Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6556

van Christine Defraigne (MR) d.d. 22 juni 2012

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Commissariaat- generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen(CGVS) - Dossiers genitale verminking van vrouwen - Verschillende behandeling

politiek asiel
seksuele verminking
Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
asielzoeker

Chronologie

22/6/2012Verzending vraag
19/7/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6556 d.d. 22 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

De heer Waiengnier meldt mij dat de dossiers van 'genitale verminking bij vrouwen' verschillend behandeld worden door de Franstalige en de Nederlandstalige afdeling van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS). Vrouwen uit Guinée worden gemakkelijker erkend omdat de Franstalige afdeling ter zake een betere aanpak hanteert. Vrouwen uit Sierra Leone of Somalië krijgen meestal een negatieve beslissing omdat hun aanvraag door de Nederlandstalige afdeling van het CGVS wordt behandeld, die deze dossiers anders benadert.

Mijn vragen aan de staatssecretaris zijn:

1) Bent u hiervan op de hoogte?

2) Hoeveel dossiers over genitale verminking bij vrouwen kregen een positieve (en hoeveel een negatieve) beoordeling door de Franstalige afdeling van het CGVS?

3) Hoeveel dossiers over genitale verminking bij vrouwen kregen een positieve (en hoeveel een negatieve) beoordeling door de Nederlandstalige afdeling van het CGVS?

4) Worden de dossiers van vrouwen uit Sierra Leone enkel door de Nederlandstalige afdeling behandeld?

Antwoord ontvangen op 19 juli 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

Het is u zonder twijfel bekend dat de beoordeling van asielaanvragen gebeurt door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) en in tweede instantie door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Beide instanties voeren hun opdracht onafhankelijk uit. Als uitvoerende en wetgevende macht kunnen wij hierin niet tussenkomen.

Het CGVS bericht jaarlijks uitgebreid in haar jaarverslag over haar beleid ten aanzien van meisjes en vrouwen die genitale verminking ondergingen of hiervoor vrezen. In het jaarverslag 2011, dat sinds begin juni 2012 beschikbaar is op de website van het CGVS, is een apart hoofdstuk gewijd aan het gender-aspect bij de beoordeling van asielaanvragen.

Uit een recente analyse blijkt dat het CGVS in 2010 223 asielbeslissingen nam waarin “vrouwelijke genitale verminking” als vervolgingsmotief voorkwam. Het gaat over beslissingen ten aanzien van vrouwen die zelf en / of hun dochter genitale verminking ondergingen of hiervoor vrezen.

In 2010 stonden Guinee (123 asielbeslissingen), Kenya (12), Sierra Leone (11), Ivoorkust en Togo (beide 8) en Kameroen, Nigeria en Somalië (allen 6 beslissingen) in de top van herkomstlanden voor dewelke de meeste asielbeslissingen werden genomen waarin ‘vrouwelijke genitale verminking’ als vervolgingsmotief voorkwam. De meeste beslissingen tot erkenning van de vluchtelingenstatus werden genomen in Guineese asieldossiers (93 beslissingen).

In 2011 nam het CGVS 378 asielbeslissingen waarin “vrouwelijke genitale verminking” als vervolgingsmotief voorkwam.

In 2011 stonden Guinee (257 asielbeslissingen), Kenya en Nigeria (12), Sierra Leone (11), Senegal (10) en Ivoorkust (9) in de top van herkomstlanden voor dewelke de meeste asielbeslissingen werden genomen waarin “vrouwelijke genitale verminking” als vervolgingsmotief voorkwam. De meeste beslissingen tot erkenning van de vluchtelingenstatus werden genomen in Guineese asieldossiers (217 beslissingen).

In tegenstelling tot wat uw vraagstelling suggereert worden asielaanvragen op het CGVS niet behandeld binnen aparte Nederlandstalige en Franstalige secties. Het CGVS werkt eerder met geografische specialisatie en verdeelt de asieldossiers volgens nationaliteit over zes geografische secties. Hiertoe behoren zowel Nederlandstalige als Franstalige medewerkers.

Per land werkt het CGVS met richtlijnen die protection officers in het kader van een individuele beoordeling van elke asielaanvraag dienen toe te passen. Mede op die manier beoogt het CGVS, ongeacht de taalrol van de behandelende protection officer en zijn supervisor, om te voorzien in een uniforme beoordeling van asieldossiers, ook de Guineese, Somalische en Sierra-Leonese.