Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2231

van Lionel Bajart (Open Vld) d.d. 15 januari 2019

aan de minister van Begroting en van Ambtenarenzaken, belast met de Nationale Loterij en Wetenschapsbeleid

Federale Wetenschappelijke Instellingen (FWI ) - Inventaris - Collectiebestanden die verloren zijn gegaan - Gegevensbank - Regels voor raadpleging en uitleen aan derden - Rapport van het Rekenhof

federale wetenschappelijke en culturele instellingen
museum
kunstvoorwerp
nationale bibliotheek
zaakregister
gegevensbank
audit
gegevensbescherming
cultureel erfgoed
bescherming van het erfgoed

Chronologie

15/1/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
18/2/2019Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1993

Vraag nr. 6-2231 d.d. 15 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een goede preventie van diefstal binnen musea of archieven impliceert de gedetailleerde opname en omschrijving van elk stuk in een inventaris met foto en een regelmatige standplaatscontrole.

Er moeten ook duidelijke regels zijn voor bruikleen, met een beperkte termijn en een systematische opvolging.

De federale overheid staat in ons land nog steeds in voor vele prachtige collecties in diverse musea, zoals het Museum voor Kunst en Geschiedenis, het Koninklijk Museum voor Midden Afrika en de Musea voor Schone Kunsten. Aangezien in sommige musea tot 80 % van de collectie in archief of in depot zit is een permanente opvolging aangewezen.

Het recente rapport van het Rekenhof "Cultureel en Wetenschappelijk patrimonium van de federale Staat" werpt heel wat vragen op.

Niet alle instellingen hebben voor de beveiliging van de verzameling procedures uitgewerkt voor consultatie door derden, in het bijzonder wat betreft specimina. Niet overal zijn er duidelijke regels voor wie een werk of een specimen heeft ontleend.

Ik haal even aan uit het rapport : "Maatregelen om verlies of beschadiging van werken tegen te gaan, ontbreken vaak. Omdat de stockering soms chaotisch verloopt en de verantwoordelijken de bewaar en tentoonstellingsruimten onregelmatig betreden, merken ze een verlies niet altijd op. Verschillende musea wijzen erop dat ze door de staat van de gebouwen hun taken niet professioneel kunnen uitvoeren, zodat zich geregeld ongelukken voordoen."

Even verder luidt: "Vaak wordt de informatie bewaard op een gedeelde schijf waardoor niet gemachtigde personen de lijsten kunnen bewerken. De Federale Wetenschappelijke Instellingen (FWI) hebben op dit vlak meestal geen doordacht beleid. Sommige hebben geen instructies voor de te gebruiken opslagruimte en nemen onvoldoende back ups. Een plan om de continuïteit van de gegevens te waarborgen ontbreekt overal. Nochtans gaan gegevens effectief verloren. Zo verloor het Prentenkabinet van de Koninklijke Bibliotheek van België (KBB) in 2009 door een servercrash een bestand met een snelinventarisatie van dubbels en prenten zonder inventarisnummer. De gegevens zijn nog niet hersteld."

Deze vraag betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen (cultuur en media). De bescherming van ons cultuurpatrimonium is een gedeelde bevoegdheid. Het federale luik betreft eerder de handhaving alsook de federale musea en de wetenschappelijke instellingen en het daarin opgenomen cultuurpatrimonium.

In dit verband heb ik volgende vragen:

1) Kunt u volgende passage van het rapport van het Rekenhof duiden : "Maatregelen om verlies of beschadiging van werken tegen te gaan, ontbreken vaak. Omdat de stockering soms chaotisch verloopt en de verantwoordelijken de bewaar en tentoonstellingsruimten onregelmatig betreden, merken ze een verlies niet altijd op. "? Hoe reageert u op deze vaststellingen ?

2) Hoeveel werken die bewaard worden door de Federale Wetenschappelijke Instellingen zijn de jongste drie jaar beschadigd ? Kunt u de werken opsommen en meedelen of deze herstelbaar of niet waren? Werden deze ondertussen reeds hersteld?

3) Kunt u meedelen of alle Federale Wetenschappelijke Instellingen duidelijke richtlijnen hebben uitgewerkt voor het betreden van de stockeringsruimtes? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan u gedetailleerd toelichten ?

4) Kunt u volgende passage duiden : "Verschillende musea wijzen erop dat ze door de staat van de gebouwen hun taken niet professioneel kunnen uitvoeren, zodat zich geregeld ongelukken voordoen."? Waarover gaat dit? Over welke "ongelukken" gaat het en welke werken werden getroffen? Hoe reageert u als bevoegde beleidsmaker op deze vaststelling?

5) Vindt u het aangewezen dat informatie betreffende de collecties op gedeelde schijven wordt bewaard waardoor een niet gemachtigde persoon deze lijst kan bewerken? Wat gaat u hieraan doen? Kunt u de maatregelen, evenals het budget en het tijdschema toelichten?

6) Kunt u meedelen of alle Federale Wetenschappelijke Instellingen een back up hebben van hun volledige collectie en specimengegevens? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, waarom niet en is dit niet hoogdringend?

7) Zijn de gegevens van het Prentenkabinet van de Koninklijke Bibliotheek van België intussen reeds integraal hersteld? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, wanneer wordt de inventaris terug samengesteld en wanneer zal deze up to date zijn ?

8) Kunt u meedelen of er in 2009, buiten de gegevens van het Prentenkabinet van de Koninklijke Bibliotheek van België, nog andere bestanden met gegevens over de collecties van Federale Wetenschappelijke Instellingen verloren gingen? Zo ja, welke ?

9) Hoe reageert u als bevoegde beleidsmaker op de vaststelling van het Rekenhof dat een plan om de continuïteit van de gegevens te waarborgen overal ontbreekt ? Kunt u zeer gedetailleerd meedelen hoe aan deze kritiek zal worden tegemoetgekomen en wat het tijdschema en de inhoud is van deze maatregelen ?

Antwoord ontvangen op 18 februari 2019 :

1) Hoewel het verslag van het Rekenhof het debat heeft geopend over onder meer de inventaris van het federale culturele erfgoed en aanbevelingen bevat, blijft het een feit dat - volgens de informatie van de administratie van Wetenschappelijk beleid - er gedurende de laatste drie jaar geen noemenswaardige beschadigingen aan of verliezen van het erfgoed in de FWI plaatsvonden. Dit resultaat komt voort uit het feit dat de federale musea over richtlijnen beschikken voor hun opslagruimtes, zowel op het vlak van beveiliging als op de opslagvoorwaarden. Natuurlijk is het duidelijk bij het lezen van het verslag van het Rekenhof dat we altijd beter kunnen en kunnen werken aan verbeteringen en aanpassingen.

2) Zoals hierboven vermeld, is er de afgelopen drie jaar geen sprake geweest van aanzienlijke schade aan of een aanzienlijk verlies van het erfgoed in de FWI.

Wat de restauratiewerkzaamheden betreft, hebben de meeste federale musea een specifiek beleid voor de eigen verzameling. De schade kan verschillende oorzaken hebben. Dit kan het gevolg zijn van waterschade of slechte hydrometrische bewaaromstandigheden (te lage luchtvochtigheid, te hoge temperatuur met als gevolg o.a. schimmelvorming, verfophopingen, e.a). Het kan ook een gevolg zijn van het verplaatsen van de objecten in het museum of bij uitlening. In de KMKG werden enkele schadegevallen vastgesteld: zo werd een boeddhistisch altaar beschadigd als gevolg van het transport in 2016 en werden glasraampanelen beschadigd in 2018 na een bruikleen. Alle voorwerpen zijn echter gerestaureerd. Bovendien werd de schade gedekt door de diverse verzekeringsmaatschappijen. Tot slot kunnen we geen enkel van de gerapporteerde beschadigingen in de FWI voor de periode 2016-2018 als groot beschouwen en elk mogelijk beschadigd goed is gerestaureerd.

3) Alle FWI hebben opslagruimtes en reserves en beschikken in dit kader over specifieke richtlijnen betreffende de toegangsvoorwaarden voor het personeel. Deze richtlijnen zijn bedoeld om zowel de veiligheid van de collecties als het respect voor de opslagomstandigheden te waarborgen die nodig zijn voor een goede bewaring van de collecties. Deze richtlijnen kaderen in de beveiliging van de FWI, maar zijn eveneens gericht op de klimatologische omstandigheden waarin het federaal erfgoed wordt bewaard. Sommige FWI zoals het KBIN, het KMMA en de KMSKB implementeerden een beveiligd badgetoegangssysteem tot de opslagruimten. Dit maakt het mogelijk om de toegang te controleren en te beperken tot werknemers die verantwoordelijk zijn voor deze collecties.

4) Een aantal FWI bevinden zich in prachtige historische gebouwencomplexen, maar sommige hiervan dateren uit eind de negentiende of begin twintigste eeuw. Als deze gebouwen waren afgestemd op de behoeften van museumbezoekers en het functioneren van de musea, bibliotheken en archieven van die tijd, is hun functionaliteit niet altijd meer in overeenstemming met onze huidige normen en de huidige bezoekerseisen. Het upgraden, transformeren, moderniseren of verbouwen van deze gebouwen vormt een belangrijke uitdaging. Voor sommige FWI is er al aanzienlijke vooruitgang geboekt, of het nu om de nieuwe vestigingen van het RA, de gerenoveerde zalen van het KBIN of de heropening van het KMMA gaat.

5) Volgens informatie van de administratie Wetenschapsbeleid was er geen toegang tot servers door onbevoegde personen.

6) De FWI hebben een informatica back up-systeem waar alle verwerkte collectie- en specimengegevens bewaard zijn.

7) Ten tijde van de audit door het Rekenhof was de “retro"-inventaris R-2009 van de KBB die in een aparte databank zat, niet toegankelijk. Intussen is deze inventaris helemaal geïntegreerd en toegankelijk via Syracuse. Er is dus nooit sprake geweest van verlies van gegevens.

8) Geen enkel register of fichier van de Koninklijk Bibliotheek van België, meer specifiek van het Prentenkabinet ging verloren.

9) Zoals uit de vorige antwoorden is af te leiden, bestaat en bestond er steeds een continuïteit van gegevensverwerking in de FWI. Het grootste aandachtspunt is welke gegevens dien voor interne beheersmatige aanwending, welke voor wetenschappelijke doeleinden kunnen worden gebruikt en welke voor een breed publiek interessant zijn. Door de beperkte middelen, ook voor ICT-investeringen worden er per FWI duidelijke keuzes gemaakt.