Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6162

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 27 april 2012

aan de minister van Justitie

Mensenhandel - Slachtoffers - Aanmeldingen - Evolutie - Economische uitbuiting - Beleidsmaatregelen

mensenhandel
officiële statistiek
slachtoffer

Chronologie

27/4/2012Verzending vraag
26/3/2013Rappel
24/9/2013Rappel
12/3/2014Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6161

Vraag nr. 5-6162 d.d. 27 april 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het aantal geregistreerde slachtoffers van mensenhandel in Nederland is vorig jaar explosief gestegen. Uit cijfers van Comensha, de landelijke organisatie voor hulp aan slachtoffers van mensenhandel, werden er 1222 slachtoffers geregistreerd in 2011. Dat is 23 % meer dan in 2010. Sinds de registratie begon in het jaar 2000 is het aantal ruim verdrievoudigd.

De meeste geregistreerde slachtoffers (782) werden in de prostitutie gedwongen. Wat echter opvalt, is dat het aantal slachtoffers van andere vormen van uitbuiting sterk toeneemt. Hierbij gaat het om mensen die werken tegen een hongerloon. Er is in Nederland een nijpend tekort aan opvangplaatsen voor slachtoffers van mensenhandel.

Ik had voor de ministers dan ook volgende vragen:

1) Is het aantal slachtoffers van mensenhandel ook in ons land gestegen? Zo ja, wat zijn hiervan de oorzaken? Zo neen, waarin ligt dan het verschil met Nederland?

2) Kan de minister aangeven, respectievelijk voor 2009, 2010 en 2011, hoeveel slachtoffers van mensenhandel zich hebben gemeld? Kan ze dit uitvoerig toelichten?

3) Kan ze een overzicht geven van de drie voornaamste vormen van uitbuiting en dit cijfermatig illustreren op basis van de cijfers van de laatste drie jaar?

4) Is ook het aantal slachtoffers van economische uitbuiting in ons land gestegen en kan de minister dit cijfermatig illustreren?

5) Welke beleidsmaatregelen zal ze nemen rond mensenhandel om de handhaving verder te versterken?

Antwoord ontvangen op 12 maart 2014 :

Het lijkt ons in de eerste plaats belangrijk te waarschuwen voor de interpretatie van de cijfers. Stijgingen of dalingen van gegevens houden soms gewoon verband met de registratie of wijzigingen in de wetgeving die gevolgen hebben voor de categorie die wordt geregistreerd (het aantal geregistreerde slachtoffers zal dan ook stijgen wanneer een strafbaarstelling wordt verruimd).

Ter herinnering, het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding publiceert elk jaar een onafhankelijk verslag met allerhande statistische informatie omtrent mensenhandel. Ook de regering publiceert een tweejaarlijks verslag waarin bepaalde gerechtelijke gegevens of gegevens inzake slachtoffers zijn opgenomen.

Die documenten zijn beschikbaar via volgende links:

http://www.diversite.be/?action=publicatie_detail&id=169&thema=2&select_page=216

http://www.dsb-spc.be/web/index.php?option=com_content&task=view&id=41&Itemid=65&lang=dutch 

De nieuwe slachtofferbegeleidingen (geen meldingen) die in de centra worden opgezet variëren jaarlijks, maar blijven thans binnen een redelijk onveranderlijke marge (141 in 2010, 153 in 2011 en 174 in 2012. Zo bedroeg dit aantal 172 in 2006 en 179 in 2007.

Het is niet bepaald relevant om de gegevens tussen verschillende landen te vergelijken omdat de manier van registreren en het onderwerp van de invoer verschillend zijn. De gegevens van Comensha hebben betrekking op "vermoedelijke" slachtoffers. Sommigen zullen nadien daadwerkelijk als slachtoffer van mensenhandel worden aanzien, anderen niet. De belangrijkste gegevens die via de Belgische opvangcentra voor slachtoffers beschikbaar zijn, hebben betrekking op slachtoffer voor wie de begeleiding is gestart. Dit is dus verschillend.

De sectoren van uitbuiting hebben voornamelijk betrekking op economische en seksuele uitbuiting. Uit de nieuwe begeleidingen van slachtoffers in 2012 blijkt het volgende:

Seksuele uitbuiting: 58

Economische uitbuiting: 75

Uitbuiting van de bedelarij: 6

Onder dwang plegen van een misdaad of wanbedrijf in het kader van mensenhandel: 4

De overige informatie is beschikbaar in beide voornoemde verslagen en kan online worden geraadpleegd.

In het algemeen blijkt uit de cijfers dat de situaties van seksuele uitbuiting het laatste jaar zijn toegenomen, hoewel een en anders schommelt in vergelijking met de andere jaren.

Ter herinnering, thans wordt het twee nationale actieplan voor de bestrijding van mensenhandel uitgevoerd.

Meerdere elementen van het vorige verslag werden reeds gerealiseerd. Sinds 2008 beschikt België immers over een richtlijn die de multidisciplinaire samenwerking regelt tussen de actoren die belast zijn met de identificatie en bescherming van slachtoffers van mensenhandel.

In het kader van het nieuwe actieplan werden nieuwe initiatieven opgezet. FEDASIL, de Dienst Vreemdelingenzaken en de gespecialiseerde centra voor slachtofferonthaal binnen de observatie- en oriëntatiecentra van FEDASIL hebben een opleiding georganiseerd die de bewustmaking beoogt van de maatschappelijke werkers die in contact komen met minderjarigen die mogelijk het slachtoffer zijn van mensenhandel. In dit kader heeft het bureau van de interdepartementale coördinatiecel ter bestrijding van de mensenhandel ook een vereenvoudigde fiche opgesteld met de indicatoren van mensenhandel en de gegevens van de gespecialiseerde diensten met wie contact moet worden opgenomen.

Die initiatieven zullen worden voortgezet ten aanzien van andere eerstelijnsactoren. Er vonden ook andere opleidingen plaats, zowel ten behoeve van de gespecialiseerde magistraten en de sociale inspecties als de politiediensten.

Vorig jaar heeft de interdepartementale coördinatiecel ter bestrijding van de mensenhandel ook een informatiefolder inzake slachtoffers van mensenhandel naar alle ziekenhuizen gestuurd.

De regering heeft de gespecialiseerde centra voor slachtofferonthaal trouwens officieel erkend bij koninklijk besluit van 18 april 2013.

Ten slotte worden nieuwe projecten binnen het bureau van de interdepartementale cel opgezet.