Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2179

van Lionel Bajart (Open Vld) d.d. 15 januari 2019

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, en van Defensie, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen

Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV) - Force protection - « Operation Vigilant Guardian » (OVG) - Doorgeven en ontvangen van informatie

geheime dienst
terrorisme
verzamelen van gegevens
veldonderzoek
toegang tot de informatie

Chronologie

15/1/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
18/2/2019Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1685

Vraag nr. 6-2179 d.d. 15 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar het recente bijzonder interessante jaarverslag van het Vast Comité I.

Deze vraag betreft de belangrijke kwestie van de informatiedoorstroming (intern en extern).

Uit drie casussen kon het Comité I afleiden dat de informatiestroom in het kader van de « Operation Vigilant Guardian » (OVG) vanop het terrein niet tot alle geledingen en mogelijk betrokken diensten was doorgedrongen.

Het Vast Comité I is van mening dat de OVG-detachementen vanuit het standpunt van de inlichtingengaring zonder twijfel een waardevolle bijdrage kunnen leveren. De ingezette militairen zijn niet alleen leveranciers van informatie (zoals de drie aangehaalde casussen duidelijk aantonen), maar ze hebben ook zelf inlichtingen nodig om hun taak naar behoren te vervullen en om zichzelf adequaat te beschermen. Ook dit is een bevoegdheid van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV) in het kader van Force Protection.

Wat betreft het transversaal karakter van deze vraag : in het Vlaams regeerakkoord wordt aandacht besteed aan het voorkomen van radicalisering en is er sprake van het oprichten van een cel met experten uit de diverse beleidsdomeinen om radicalisering te voorkomen, te detecteren en eraan te remediëren, met één centraal aanspreekpunt en in samenwerking met andere overheden. De coördinatie van deze cel gebeurt door het Agentschap Binnenlands Bestuur. Vooral inzake de proactieve aanpak en de handhaving vervult de federale overheid een sleutelrol. In de toekomst zal ook een federale ambtenaar van de federale overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken deel uitmaken van deze cel. Het betreft aldus een transversale aangelegenheid met de gewesten. Ik verwijs tevens naar het recente actieplan van de Vlaamse regering ter preventie van radicaliseringsprocessen die kunnen leiden tot extremisme en terrorisme.

Ik had hieromtrent dan ook volgende vragen :

Hoe reageert u op het standpunt van het Comité I over de sleutelrol die de militairen op het terrein vervullen in het kader van de « Operation Vigilant Guardian », zowel inzake het verstrekken van informatie als inzake het ontvangen van de nodige informatie om zichzelf en de doelwitten die zij beschermen adequater te beschermen ? Welke rol zal / moet het ADIV hierin vervullen ? Kunt u dit uitvoerig toelichten ? Hoe wordt dit vandaag op het terrein aangepakt ? Welke wijzigingen werden er aldus concreet aangebracht op het vlak van informatievergaring en het delen ervan, enerzijds, als op het vlak van het ontvangen van informatie in het kader van Force protection, anderzijds ?

Antwoord ontvangen op 18 februari 2019 :

Het is inderdaad mogelijk dat bepaalde informatie uit de verslagen die de OVG-patrouilles dagelijks naar het Operatiecentrum van Defensie moeten doorsturen, aan de ADIV werden overgemaakt. Naast de VSSE en de Federale Politie speelt ADIV ook een rol op het gebied van de dreigingsanalyse, onder de coördinatie van het OCAD, om passende beschermingsmaatregelen te kunnen nemen. Dit is ook voorzien in het "CHOD Operation Order", waarin de inzet van een militair detachement ter ondersteuning van de federale politie in het kader van antiterroristische maatregelen is vastgelegd. In dit document wordt bepaald dat de ADIV "in coördinatie met OCAD en via het OperatieCentrum van Defensie de evolutie van de dreiging zal opvolgen en de analyse aan de betrokken eenheden zal doorgeven". Deze informatiestroom gebeurt op basis van het "need-to-know"-principe. Wat betreft het delen van informatie zoals dat vandaag gebeurt, verwijs ik graag u naar ons antwoord op punt 4 van uw vraag 6-2177.