Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1003

van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) d.d. 7 juli 2016

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen

Syriëstrijders - Uitreispogingen - Sleutelrol van de « broker » - Cijfers - Strijd

terrorisme
extremisme
statistiek
mensenhandel
Syrië
radicalisering

Chronologie

7/7/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/8/2016)
1/9/2016Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1004

Vraag nr. 6-1003 d.d. 7 juli 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dr. Jasper de Bie van de faculteit Rechtsgeleerdheid te Leiden schreef een bijzonder relevant proefschrift betreffende de werking van jihadistische netwerken.

Het onderzoek van de Bie wijst op de sleutelrol die de broker vervult bij de uitreispogingen van jonge Syriëstrijders. Zo stelt hij dat : « Zonder hulp van een broker de uitreispogingen vaak uitlopen op een mislukking. »

Transversaal karakter van de vraag : de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016-2019, en werden besproken tijdens een Interministeriële Conferentie, waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Het fenomeen van de strijd tegen het terrorisme en de radicalisering is één van de grote prioriteiten. Deze vraag betreft een transversale gewestaangelegenheid over de strijd tegen radicalisering. Zo coördineert in Vlaanderen de minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid en Inburgering de strijd tegen radicalisering.

Ik had dan ook graag een antwoord gekregen op de volgende vragen :

1) Kan u aangeven in hoeverre dit ook bij de Syriëstrijders die vanuit ons land vertrokken het geval is ? Kan u cijfermatig toelichten in hoeverre bij het succesvol uitreizen van een Syriëstrijder er sprake was van een broker ?

2) Kan u aangeven in hoeverre er in de dossiers van de Syriëstrijders sprake is van dezelfde brokers die de reis praktisch organiseren en het contact regelen met de terroristische groeperingen in de aankomstlanden ? Wat zijn hun gemeenschappelijke kenmerken ? Betreft het hoofdzakelijk landgenoten of niet ?

3) Kan u aangeven in hoeverre onze diensten succesvol optreden tegen deze brokers gezien de Syrië strijders zonder hun tussenkomst zelden succesvol kunnen vertrekken ? Hoe vertaalt dit zich concreet in veroordelingen en dit respectievelijk de laatste drie jaar voor de brokers die in ons land actief zijn ?

Antwoord ontvangen op 1 september 2016 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen :

1) Deze vaststelling wordt alleszins ook in de Belgische dossiers regelmatig gedaan, al kan de betekenis van « broker » hierbij wel uiteenlopend zijn : soms wordt vastgesteld dat bepaalde (groepen van) personen er zich binnen ons land op toe leggen om een tussenrol te spelen bij het overtuigen tot en het praktisch organiseren van de afreis naar de conflictgebieden ; soms gaat het eerder om contactpersonen die zich ophouden in het grensgebied tussen Turkije en Syrië en van daaruit praktische hulp en begeleiding bieden ; soms gaat het over praktische hulp vanwege individuele kontakten van kandidaat-vertrekkers, hetzij ontstaan in het verre verleden (samen school gelopen, en andere) hetzij in een recent verleden, bijvoorbeeld op basis van kontakten via het Internet, Facebook, …

Uiteraard hebben we voor heel wat afgereisde personen (nog) geen precies beeld op de wijze waarop hun afreis precies is georganiseerd geweest. Daarom hanteren we hieromtrent geen cijfers of statistieken.

We merken nog op dat verschillende succesvolle uitreisbewegingen toch ook individueel of met enkele individuen samen zijn opgezet geweest.

2) Waar hiertoe de elementen voorhanden zijn, worden deze personen mee betrokken in het onderzoek, en in latere fase mee vervolgd. Dit kan zijn als lid van een criminele / terroristische organisatie, als aanzetter tot, en andere politioneel kunnen we geen aparte statistieken aanleveren over deze « brokers ». Hiervoor zou een transversale studie van de dossiers nodig zijn.

3) Deze parlementaire vraag valt niet onder mijn bevoegdheden, maar behoort tot die van mijn collega, K. Geens, minister van Justitie.