Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8116

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 14 februari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Ziekte-uitkering RIZIV - Criterium van "laatste loon" - Deeltijdse werkhervatting - Fiscale klem

arbeidsongeschiktheid
ziekteverzekering
chronische ziekte
deeltijdarbeid
invaliditeitsverzekering

Chronologie

14/2/2013Verzending vraag
7/3/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8116 d.d. 14 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Momenteel wordt de ziekte-uitkering berekend op basis van het laatste loon van vóór de volledige arbeidsongeschiktheid.

Pas als men minstens een dag voltijds het werk hervat en daarna opnieuw arbeidsongeschikt wordt, wordt het recentste loon genomen als berekeningsbasis van de ziekte-uitkering.

Wanneer men slechts gedeeltelijk het werk hervat (wat men in de volksmond "progressieve tewerkstelling" noemt), verandert er niks aan de berekeningsbasis.

Veel zieke mensen kunnen en willen graag zo veel mogelijk dagen werken. Het verhoogt hun zelfbeeld. Financieel worden zij voor hun werklust niet beloond, integendeel zelfs. Het deeltijds werken tijdens chronische ziekte, in periodes wanneer de zieke wat aan de beterhand is wordt enkel financieel een beetje beloond als men minstens halftijds werkt naast de ziekte-uitkering, wat voor de meeste zieke mensen niet haalbaar is.

Sommige ziekenfondsen suggereren aan mensen om een dag voltijds te werken, waardoor zij in aanmerking komen voor een hoger "laatste loon", doch vele zieke mensen kunnen maar enkele uren na elkaar werken.

Ik heb dan ook volgende vragen voor de geachte minister:

1. Is de minister vertrouwd met de problematiek van deeltijds werkende chronisch zieken en gehandicapten die desondanks een ziekte-uitkering krijgen op basis van het laatste "voltijdse" loon dat zij ontvingen, dat soms totaal achterhaald is, gezien het soms grote tijdsverloop tussen de aanvang van de ziekte en het deeltijds hervatten van een betrekking? Hoe reageert ze op deze problematiek?

2. Is de minister het met me eens dat het aangewezen is om, op vraag van de chronisch zieke of de gehandicapte, de uitkering te herwaarderen op basis van zijn deeltijds ontvangen loon omgezet in voltijds equivalenten? Zo neen, kan ze dit uitvoerig toelichten en aangeven waarom ze hier geen voorstander van is? Zo ja, kan de minister aangeven hoe deze maatregel - al of niet stapsgewijs - kan worden ingevoerd?

3. Op welke andere wijze zal de regering chronisch zieken en gehandicapten, die willen en kunnen werken, stimuleren en ondersteunen om dit te realiseren? Graag een gedetailleerd overzicht.

4. Hoe reageert de minister op de kritiek dat deeltijds werken voor chronisch zieken en gehandicapten enkel loont als men ten minste halftijds een betrekking bekleedt en beseft ze dat dit onrealistisch en fysiek onmogelijk is voor vele werkwillige chronisch zieken en gehandicapten? Kan ze toelichten hoe dit probleem kan worden weggewerkt en tegen wanneer?

Antwoord ontvangen op 7 maart 2013 :

Het voorwerp van uw vraag, de arbeidsongeschiktheid, valt onder de bevoegdheid van mijn collega, de heer Philippe Courard, Staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en personen met een handicap, belast met beroepsrisico’s.