Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1129

van Fatima Ahallouch (PS) d.d. 5 maart 2021

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Tandprothetiek - Beroep van tandprotheticus - Erkenning - Eventuele erkenning als gezondheidszorgberoep - Stand van zaken

beroep in de gezondheidszorg
tandheelkunde
erkenning van getuigschriften van vakbekwaamheid
paramedisch beroep
medisch en chirurgisch materiaal
bestedingen voor gezondheid

Chronologie

5/3/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/4/2021)
5/5/2021Rappel
20/5/2021Antwoord

Vraag nr. 7-1129 d.d. 5 maart 2021 : (Vraag gesteld in het Frans)

Enkele jaren geleden heeft de commissie Gezondheid van de Kamer van volksvertegenwoordigers hoorzittingen gehouden met alle verschillende categorieën van gezondheidswerkers en gezondheidsberoepen. Toen bleek een reorganisatie nodig, die een multidisciplinaire aanpak inhield waarbij de medische handelingen anders werden ingedeeld, nieuwe beroepen werden geïntroduceerd en waarbij zich een aanpassing opdrong aan de evolutie van de patiëntenpopulatie, die steeds maar veroudert.

Tijdens legislatuur 54 (2014-2019) werd er geen vooruitgang geboekt in dit complexe dossier, of toch niet voor de tandprothetici die ook werden gehoord in de commissie Gezondheid van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Om het debat weer op gang te brengen werd een voorstel van resolutie ingediend (stuk Kamer, nr. 54 3610/001).

Tandprothetiek is een discipline die erin bestaat aan personen die alle of een deel van hun tanden hebben verloren uitneembare tandprothesen te verstrekken, dat wil zeggen op maat gemaakte, invasieve en niet-actieve medische hulpmiddelen, zoals vastgelegd in de Europese richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen.

In verschillende lidstaten van de Europese Unie kunnen tandprothetici zelfs prothesen plaatsen zonder het optreden van een tandarts.

In België is er in elke gemeenschap een Instituut voor tandprothetici. De opleiding voor het verkrijgen van het diploma van tandprotheticus stoelt op de internationale normen voor opleidingen inzake tandprothetiek.

Wat de opleiding betreft is deze problematiek dus een zaak van de deelstaten. Het betreft een transversaal dossier en bijgevolg is de Senaat bevoegd.

De details van deze opleiding zijn trouwens opgenomen in de toelichting van de voormelde resolutie.

Uit de getuigenissen in het kader van het luisternetwerk van de Koning Boudewijnstichting is naar voren gekomen dat minder begoede mensen moeilijk toegang krijgen tot tandprothesen. De omvangrijke tandschade bij die – vaak jonge – mensen legt een maatschappelijke kwaal bloot. Mochten de minder begoede mensen toegang hebben tot tandprothesen, dan zouden hun kansen inzake sociaaleconomische integratie stijgen. Dit gaat dus ook over gelijke kansen, evenzeer een transversale materie.

Ik heb in deze vraag enkele elementen overgenomen uit de voormelde resolutie.

Tandtechnici zijn in ons land al vele jaren actief en ze vragen al lang om erkend te worden.

Het beroep moet volgens hen als gezondheidszorgberoep worden opgenomen in het toepassingsgebied van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.

Beschikt u over bijkomende informatie met betrekking tot de mogelijke opname van het beroep van tandprotheticus in de lijst van gezondheidszorgberoepen?

Wat is op dit moment de stand van zaken?

Antwoord ontvangen op 20 mei 2021 :

De kwestie van de denturisten heeft het voorwerp uitgemaakt van vragen aan het parlement, maar ook van een negatief advies van de Federale Raad voor Paramedische Beroepen van 16 maart 2017, waarbij het niet nodig werd geacht om alleen voor handelingen in verband met uitneembare tandprothesen een nieuw paramedisch beroep te creëren, alsook van een advies van de Raad van de Tandheelkunde van 21 maart 2016. In dat advies beveelt de Raad niet aan om tandheelkundige handelingen rond uitneembare gebitsprothesen te delegeren. Het advies van de Raad is gebaseerd op de volgende argumenten en motivering: enerzijds de complexe biomedische en psychosociale verwevenheid van de groep die uitneembare tandprothesen draagt, met name kwetsbare ouderen, en anderzijds een verbetering van de mondhygiëne bij de bevolking dankzij preventie en de betere kwaliteit van de restauratieve verzorging.

Verschillende zorgverleners werken al interdisciplinair samen. Zo bestaat er een samenwerking tussen de tandarts en de dentaaltechnicus die als een onmisbare partner wordt gezien. In deze samenwerkingsrelatie blijft de tandarts de meest competente beroepsbeoefenaar voor de verschillende intra-orale fasen, te beginnen met het onderzoek en de diagnosestelling tot het ontwerp van de tandprothese en de follow-up van de patiënt. Het medisch hulpmiddel wordt daarentegen in een dentaal-technisch bedrijf vervaardigd door een dentaaltechnicus aan de hand van de door de tandarts aangeleverde gegevens op voorschrift en onder supervisie van de tandarts. De tandarts blijft met andere woorden verantwoordelijk en coördineert het volledige proces.

Bovendien is bijzondere aandacht besteed aan preventieve verzorging om een slechte mondhygiëne te voorkomen. Om aan deze behoefte tegemoet te komen en om de verzorging toegankelijker maken, werd een nieuw gezondheidsberoep in het leven geroepen. Het gaat om het beroep van mondhygiënist dat bij Koninklijk Besluit van 28 maart 2018 is ingevoerd. Deze professionele zorgverlener ondersteunt dus de tandarts en werkt nauw samen met laatstgenoemde. De handelingen die door de tandarts aan de mondhygiënist worden gedelegeerd, vallen onder de preventie van mondziekten met de bedoeling om de toegankelijkheid en de mondgezondheid te verbeteren door kwaliteitsvolle zorg.

Voorts deel ik uw terechte bezorgdheid omtrent de toegankelijkheid van tandzorg voor onder meer kwetsbare ouderen. Het is waar dat kansarmoede een factor is die een slechte gezondheid en tandgezondheid in de hand werkt. Ik ben echter van mening dat de maatregelen die tot nu toe zijn genomen in de richting gaan van een betere toegankelijkheid en, in het algemeen, een verbetering van de mondgezondheid die zich zal vertalen in een vermindering van de behoefte aan protheses.