Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6180

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 4 mei 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking - Diplomatie - Adel

personeel in diplomatieke dienst
hogere klasse
ministerie
officiële statistiek

Chronologie

4/5/2012Verzending vraag
18/6/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6180 d.d. 4 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De adel in België bestaat uit een groep van ongeveer 1300 adellijke families. In totaal zijn er in ons land zo'n 20.000 titeldragers. Graag had ik de minister volgende vragen willen stellen met betrekking tot de adel in het departement Buitenlandse Zaken:

1) Hoeveel ambtenaren van de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zijn van adel (graag een jaarlijks overzicht van 2006-2011)?

2) Gelieve een onderverdeling te geven volgens de volgende parameters: (a) administratieve rang, (b) taalrol, (c) gender, (d) binnen- of buitencarrière.

3) Kan de FOD Buitenlandse Zaken zelf iemand voordragen voor een adellijke gunst op basis van bijzondere verdiensten voor het land? Zo ja, welke procedure volgt de FOD Buitenlandse Zaken om een ambtenaar voor te dragen als lid van de adel?

Antwoord ontvangen op 18 juni 2012 :

  1. Deze vraag valt materieel onmogelijk te beantwoorden, gezien er bij de Personeelsdienst van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking geen klassement op adellijke status of titel bestaat (wat ook niet relevant is) en er bij de Dienst Adel en Ridderorden geen klassement van Belgische edelen op beroep bestaat.

  2. –

  3. Ja. De verlening gebeurt bij koninklijk besluit (in samenspraak met het Paleis, eventueel na het advies ingewonnen te hebben van de Consultatieve Commissie voor het toekennen van adellijke gunsten en voor het verlenen van eretekens van hoge graad), dat aan de begunstigde toelaat de vereiste adelbrieven te lichten opdat de gunst effectief zou worden.