Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8945

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 3 mei 2013

aan de minister van Werk

De vertegenwoordiging van politieke fracties in de algemene vergadering van de Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen (PWA)

dienst voor arbeidsbemiddeling
politieke vertegenwoordiging
Nationale Arbeidsraad

Chronologie

3/5/2013Verzending vraag
18/6/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3364

Vraag nr. 5-8945 d.d. 3 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Na de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 moeten de nieuw geïnstalleerde gemeenteraden hun vertegenwoordigers voor de PWA's opnieuw aanwijzen. De algemene directie Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt stelde daartoe een procedure op, vergezeld van een aantal voorbeelden van brieven. Deze procedure werd bezorgd aan de voorzitters en raden van bestuur van de PWA's.

In deze procedure worden een aantal zaken verduidelijkt. Men vraagt een zeer duidelijke proportionele verdeling in de algemene vergadering tussen de meerderheid en de oppositie. Aangezien het gaat om een proportionele verdeling worden meerdere systemen aanvaard (systeem D'hondt, systeem Imperiali, een mathematische verdeling,…). Daarnaast verduidelijkt men ook de procedure voor het aanstellen van de vertegenwoordigers van de organisaties die zetelen in de NAR. Momenteel zijn dat er zeven (ACV, ABVV, ACLVB, Boerenbond, UNIZO, VBO en UNISOC). Aangezien er ook een proportionele vertegenwoordiging gevraagd wordt tussen de vertegenwoordigers van de organisatie die zetelen in de NAR en de politieke vertegenwoordigers, betekent dit dat, wanneer een organisatie geen vertegenwoordiger wenst af te vaardigen, deze zetel moet worden ingenomen door een van de andere organisaties om de proportionaliteit te waarborgen. De algemene vergadering van de PWA moet tussen 12 en 24 leden tellen.

Deze procedure zorgt blijkbaar voor heel wat onduidelijkheden bij bepaalde gemeentebesturen. Vooral de proportionaliteit en de procedure om die te berekenen kennen heel wat fouten. Aangezien geen vast berekeningssysteem wordt vooropgesteld, nemen meerderheden het systeem dat hen op dat moment het voordeligst uitkomt. Zo zijn in bepaalde gemeentes geen vertegenwoordigers van de oppositie meer opgenomen in de algemene vergadering van het PWA. Dit omdat men het systeem toepast en berekent partij per partij, terwijl duidelijk wordt gevraagd een berekening te nemen meerderheid/oppositie.

Daarnaast is er wat onduidelijkheid over het aantal vertegenwoordigers. Er zijn zeven verenigingen vertegenwoordigd in de NAR. Aangezien het verplichte minimum aantal leden van de algemene vergadering twaalf bedraagt (dit getal is waarschijnlijk gekozen omdat er vroeger maar zes verenigingen vertegenwoordigd waren in de NAR), vullen vele gemeentes deze zevende zetel niet in als er een van de organisaties geen vertegenwoordiger wenst af te vaardigen.

Door deze onduidelijkheden zijn mijns inziens een aantal algemene vergaderingen niet rechtsgeldig samengesteld.

Ik heb dan ook volgende vragen voor de minister:

1) Hoeveel algemene vergaderingen van PWA's zijn op het moment reeds samengesteld? Zijn er reeds klachten binnengekomen over de samenstelling van de PWA in bepaalde gemeentes? Heeft de FOD zelf reeds tekortkomingen vastgesteld? Welke zijn de meest voorkomende tekortkomingen?

2) Welke procedure wordt gevolgd wanneer een klacht wordt ingediend of wanneer de FOD zelf tekortkomingen in de gevolgde procedures of de samenstelling vaststelt? Hoe wordt het toezicht aangaande de samenstelling van PWA gevoerd?

3) Gemeentes gaan nogal creatief om met de berekening van het aantal vertegenwoordigers van meerderheid versus oppositie in de algemene vergadering van het PWA. Kan de proportionele vertegenwoordiging meerderheid/oppositie in de algemene vergadering ook worden bereikt door vertegenwoordigers met raadgevende stem toe te voegen? Is een algemene vergadering die enkel bestaat uit vertegenwoordigers van de politieke fracties met stemrecht afkomstig uit de meerderheid, een rechtsgeldig samengestelde algemene vergadering?

4) Is de minister bereid een aantal aanpassingen door te voeren om meer duidelijkheid te brengen in de procedure? Aangezien UNISOC onlangs is toegevoegd tot de NAR lijkt het ons noodzakelijk om het minimum aantal leden van de algemene vergadering op te trekken tot veertien in plaats van twaalf. Ook wat betreft de proportionaliteit en de berekeningswijze is verduidelijking noodzakelijk.

Antwoord ontvangen op 18 juni 2013 :

1. Er zijn tot hiertoe nog maar enkele dossiers tot goedkeuring van de samenstelling van de nieuwe bestuursorganen ingediend, al is dit niet abnormaal. De PWA’s moeten een hele procedure volgen voor de herinstallatie van hun bestuursorganen. Er moet een nieuwe afvaardiging van de gemeenteraad komen en alle NAR-organisaties moeten aangeschreven worden met de vraag om één of meerdere vertegenwoordigers aan te duiden of om de huidige vertegenwoordiging in het PWA te bevestigen. Vervolgens komt de oude algemene vergadering van het PWA nog een laatste maal samen om onder andere kennis te nemen van de ontslagen en de nieuwe aanduidingen. Pas daarna kunnen de nieuwe bestuursorganen geïnstalleerd worden. De PWA’s moeten een hele procedure volgen en sturen hun dossier tot goedkeuring van de samenstelling pas op als alle statutaire organen zijn geïnstalleerd en de wijziging in de samenstelling is gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch staatsblad. Net als de vorige keren, zal de indiening van de dossiers pas in de komende maanden op gang komen.

2. De PWA’s moeten een volledig dossier indienen op basis waarvan de Federale Overheidsdienst (FOD) zal oordelen of de nieuwe statutaire organen zijn samengesteld conform de reglementering. Als het dossier is onderzocht wordt het PWA zo snel mogelijk ingelicht, hetzij over de overeenstemming van het dossier met de regelgeving, hetzij over de aan te brengen wijzigingen ingeval er geen overeenstemming zou zijn.

3. Overeenkomstig artikel 8, paragraaf 1, derde lid, van de besluitwet van 28 december 1944 wordt de VZW PWA paritair samengesteld, enerzijds uit leden aangewezen door de gemeenteraad of gemeenteraden in proportionaliteit tussen de meerderheid en de minderheid, anderzijds uit leden die de organisaties vertegenwoordigen die zitting hebben in de Nationale Arbeidsraad (NAR). De vereniging zonder winstoogmerk telt minstens 12 en hoogstens 24 leden. De gemeenteraad kan andere leden toevoegen met raadgevende stem.

Naast de effectieve leden, aangeduid door de gemeenteraad en de organisaties die zetelen in de NAR, kan de gemeenteraad dus ook “andere” leden met raadgevende stem aanduiden. Voornoemd artikel is opgebouwd in die zin dat de gemeenteraad andere leden met raadgevende stem kan aanduiden dan de leden die door de gemeenteraad of de gemeenteraden gekozen worden in proportionaliteit tussen de meerderheid en de minderheid. De leden met raadgevende stem worden met andere woorden niet meegeteld voor de berekening van de proportionaliteit meerderheid/minderheid.

De vertegenwoordigers van de gemeenteraad voor het PWA moeten gekozen worden in proportionaliteit tussen de meerderheid en de minderheid. Aangezien er nooit een bepaalde vorm van proportionaliteit werd opgelegd, zijn alle systemen voor de berekening van de proportionaliteit tussen de meerderheid en de minderheid toegelaten (mathematische berekening, systeem D’Hondt, systeem Imperiali). De gemeenteraad kan dus met andere woorden vrij bepalen welke verdeelsleutel er wordt toegepast voor de aanduiding van zijn vertegenwoordigers in de VZW-PWA.

De oppositie mag evenwel nooit worden geweerd in de vertegenwoordiging voor de VZW-PWA. Zowel meerderheid als minderheid moeten afgevaardigd zijn in het PWA anders is er sprake van een disproportionaliteit wat niet overeenstemt met het gegeven dat de vertegenwoordigers van de gemeenteraad in “proportionaliteit tussen de meerderheid en de minderheid” moeten gekozen worden. Verder dient het begrip “proportionaliteit tussen de meerderheid en de minderheid” te worden begrepen in die zin dat de delegatie van de gemeenteraad in de bestuursorganen van het PWA de samenstelling van de gemeenteraad “weerspiegelt”.

4. De procedure die moet gevolgd worden voor de herinstallatie van de bestuursorganen van het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA) is duidelijk genoeg. Deze verschilt nauwelijks van de richtlijnen die de PWA’s kregen bij aanvang van de vorige PWA-legislaturen en dit heeft toen ook geen problemen opgeleverd. Bovendien heeft de Federale Overheidsdienst (FOD) op zijn website een F.A.Q. gepubliceerd met de antwoorden op de meest voorkomende vragen over de samenstelling van de bestuursorganen van de PWA’s.

Verder is het niet opportuun om het minimum aantal leden van de VZW-PWA op te trekken naar 14.

Krachtens artikel 79, paragraaf 1 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering heeft elke organisatie die zetelt in de Nationale Arbeidsraad recht op minstens één mandaat in het PWA. De organisaties die zetelen in de NAR zijn ACV, ABVV, ACLVB, Boerenbond, VBO, Unizo en UNISOC (sinds enkele jaren werkend lid van de NAR). Indien al deze organisaties (7) hun mandaat zouden opnemen zal het PWA inderdaad minstens 14 leden moeten tellen om tot een paritaire samenstelling te komen.

Het komt echter vaak voor dat één of meerdere NAR-organisaties in een PWA verzaken aan hun mandaat. In voorkomend geval kan het PWA het aantal leden nog altijd beperken tot 12 (6 NAR en 6 gemeenteraad). Als we het minimum aantal leden zouden optrekken naar 14, wordt het voor sommige PWA’s moeilijker om tot een geldige samenstelling te komen. Niets belet het PWA om zijn ledenaantal te verminderen of te vermeerderen, zolang dit maar conform de reglementering gebeurt en het aantal tussen 12 en 24 leden ligt.

Het PWA wordt al bijna 20 jaar op dezelfde manier, en zonder problemen, samengesteld. Ik zie dan ook geen reden om de regels rond de berekening van de proportionaliteit te wijzigen.