Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1668

van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) d.d. 29 november 2017

aan de minister van Justitie

Veiligheid van de Staat (VSSE) - Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV) - Social Media Intelligence (SOCMINT)

sociale media
staatsveiligheid
geheime dienst
virtuele gemeenschap
extremisme
aanwerving
radicalisering

Chronologie

29/11/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/12/2017)
31/1/2018Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1669

Vraag nr. 6-1668 d.d. 29 november 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar het recente bijzonder interessante jaarverslag van het Vast Comité I.

Voor Social Media Intelligence zijn er diverse aanbevelingen:

- voor het beheer van deze bronnen is talenkennis en kennis van de allochtone milieus essentieel. De VSSE en de ADIV zouden daarom de diversiteit in hun diensten moeten bevorderen;

- het belang van SOCMINT neemt steeds toe. SOCMINT is echter arbeidsintensief en vergt de nodige techniciteit;

- de capaciteit die de VSSE en de ADIV besteden aan SOCMINT is eerder beperkt. Om hieraan te verhelpen is verregaande samenwerking nodig.

Wat betreft het transversale karakter van deze vraag: in het Vlaams regeerakkoord wordt aandacht besteed aan het voorkomen van radicalisering en is er sprake van 'het oprichten van een cel met experten uit de diverse beleidsdomeinen om radicalisering te voorkomen, te detecteren en eraan te remediëren, met één centraal aanspreekpunt en in samenwerking met andere overheden. De coördinatie van deze cel ligt bij het Agentschap Binnenlands Bestuur. De federale overheid vervult een sleutelrol inzake proactieve aanpak en handhaving. In de toekomst zal ook een federale ambtenaar van de FOD Binnenlandse Zaken deel uitmaken van deze cel. Het betreft aldus een transversale aangelegenheid met de gewesten. Ik verwijs tevens naar het recente actieplan van de Vlaamse regering ter preventie van radicaliseringsprocessen die kunnen leiden tot extremisme en terrorisme.

Ik had hieromtrent dan ook volgende vragen:

1) Hoe wordt er werk gemaakt van het bevorderen van de diversiteit bij de ADIV en de VSSE? Kunt u dit toelichten en aangeven welke gevolgen dit heeft voor de aanwervingen?

2) Hoeveel fulltime equivalenten werken er bij de VSSE en de ADIV in het kader van Social media Intelligence ? Kunt u dit uitgebreid toelichten alsook aangeven welke inspanningen er nog zullen worden gedaan?

3) Kunt u uitgebreid toelichten hoe er werk wordt gemaakt van de noodzaak om verregaand samen te werken wat betreft de Social media Intelligence bij respectievelijk de VSSE en de ADIV? Kunt u dit concreet toelichten?

Antwoord ontvangen op 31 januari 2018 :

1) Gezien er voor alle selectieprocedures wordt samengewerkt met SELOR, worden ook hier de voor deze organisatie geldende diversiteitsregels toegepast.

De Belgische nationaliteit hebben is een vereiste om een veiligheidsmachtiging « zeer geheim » te bekomen, dewelke nodig is om bij de VSSE aan de slag te kunnen.

Om deze redenen kan er dan ook moeilijk een beleid van positieve discriminatie worden gevoerd. De VSSE heeft in 2017 wel hard geïnvesteerd in de capaciteit van het organiseren van selecties en hoopt op die manier sneller en gerichter te kunnen inspelen op de noden van de dienst door bijvoorbeeld specifieke taalvereisten of andere minder evidente technische competenties te testen.

2) De cel SOCMINT van de VSSE is sinds 22 maart 2016 meer dan verdubbeld in capaciteit, waardoor dit expertenteam momenteel negen full time equivalent telt. Dit zijn mensen die zich voltijds en specifiek aan de opvolging van sociale media wijden, aan innovatie doen, vorming geven, enzovoort. Het betreft hier het kenniscentrum van de VSSE op dit vlak.

Maar dit cijfer zegt niet alles, want ondertussen is het in meer of mindere mate betrekken van informatie uit sociale media in onderzoeken tot een algemene activiteit uitgegroeid die, wel in een meer beperkte vorm dan de onderzoeken door SOCMINT, ook binnen alle secties zelf wordt uitgeoefend.

Ten slotte zal in 2018 ook verder worden gegaan met de aanwerving van de resterende laureaten van de selectie van het profiel « social media » die in 2016 werd georganiseerd. De SOCMINT capaciteit zal dus in 2018 nog verder worden uitgebreid.

3) In het kader van het Plan R heeft de VSSE maandelijks overleg op expertenniveau met OCAD, ADIV en de federale politie over de aanwezigheid van radicaal islamitische profielen op sociale media. Hier wordt allerhande concrete informatie uitgewisseld om de informatiepositie van alle diensten te versterken.

Ook op logistiek vlak wordt er samengewerkt in de vorm van de gezamenlijke aankoop van een softwaretool die moet toestaan om de opvolging van profielen op sociale media breder en diepgaander uit te voeren.

Verder levert de VSSE technische bijstand in alle gerechtelijke terrorismedossiers, waarbij onze dienst niet nalaat om input te geven op basis van Social Media Intelligence producten, die als voordeel hebben dat ze vaak niet-geclassificeerd gedeeld kunnen worden.

Tenslotte werkt de VSSE nauw samen met haar buitenlandse partnerdiensten en is ook de samenwerking op het vlak van Social Media Intelligence de voorbije jaren logischerwijze sterk toegenomen.