Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6060

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 11 april 2012

aan de minister van Justitie

Staatsveiligheid - Spionageactiviteiten in België - Illegale activiteiten

staatsveiligheid
spionage
geheime dienst
Rusland

Chronologie

11/4/2012Verzending vraag
9/8/2012Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6059

Vraag nr. 5-6060 d.d. 11 april 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit een interview met de heer Alain Winants, administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, blijkt dat de Belgische geheime dienst ingevolge belangrijke wetswijzigingen, zoals onder meer de invoering van de wet op de bijzondere opsporingsmethoden, een competitieve dienst is geworden die zich thans met buitenlandse geheime diensten kan meten. Volgens de administrateur-generaal was het de hoogste tijd om die inhaalbeweging te maken.

Eén van de opmerkelijke uitspraken van het hoofd van de Staatsveiligheid gaat over de aantrekkingskracht van België, en meer bepaald Brussel als hoofdstad van Europa en als zetel van de NAVO, voor buitenlandse inlichtingendiensten.

Zo wordt onder meer gewezen op de activiteiten van de Russische Federatie in ons land. Daarnaast wordt ook de nadruk gelegd op de activiteiten van andere inlichtingendiensten, zoals uit de Volksrepubliek China en Iran. Over Rusland stelt de administrateur-generaal dat "de activiteiten van de Russen in ons land minstens terug op het niveau zitten van tijdens de koude oorlog". De titel van het interview is dan ook letterlijk : "Er zijn in Brussel meer spionnen dan tijdens de koude oorlog".

Mijn vragen aan de minister zijn dan ook de volgende:

1) Hebt u weet van feiten waaruit zou blijken dat Russische inlichtingendiensten actief zijn in ons land ? Zo ja, van welke feiten en welke maatregelen werden genomen ?

2) Is hierbij sprake van illegale activiteiten zoals bijvoorbeeld valse naamdracht, valse documenten (identiteitsbewijzen, visa, internationale paspoorten,…) of valse contracten?

3) Hebt u weet en, in bevestigend geval, kan u een overzicht geven van het aantal landgenoten dat sinds 2000 betrokken zou zijn geweest bij illegale activiteiten in het kader van spionageactiviteiten voor buitenlandse mogendheden?

Antwoord ontvangen op 9 augustus 2012 :

  1. De Veiligheid van de Staat (VSSE) volgt traditioneel de vijandelijke activiteiten van buitenlandse inlichtingendiensten in België op in het kader van haar opdracht inlichtingen in te winnen over spionage- en inmengingactiviteiten zoals bedoeld in de artikelen 7 en 8 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV). Uit deze opvolging blijkt dat de Russische inlichtingendiensten – net zoals verschillende andere buitenlandse diensten – inderdaad actief zijn in ons land op vlak van spionage en inmenging.

    Het beleid dat de VSSE hiertegenover plaatst is driedelig. Ten eerste, en in toenemende mate, wordt ingezet op preventie van de voornaamste doelgroepen voor inmenging en spionage. Ten tweede, worden via verschillende methoden inlichtingen verzameld met het oog de dreiging ten aanzien van België en partners te analyseren. In een derde fase kan overgegaan worden tot een verstoring van de buitenlandse activiteiten.

  1. Meestal spelen de activiteiten van de Russische inlichtingendiensten zich af net binnen de grenzen van de wet of in een grijze zone. Indien de VSSE echter kennis heeft van illegale activiteiten door buitenlandse inlichtingenofficieren, wordt dit overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering meegedeeld aan de bevoegde magistraat. In geval er bij de aanwending van specifieke of uitzonderlijke inlichtingenmethoden ernstige aanwijzingen of een redelijk vermoeden rijst van een misdaad of wanbedrijf, wordt hiervan melding gemaakt aan de BIM-commissie (de bestuurlijke commissie belast met het toezicht op de specifieke en uitzonderlijke methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten) overeenkomstig artikel 19/1 WIV. De BIM-commissie kan, op haar beurt, de inlichtingen voor verder onderzoek overmaken aan het gerecht.

  2. Allereerst wens ik erop te wijzen dat spionage- en inmengingactiviteiten van buitenlandse inlichtingendiensten in België niet uitsluitend gericht zijn tegen Belgische onderdanen. Gezien alle Eureopese Unie (EU)- en Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)-lidstaten én ook andere partnerlanden diplomatiek vertegenwoordigd zijn in Brussel, geeft dit zeer veel mogelijkheden tot benadering. Op vlak van inmenging kan ook vastgesteld worden dat buitenlandse inlichtingendiensten vaak toenadering zoeken tot personen uit de verschillende diaspora. Deze personen kunnen zowel de buitenlandse, de dubbele als de Belgische nationaliteit bezitten.

    In het kader van de mogelijke betrokkenheid van landgenoten bij illegale activiteiten van buitenlandse inlichtingendiensten volgt de Veiligheid van de Staat meerdere zaken op, waarvan er momenteel drie dossiers in onderzoek zijn bij het Federaal Parket. Gelet op het geheim van het strafonderzoek, kan hierover geen nadere uitleg verstrekt worden.