's op zich niet strafbaar is, dat het alleen strafbaar is een portret of een video te publiceren zonder toestemming van de afgebeelde persoon en als de inhoud niet bedoeld is voor openbaarmaking van informatie, en indien de inhoud niet bedoeld is om «voor journalistieke doeleinden» informatie, meningen of ideeën aan het publiek mee te delen, en dat het louter maken van beelden dus geen enkele beperkende maatregel tegen de betrokken burger kan rechtvaardigen (zoals inbeslagneming van de mobiele telefoon, verwijdering van de beelden, identiteitscontrole, enzovoort). ).

De in deze fiche vermelde beginselen worden ook tijdens de opleiding in herinnering gebracht.

De noodzaak om de desbetreffende wetgeving aan te passen moet verder worden onderzocht.De huidige wettelijke bepalingen en de interpretatie daarvan zijn toereikend