Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2223

van Lionel Bajart (Open Vld) d.d. 15 januari 2019

aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken

Dreigingsniveau - Verandering van het dreigingsbeeld van het terrorisme - Jihadistische beweging - Verspreiding van de jihadistische boodschap - Wraaknarratief - Maatregelen

radicalisering
islam
religieus conservatisme
extremisme
terrorisme

Chronologie

15/1/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
12/2/2019Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1971

Vraag nr. 6-2223 d.d. 15 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Nederlandse Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) waarschuwt in een recente mededeling dat de jihadistische dreiging de afgelopen periode is veranderd, maar dat de dreiging tegen Nederland substantieel blijft. De geweldsdreiging die uitgaat van de Nederlandse jihadistische beweging is dan ook geenszins afgenomen. Volgens het NCTV bereiden haar aanhangers aanslagen voor, maar dit heeft vooralsnog niet geleid tot een concrete dreiging in Nederland.

De Nederlandse jihadistische beweging, die sinds de jaren 2013 2016 flink is gegroeid, is mogelijks bevattelijk voor een " wraaknarratief " waarbij de schuld voor de val van het zelfverklaarde kalifaat bij het Westen gelegd wordt en bij de inzet van het leger tegen de Islamitische Staat (IS). Dit kan als rechtvaardiging worden gebruikt door jihadisten bij een aanslag.

Er is sprake van een heroriëntatie na de quasi volledige instorting van het zelfverklaarde kalifaat. De nadruk komt heden te liggen op de " dawa ". Dit omvat de verspreiding van de jihadistische boodschap. Naast aanhangers van het jihadisme zijn er in Nederland nog enkele duizenden sympathisanten van het jihadisme en dan meer specifiek van IS.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag : de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016 2019, en werden besproken tijdens een Interministeriële Conferentie, waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Het betreft aldus een transversale gewestaangelegenheid waarbij de rol van de Gewesten vooral ligt in het preventieve luik.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan u :

1) Hoe reageert u op de vaststellingen van het Nederlandse NCTV over de verandering van de dreiging van het terrorisme waarbij de jihadististische beweging (voornamelijk IS en sympathisanten) meer de nadruk legt op het verspreiden van de jihadistische boodschap, wat op termijn kan leiden tot een verdere groei van het aantal jihadisten in Nederland? Stelt u een gelijkaardige tendens vast in ons land? Zo ja, kan u dit concreet illustreren? Zo neen, waarom niet en wat zijn de beleidsverschillen met Nederland ?

2) Kan u meedelen of uzelf of de veiligheidsdiensten over informatie beschikken aangaande een toename van het verspreiden van jihadistische boodschappen in eigen land? Kan u dat enigszins cijfermatig onderbouwen (aantal haatboodschappen op het internet, predikers, enzovoort)?

3) Kan u meedelen hoe u het verspreiden van de jihadistische boodschap in onze detentiecentra concreet tegengaat? Is er, in het licht van de vaststellingen van het NCTV, geen specifiek actieplan nodig om het ronselen van nieuwe jihadisten in de gevangenissen te voorkomen? Zo neen, kan u dan meedelen hoe het huidig beleid volstaat om dat te voorkomen? Welke maatregelen heeft u daaromtrent concreet genomen of zal u nog nemen? Zo ja, kan u toelichten wat de inhoud en het tijdschema is?

Antwoord ontvangen op 12 februari 2019 :

1) & 2) OCAD beschikt niet over precieze cijfers die een toegenomen verspreiding van jihadistische propaganda op het Internet in België kan bevestigen, noch ontkrachten. Toch kunnen een aantal trends worden vastgesteld :

– de verspreiding van officiële IS-propaganda is, vergeleken met de voorgaande jaren, sterk afgenomen in 2018 (naar schatting 3 500 officiële IS-propagandaproducten in 2016, 2 500 in 2017 en in de eerste helft van 2018 minder dan 500). Door gerichte acties tegen IS-gerelateerde accounts en items op de populaire sociale media de globale zichtbaarheid en het bereik van IS-propaganda sterk verminderd is ;

– niettemin maken aanhangers van IS, ook in België, gebruik van andere platformen om te communiceren en propaganda te circuleren, bijvoorbeeld Internetfora, hosting services, blogosfeer platformen, sharing sites en geëncrypteerde applicaties, zoals Telegram ;

– in de propaganda die men op die manier verspreidt is nostalgie naar de vroegere « Staat » een van de belangrijkste thema’s. Het vijandbeeld (« joden, kruisvaarders, apostaten ») wordt scherp gehouden en er wordt opgeroepen tot wraak tegen het Westen dat aanzien wordt als de schuldige voor het verliezen van het « kalifaat » ;

IS sympathisanten worden aangemoedigd om standvastig te blijven en klaar te staan voor een tweede golf van jihadistische verovering. Dit gaat gepaard met oproepen tot aanslagen in het Westen. Door de zware territoriale verliezen die IS leidt worden deze nog belangrijker voor de organisatie omdat ze door hen beschouwd wordt als de beste manier om relevant te blijven. Op deze manier wordt de jihadistische gedachte levend gehouden.

3) Ik deel het geachte lid mee dat ik voor het antwoord op de vraag verwijs naar het antwoord op de schriftelijke vraag nr. 6-2224 gesteld aan de heer K. Geens, minister van Justitie.