Schmallenbergvirus - Verspreiding - Belgische veehouderijen - Strijd - Preventie - Maatregelen
schapen
rundvee
veestapel
geiten
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
dierenziekte
veterinaire inspectie
7/3/2012 | Verzending vraag |
26/3/2012 | Antwoord |
Het Schmallenbergvirus verspreidt zich momenteel in de Belgische veehouderijen. Volgens de laatste telling, gepubliceerd op 29 februari 2012 op de website van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV), heeft het virus in België al 166 bedrijven besmet (135 schapenfokkerijen, 30 runderfokkerijen en 1 geitenfokkerij) op een totaal van 543 gecontroleerde bedrijven. Vooral de bedrijven in Vlaanderen zijn getroffen, want 109 van de 166 geregistreerde besmettingen situeren zich in Vlaanderen.
Dit virus, dat in november 2011 in Duitsland werd ontdekt in verschillende monsters afkomstig van runderen en schapen, veroorzaakt lichte klinische symptomen bij runderen. In de schapenfokkerijen, die het hardst getroffen zijn, is echter een verhoogd aantal doodgeboren en misvormde dieren waargenomen.
Op de website van het FAVV lezen we verder : “De ziekte kan enkel symptomatisch behandeld worden. Er bestaat geen vaccin of remedie tegen het virus”. Wellicht zullen er de komende maanden nog meer gevallen opduiken aangezien het werpseizoen bij herkauwers nog maar pas is begonnen.
In uw algemene beleidsnota verdedigt u met betrekking tot het FAVV en de Volksgezondheid een beleid dat hoofdzakelijk gericht is op de preventie van ziekten of van het opnieuw opduiken van ziekten.
1) Kunt u me zeggen of er wordt gewerkt aan een preventieplan met betrekking tot het Schmallenbergvirus?
2) Zo ja, kunt u zeggen wanneer een eventueel preventieplan in werking zal treden?
3) Kon het epidemiologisch toezicht door de dierenartsen in het kader van dat virus correct worden uitgeoefend op heel het Belgische grondgebied?
Het Schmallenbergvirus is een compleet nieuw virus dat nog nooit eerder werd vastgesteld. Het virus werd afgelopen zomer voor het eerst vastgesteld in de grensstreek tussen Duitsland en Nederland. Hoe het virus daar is terecht gekomen, is niet bekend. Het eerste geval in België werd op 23 december 2011 vastgesteld bij lammeren die doodgeboren waren of bij de geboorte afwijkingen vertoonden.
De ervaring die de Europese Unie heeft opgedaan met bluetongue, een ziekte die zich op dezelfde wijze verspreidt, geeft aan dat alleen het vaccineren van gevoelige dieren een dergelijk virus kan bestrijden. Gezien er voor het Schmallenbergvirus thans helaas geen vaccin beschikbaar is omdat het gaat om een nieuwe ziekte, konden er geen specifieke preventiemaatregelen worden genomen. Het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) heeft echter in dit opzicht naar de veehouders en de dierenartsen gecommuniceerd om hun aandacht te vestigen op het opduiken van deze ziekte, de symptomen ervan en de bijzondere aandacht die moet worden besteed tijdens het werpen omdat misvormingen van nieuwgeboren dieren problemen kunnen veroorzaken op dit niveau.
De situatie zal worden geëvalueerd in functie van haar ontwikkeling, van de ontwikkeling van de kennis van de ziekte en van de mogelijke beschikbaarheid van een vaccin in de toekomst, wat weinig waarschijnlijk is in de eerstkomende twee jaar.
Belangrijk bij het opduiken een nieuwe ziekte of het heropduiken van een bestaande ziekte is dat de aanwezigheid ervan snel wordt opgemerkt. De waakzaamheid en het werk van de veehouders en dierenartsen en hun alertheid om snel abnormale ziektebeelden te melden en de nodige monsters voor onderzoek aan de eerstelijnslaboratoria van DGZ en ARSIA toe te zenden zijn cruciaal. Zo heeft het FAVV het probleem snel kunnen identificeren en de evolutie ervan op het hele grondgebied kunnen volgen.
In het kader van het sanitair beleid financiert het FAVV eveneens projecten van de belangrijkste laboratoria voor dierziekten (DGZ, ARSIA en het nationale referentielaboratorium CODA) door de analysekosten van verdachte gevallen volledig voor zijn rekening te nemen en specifieke toezichtprogramma’s te ontwikkelen en te financieren. In het kader van één van die programma’s, namelijk het abortusprotocol, werden de eerste gevallen van Schmallenberg in ons land aangetoond.
Het opduiken van deze ziekte illustreert het belang van dit sanitair beleid. Zoals u verwijzend naar mijn algemene beleidsnota aanhaalde, ondersteun ik dit beleid en wil ik het nog versterken.