Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6575

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 22 juni 2012

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister

Het terugvorderen van onterecht uitbetaalde RVA-uitkeringen aan personen met een vennootschap

schuldvordering
zwartwerk
werkloosheidsverzekering
cumulatie van inkomsten
rente
aflossing

Chronologie

22/6/2012Verzending vraag
28/6/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2208

Vraag nr. 5-6575 d.d. 22 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Door de RVA opgespoorde fraude met werkloosheidsuitkeringen is in de periode 2007-2010 gestegen met 40 procent. In 2010 werd voor 68,1 miljoen euro aan uitkeringen teruggevorderd, in 2007 was dat nog maar 48,6 miljoen euro. Dat heeft allicht te maken met het opdrijven van de strijd tegen sociale fraude.

Een aantal van die vorderingen tot terugbetaling door de RVA zou gebeurd zijn bij personen die actief zijn als bestuurder bij een vennootschap. Andere voorbeelden zijn personen die nog tijdskrediet opgenomen hadden, maar intussen al met een activiteit als zelfstandige waren gestart.

Anderzijds is er wellicht ook een aantal ondernemingen dat niet-betaalde schulden aan de RVA heeft. Net als bij particulieren trouwens kan de vraag gesteld worden of er moet ingegrepen worden in het aanrekenen van interesten op niet-betaalde schulden. Bij faillissement van een onderneming met schulden aan de RVA rijst dan weer de vraag of de RVA niet zou moeten worden opgenomen bij de bevoorrechte schuldeisers.

Met betrekking tot die problematiek had ik de volgende vragen:

1) Hoeveel terugvorderingen heeft de RVA in 2010 en 2011 gedaan bij bestuurders van een vennootschap?

2) Hoeveel bedroeg de totaal teruggevorderde som in die jaren?

3) Hoeveel terugvorderingen heeft de RVA in 2010 en 2011 gedaan bij personen die onterecht een uitkering voor tijdskrediet, loopbaanonderbreking of een themaverlof ontvingen, terwijl ze met een activiteit als zelfstandige waren gestart?

4) Hoeveel bedroeg de totaal teruggevorderde som in die jaren?

5) Heeft de administratie moeilijkheden ondervonden om de onterecht uitgekeerde vergoedingen terug te vorderen?

6) Is het aangewezen om de RVA sneller te laten overgaan tot loonbeslag?

7) Kan de RVA interesten verrekenen bij niet-terugbetaling of te trage terugbetaling? Zo neen, is het aangewezen om een maatregel in deze zin te treffen?

8) Is het volgens de staatssecretaris en op basis van de omvang van het probleem noodzakelijk om de RVA als 'bevoorrechte schuldeiser' bij collectieve schuldenregeling op te nemen, zodat de overheid geen geld verliest van ondernemingen die op de fles gaan en nog schulden bij de RVA hebben uitstaan?

Antwoord ontvangen op 28 juni 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op de vragen.

1) en 2) Aan de hand van de beschikbare statistische gegevens is het niet mogelijk te bepalen hoeveel terugvorderingen er in 2010 en 2011 uitsluitend op basis van de cumulatie van werkloosheidsuitkeringen met het uitoefenen van een activiteit als bedrijfsleider werden gedaan, noch om welke teruggevorderde som het in totaal gaat.

3) en 4) Aan de hand van de beschikbare statistische gegevens is het niet mogelijk te bepalen hoeveel terugvorderingen er in 2010 en 2011 uitsluitend op basis van de cumulatie van onderbrekingsuitkeringen, uitkeringen tijdskrediet of thematisch verlof met het uitoefenen van een activiteit als zelfstandige werden gedaan, noch om welke teruggevorderde som het in totaal gaat.

5) De belangrijkste problemen bij het terugvorderen van onterecht betaalde uitkeringen zijn de volgende:

6) De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) kan zelf niet overgaan tot loonbeslag, dit executierecht valt immers onder de bevoegdheid van de Administratie van de Domeinen (de huidige Administratie voor niet-fiscale inning) van de FOD Financiën. Zodra een debiteur weerspannig is, maakt de RVA het dossier immers voor terugvordering over aan deze Administratie, die op dezelfde wijze vervolgt als voor de inning van de registratierechten. Na aftrek van de eventuele kosten worden de door de voornoemde administratie ingevorderde bedragen overgemaakt aan de RVA.

7) De RVA kan intresten aanrekenen wanneer de verschuldigde bedragen laattijdig of niet worden terugbetaald.

8) De schuldvorderingen van de RVA genieten geen voorrecht; ze zijn niet-bevoorrecht. Het toekennen van een voorrecht, zoals een algemeen voorrecht op roerende goederen, aan de schuldvorderingen van de RVA zou het mogelijk maken de invordering van deze schuldvorderingen te bevorderen in geval van faillissement van de debiteur. Om echt efficiënt te zijn zou dit voorrecht echter een voldoende hoge rang moeten hebben.