Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2023

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 22 november 2018

aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel

Onbelast bijverdienen - Gebruik - Cijfers - Evolutie - Mogelijke werkpunten

deeleconomie
officiële statistiek
geografische spreiding
belastingontheffing
loonbelasting
aanvullend inkomen
dubbel beroep
incidenteel werk

Chronologie

22/11/2018Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/12/2018)
24/1/2019Rappel
21/3/2019Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-2024

Vraag nr. 6-2023 d.d. 22 november 2018 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: de federale wetgeving heeft een impact op de Vlaamse bevoegdheden zoals welzijn, sport en cultuur (verenigingsleven).

Sinds 15 juli 2018 kunnen burgers tot 6 130 euro per jaar onbelast bijverdienen. Concreet komen occasionele klussen, verenigingswerk en taken in het kader van deeleconomie in aanmerking.

Daarom heb ik de volgende vragen voor de minister:

1) Hoeveel burgers maakten reeds gebruik van de mogelijkheid van onbelast bijverdienen? Graag kreeg ik:

a) de cijfers per maand;

b) de cijfers per provincie;

c) een opdeling naar occasionele klussen, verenigingswerk en taken in het kader van deeleconomie.

2) Voor welk bedrag werd reeds gebruik gemaakt van onbelast bijverdienen? Graag kreeg ik:

a) cijfers per maand;

b) cijfers per provincie;

c) een opdeling naar occasionele klussen, verenigingswerk en taken in het kader van deeleconomie.

3) Hoe evalueert de minister deze evolutie?

4) Detecteerde de minister in deze eerste maanden werkpunten voor het systeem van onbelast bijverdienen? Zo ja, welke?

Antwoord ontvangen op 21 maart 2019 :

Ik verwijs naar het antwoord gegeven door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid op schriftelijke vraag nr. 6-2024.