Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6420

van Alexander De Croo (Open Vld) d.d. 7 juni 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee

Vakblad "Global Competition Review" - Vergelijking mededingingsautoriteiten - Zwakke score België - Beleid

Raad voor de Mededinging
concurrentiebeperking
Dienst voor de Mededinging
concurrentiebeleid

Chronologie

7/6/2012Verzending vraag
23/7/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6420 d.d. 7 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Nederlandse kartelwaakhond en Mededingingsautoriteit (NMa) gooit ook internationaal hoge ogen. De toezichthouder wordt door het gezaghebbende vakblad "Global Competition Review" (GCR) gezien als één van de strengste, doch rechtvaardigste toezichthouders. Van de West-Europese landen scoort vooral België matig. Met een score van 2,5 sterren eindigt de Belgische toezichthouder zelfs onder de Russische. GCR vergelijkt jaarlijks de mededingingsautoriteiten uit 39 landen. De sterren worden bepaald door de redactie van de GCR, aan de hand van onderzoek door een groot en geselecteerd panel van mededingingsadvocaten, bedrijfsjuristen, economen en het oordeel van de mededingingsautoriteiten zelf.

In 2010 deelde de NMa voor 137 miljoen euro aan boetes uit. In 2011 nog 39,7 miljoen euro. De NMa kreeg 98 fusies en overnames te behandelen, maakte bij 15 daarvan bezwaar, en blokkeerde er uiteindelijk één. De NMa won 83 procent van de zaken waarbij gedaagden in beroep gingen.

Naar aanleiding van dit slechte resultaat heb ik volgende vragen aan de minister:

1) Hoe reageert u op de bijzonder slechte score van de Belgische mededingingsautoriteit ? Kan u gedetailleerd aangeven op welke punten ons land volgens de GCR zwak scoort?

2) Welke concrete lessen voor het beleid trekt u uit die score ?

3) Kan u meedelen hoeveel onderzoeken naar fusies en overnames er de laatste drie jaar werden gevoerd? Kan u aangeven wat de resultaten waren? Hoeveel bezwaren waren er op jaarbasis? Hoeveel boetes werden op jaarbasis opgelegd? Wat was het voordeel voor de consument? Hoeveel procent van de zaken werden in beroep gewonnen door de Belgische mededingingsautoriteit ?

4) Maakt u zich sterk dat we volgend jaar beter uit de ranking zullen komen? Hoe zal u dit bewerkstelligen? Kan u dit gedetailleerd toelichten?

Antwoord ontvangen op 23 juli 2012 :

1. Zoals uit de toelichting blijkt, wordt de slechte score veroorzaakt doordat er in 2011 bijzonder weinig inbreukbeslissingen zijn genomen. Ratings worden naar ik verneem in hoge mate beïnvloed door het aantal inbreukbeslissingen en de hoogte van de sancties.

Ik wil echter doen opmerken dat niettegenstaande alle moeilijkheden, de Belgische Autoriteit sedert 2006 een aantal beslissingen met vaststelling van een inbreuk heeft genomen die van dezelfde orde van grootte is als van het Bundeskartellamt[1], hetgeen in verhouding dus meer is wanneer men rekening houdt met de omvang van de markt en de beschikbare middelen.

Het aantal onderzoeken dat werd afgesloten na grondig onderzoek is nog gevoelig hoger (vijfentwintig zoals ook het verslag van het Rekenhof aangeeft). De Raad en het Auditoraat nemen overigens gemiddeld zes gemotiveerde beslissingen na onderzoek per jaar zonder een vaststelling van een inbreuk. Beslissingen die verklaren waarom geen inbreuk kon worden vastgesteld zijn soms voor ondernemingen veel interessanter, zoals ook onze stakeholders bevestigen, dan beslissingen die een “hard core” inbreuk vaststellen omdat ze beter laten begrijpen welk marktgedrag aanvaardbaar is.

Door gebruik te maken van een meer behoudende variante van de methode die door de Europese Commissie wordt gebruikt om het nuttig effect van zijn tussenkomsten te waarderen, kan het nuttig effect in 2011 van de beslissingen die de Raad heeft genomen inzake vastgestelde inbreuken tussen 2009 en 2011, geschat worden op 96 miljoen euro. Het nuttig effect in 2010 werd gewaardeerd op 131 miljoen euro, in 2009 op 60 miljoen euro en in 2008 op 45,425 miljoen euro[2].

2. Deze score toont aan dat er verdere hervormingen nodig zijn.

Ondanks het teleurstellend aantal beslissingen in 2011 ben ik, gelet op het aantal onderzoeken dat sinds 2009 jaarlijks wordt afgesloten, van oordeel dat het belangrijkste probleem niet het aantal onderzoeken, maar de duur van de procedures is. Een hervorming moet daarom toelaten om zonder kwaliteitsverlies de doorlooptijd van procedures merkbaar in te korten (een probleem dat zich overigens niet alleen in België stelt zoals moge blijken uit de gegevens die het geachte lid vindt in het antwoord op zijn derde vraag).

Ik ga er daarbij van uit dat twaalf maanden een streefdoel moet zijn voor een inbreukprocedure en twee maanden voor voorlopige maatregelen.

Om deze norm te halen moeten bottlenecks worden weggewerkt, moeten onderzoeken strakker worden gefocust, en moet elk uitlopen van de beslissingsfase worden vermeden.

Bovendien moet er rekening mee worden gehouden dat zeker bij aanzienlijke sancties er meestal een beroepsprocedure volgt. De totale duur naar een eindbeslissing wordt dan wel zeer lang.

Om het in het Regeerakkoord geformuleerde objectief te bereiken, heeft de regering een voorontwerp van wet goedgekeurd dat een belangrijke wijziging inhoudt.

3. Enkele kerncijfers.


België

EU 2010[3]

NL 2010[4]


2011

2010

2009

2008

2007

 

 

Restrictieve praktijken

Onderzoeken

14

15[5]

17[6]

19

17[7]

(139/120[8])

 

19(+1)

Huiszoekingen[9]

10

6

7 + 6

12(2) + 3

15

(53)

30(11) + 7)

Beslissingen boetes

0

1

1

3

0

7[10]

12

Bedrag boetes (mio euro)

0

3,5

66

0,5

0

3000

137,1

Kartels

Beslissingen kartels (incl. voorlopige maatregelen)

1+3+14[11]

3+7+10[12]

0+5+6

5+1+20

3+3+10[13]

6+4[14]

12+3(+1)[15]

Verslagen[16]

5[17](5)

6 (5)

3

3

3

3[18]

11[19]

Gemiddelde duur procedures:

Inbreukbeslissingen /

afwijzing klachten

42+16m[20]

35/11m[21]

-/22m

37/3m

76[22]/4m

(46/20m[23])

([24])

Waarvan gemiddelde duur onderzoeken

31+11m[25]

25m[26]






Clementie verzoeken

1

5

7

7

6



Misbruik van machtspositie

Misbruikbeslissingen (incl. voorlopige maatregelen)

0(2)+1+3[27]

0+1+7[28]

1+0+2

0+5+4

1+3+5[29]

0/4

([30])

Gemiddelde duur procedures:

Inbreukbeslissingen / afwijzing klachten

(6)+24m[31]

± 18m

44/51m[32]

-/20m

39[33]/12m

(60/29m)

([34])

Waarvan gemiddelde duur onderzoeken

± 3m







Concentraties

Aanmeldingen

20

18

10

13

20

274

90

Beslissingen met voorwaarden

1

1+1[35]

0+1

3+1

0

16

2[36]

4. Ratings zijn ook afhankelijk van de evolutie van de prestaties van andere autoriteiten. Ik kan dus niet verzekeren dat het resultaat van volgend jaar anders zal zijn.

Ik meen er zelfs voor te moeten waarschuwen dat er gelet op het gebrek aan voortgang in een aantal procedures voor de Raad, er een groot risico is dat ook dit jaar het aantal eindbeslissingen blijkt teleurstellend te zijn, terwijl het Auditoraat en de Algemene directie op het einde van het eerste semester in orde van grootte al even veel verslagen hebben neergelegd als in 2010 en 2011.

[1] Tijdens de periode 2006-2009 werden negen beslissingen genomen door de Belgische Autoriteit en veertienbeslissingen door het Bundeskartelamt. Te raadplegen op de site van het Bundeskartelamt: Infobroschuere/1009Kartellverfolgung_web_bf.pdf, 9

[2] Zie de jaarverslagen 2010, 2009 en 2008 van de Algemene Directie Mededinging.

[3] Bron, tenzij anders vermeld: 40th Report on Competition Policy, Annual activity report 2010 en Staff Working paper 2010.

[4] Bron: NMa Jaarverslag 2010, tenzij anders vermeld.

[5] Waarvan twaalf in actieve behandeling einde 2010.

[6] In actieve behandeling einde 2009.

[7] December 2007

[8] Waarvan 139 onder art. 101 VWEU en 120 onder art. 102 VWEU, telkens al dan niet in combinatie met een andere juridische grondslag (bron DG Comp). Beide groepen overlappen deels elkaar en kunnen daarom niet zonder meer bij elkaar opgeteld worden.

[9] Huiszoekingen onder de WBEM per onderneming of beroepsorganisatie, tussen haakjes het aantal huiszoekingen in privéwoningen en gelijkaardige plaatsen.

[10] zes kartelzaken en één misbruikzaak. Boetes opgelegd aan drieënveertig ondernemingen.

[11] één beslissing van de Raad waarbij een inbreuk wordt vastgesteld, één beslissing van de Raad waarbij geen inbreuk kon worden vast gesteld, De Raad stelde ook één maal een afstand van geding vast. twee beslissingen van het Auditoraat waarin een klacht na onderzoek verworpen werd. tien beslissingen van het Auditoraat waarin een zaak werd gesloten wegens verjaring of in het licht van de prioriteiten en beschikbare middelen en het Auditoraat stelde ook één maal een afstand van klacht vast.

[12] Drie beslissingen van de Raad waarvan twee vaststellingen van inbreuk en één toekennen van voorlopige maatregelen. zeven beslissingen van het Auditoraat waarin een klacht na onderzoek verworpen werd. tien beslissingen van het Auditoraat waarin een zaak werd gesloten wegens verjaring of in het licht van de prioriteiten en beschikbare middelen.

[13] Drie beslissingen van de Raad met vaststellingen van inbreuk, één afwijzing van een verzoek om voorlopige maatregelen door het Auditoraat, twee seponering beslissingen van het Auditoraat wegens ongegrond en tien wegens verjaring.

[14] Vijf kartelzaken, één andere art. 101 VWEU zaak, twee schikkingen met verbintenissen en twee gesloten dossiers.

[15] Het Jaarverslag vermeldt twaalf zaken waarin een boete is opgelegd (eindbeslissingen) en drie(+één) zaken die op een andere wijze zijn afgesloten. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen kartelzaken en misbruik zaken

[16] Neergelegd in de loop van het jaar (in EU terminologie: punten van bezwaar). Tussen haakjes verslagen betreffende zaken waarin de Raad nog geen beslissing heeft genomen.

[17] Eén verslag had betrekking op drie dossiers.

[18] Cartels, What’s new, DG Comp website.

[19] Het Jaarverslag vermeldt elf zaken waarin een rapport is neergelegd. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen kartelzaken en misbruik zaken.

[20] De duur van de procedures varieerde tussen drie en zesendertig maanden.

[21] De duur van de procedures waarin en inbreuk werd vast gesteld varieerde tussen zevenentwintig en zevenenzestig maanden, en een procedure over voorlopige maatregelen dertien maanden.

[22] Berekend op basis van de zaken die door de Raad of de voorzitter van de Raad werden beslist.

Gemiddelde duur van het onderzoek: 59 minuten.

[23] Gemiddelde van de vijf kartelzaken.

[24] In Nederland geldt als streefnorm ong. twintig maanden (588 dagen).  Het Jaarverslag vermeldt dat op basis van het gemiddelde van alle types beslissingen in inbreukzaken deze norm in 2010 in 58 % van de zaken werd gehaald.

[25] De duur van de onderzoeken varieerde tussen drie en zesendertig maanden.

[26] De duur van de onderzoeken varieerde tussen zestien en drieënvijftig maanden in de zaken waarin een inbreuk werd vast gesteld, en zes maanden in een zaak over voorlopige maatregelen.

[27] 0 beslissingen waarin een inbreuk werd vast gesteld, twee beslissingen van de Raad waarin een sepot beslissing vernietigd werd,één beslissing van het Auditoraat waarin een klacht na onderzoek verworpen werd. Drie beslissingen van het Auditoraat waarin een zaak werd gesloten wegens verjaring of in het licht van de prioriteiten en beschikbare middelen

[28] 0 beslissingen waarin een inbreuk werd vast gesteld,. één beslissing van het Auditoraat waarin een klacht na onderzoek verworpen werd. Zeven beslissingen van het Auditoraat waarin een zaak werd gesloten wegens verjaring of in het licht van de prioriteiten en beschikbare middelen.

[29] één beslissing van de voorzitter van de Raad inzake voorlopige maatregelen, één beslissing van het Auditoraat tot afwijzen van een verzoek om voorlopige maatregelen, twee seponeringsbeslissingen van het Auditoraat omdat de klacht ongegrond werd geacht of wegens gebrek aan bewijs en vijf seponeringsbeslissingen wegens verjaring.

[30] Zie cijfer voor kartelzaken.

[31] Gemiddeld zes maanden voor een hervormen van een sepotbeslissing en vierentwintig maanden voor een onderzoek dat niet leidde tot de vaststelling van een inbreuk.

[32] Gemiddelde duur van procedures waarin een inbreuk werd vast gesteld / waarin na onderzoek het Auditoraat beslist werd dat er geen inbreuk was. In de zaak waarin een inbreuk werd vast gesteld werd het verslag neergelegd na éénendertig maanden.

[33] Berekend op basis van de zaken die door de Raad of de voorzitter van de Raad werden beslist. In 2007 werd alleen een beslissing genomen inzake het toekennen van voorlopige maatregelen. De zaak was voorwerp van een tussenbeslissing die werd genomen ong. acht maanden na de klacht. De onderzoekstijd beliep vier maanden voor het eerste onderzoek en 8m voor het aanvullende onderzoek na de tussenbeslissing.

[34] Zie cijfer voor kartelzaken.

[35] één beslissing over een nieuw aangemelde concentratie en 1 beslissing over de herziening van verbintenissen.

[36] Tweede fase beslissingen.