Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5525

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 6 februari 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee

Federale Overheidsdienst Economie - Overlopende rekeningen - Stortingen aan het Europees octrooibureau

ministerie
octrooi
Europees Octrooibureau
intellectuele eigendom
Rekenhof (België)
begrotingscontrole
Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom

Chronologie

6/2/2012Verzending vraag
8/3/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5525 d.d. 6 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Federale Overheidsdienst (FOD) Economie centraliseert via de Belgische Dienst voor de intellectuele eigendom de aanvragen voor de verwerving van Europese octrooien door Belgische entiteiten. De FOD treedt vervolgens op als tussenpersoon tussen die aanvragers, bij wie hij een taks int, en de Wereldorganisatie Intellectuele Eigendom en het Europees Octrooibureau, waaraan hij een bijdrage doorstort. De FOD gebruikt drie rekeningen van de rubriek 493 - overlopende rekeningen dus - om die innings- en overdrachtverrichtingen uit te voeren. De ontvangsten en betalingen ten aanzien van eenzelfde instelling in de loop van het hetzelfde jaar gebeuren echter niet altijd vanaf dezelfde rekeningen. Bovendien was het volgens het Rekenhof niet mogelijk de geïnde ontvangsten volledig te verzoenen met de stortingen aan het Europees Octrooibureau. De gebruikte rekeningen moeten immers worden aangezuiverd naarmate de betalingen aan de internationale instellingen worden uitgevoerd en mogen normaal slechts een creditsaldo vertonen dat overeenstemt met de ontvangsten die nog moeten worden overgedragen. Die ontvangsten zouden dus duidelijk moeten kunnen worden geïdentificeerd. Dat is met de huidige werkwijze echter niet het geval. De werkwijze die de FOD Economie nu toepast, leidt op het einde van het jaar tot belangrijke debet- en creditsaldi op die rekeningen, die niet het saldo weerspiegelen van de bedragen die nog moeten worden overgedragen. Bovendien staat op een van de rekeningen van rubriek 493 een bedrag in debet van 2,2 miljoen euro, dat de voor eenzelfde bedrag op de leveranciersrekening van het Europees Octrooibureau geopende schuld had moeten aanzuiveren.

1) Waarom was de aanzuivering van 2,2 miljoen euro nog niet doorgevoerd?

2) Welke maatregelen heeft de minister reeds genomen om het betalingsverkeer tussen de FOD Economie, de Wereldorganisatie Intellectuele Eigendom en het Europees Octrooibureau transparanter te maken, zodat het Rekenhof zijn controletaak ten volle kan uitoefenen?

Antwoord ontvangen op 8 maart 2012 :

Als antwoord op haar vraag betreffende de wachtrekeningen van rubriek 493 en de stortingen aan het Europees Octrooibureau, heb ik de eer het geachte lid de volgende informatie te verstrekken.

De Sectie Boekhouding van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom (DIE) int indienings-, voorrangs-, onderzoeks- en internationale taksen voor Belgische en internationale (PCT) octrooiaanvragen en voor aanvragen van een Belgisch aanvullend beschermingscertificaat (ABC) die bij de DIE worden ingediend.

Voor Belgische octrooien en voor Belgische ABC moeten jaarlijkse instandhoudingstaksen aan de DIE worden betaald. De meerderheid van de octrooien die in België van kracht zijn, werd afgeleverd door het Europees Octrooibureau (EPO). Ook voor elk in België gevalideerd Europees octrooi moeten jaarlijkse instandhoudingstaksen aan de DIE worden betaald.

Het Europees octrooiverdrag bepaalt in zijn artikel 39(1): elke Verdragsluitende Staat betaalt aan het EPO voor een voor de instandhouding van een Europees octrooi in die Staat ontvangen jaartaks een bedrag dat overeenkomt met een door de Raad van Bestuur van het EPO vast te stellen percentage van die jaartaks; dit percentage mag niet hoger zijn dan 75 % en zal voor alle Verdragsluitende Staten gelijk zijn. Indien dit percentage overeenkomt met een lager bedrag dan het door de Raad van Bestuur voor alle Verdragsluitende Staten vastgestelde minimum, betaalt de Verdragsluitende Staat dit minimum aan het EPO.

In de praktijk is het percentage momenteel vastgesteld op 50 % en betaalt de DIE deze bijdragen voor de jaarlijkse instandhoudingstaksen die hij ontvangt voor de Europese octrooien in België,vier keer per jaar aan het EPO: in januari, april, juli en oktober.

De Sectie Boekhouding van de DIE registreert de betalingen voor de betreffende octrooi- en ABC-dossiers en stort de ontvangen bedragen vervolgens door naar één van de volgende begunstigden : de Belgische Schatkist, het Europees Octrooibureau of de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO). Onterecht betaalde taksen worden teruggestort naar de betaler.

Op 4 januari 2010 heeft de Federale Overheidsdienst (FOD) Begroting en Beheerscontrole een nieuw boekhoudsysteem (het SAP-systeem) gelanceerd in de Sectie Boekhouding van de DIE net als in andere diensten van de FOD Economie die taksen en bijdragen innen. De voormelde stortingen worden in het SAP-systeem boekhoudkundig verwerkt met behulp van een stelsel van wachtrekeningen en leveranciersrekeningen (voor de begunstigden).

De overgang van een gedecentraliseerd systeem, waarbij de DIE de betalingen van de bijdragen aan het EPO vanaf zijn ontvangstenrekening uitvoerde, naar het SAP-systeem dat veel complexer is en waarbij vanaf januari 2010 een centrale uitgavenrekening wordt gebruikt, heeft problemen en vertragingen veroorzaakt die eigen zijn aan radicale wijzigingen van interne procedures.

Zo werden de wachtrekeningen van de rubriek 493 (4933111, 4933112, en 4933113) in 2010 niet altijd correct gebruikt vooral door gebrek aan informatie en een voldoende kennis van het SAP-systeem. De Sectie Boekhouding van de DIE was zich reeds bewust van de door het Rekenhof gesignaleerde problemen met deze wachtrekeningen. Momenteel stellen de boekhoudkundigen van de DIE en van de Dienst Begroting en Beheerscontrole van de FOD Economie samen alles in het werk om de nodige correcties in de wachtrekeningen aan te brengen en een verder correct gebruik ervan te verzekeren met het oog op de nodige transparantie.

Eén van de nodige correcties betreft inderdaad een bedrag van 2,2 miljoen euro van de bijdragen voor jaartaksen bestemd voor het EPO.

Graag wil ik het geachte lid er met nadruk op wijzen dat de 2,2 miljoen euro wel degelijk tijdig naar de rekening van het EPO werden overgemaakt en dat het aangehaalde probleem geen enkele financiële of juridische weerslag heeft gehad op de naleving van de verplichtingen van België ten aanzien van de verschillende internationale organisaties op het gebied van de intellectuele eigendom en waarvan België een lidstaat is.