Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5520

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 6 februari 2012

aan de minister van Middenstand, KMO's, Zelfstandigen en Landbouw

Algemene Directie Mededinging - Onderzoeksdaden - "Onderbroken" dossiers

Dienst voor de Mededinging

Chronologie

6/2/2012Verzending vraag
13/2/2012Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-5519
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-5521

Vraag nr. 5-5520 d.d. 6 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ondanks de vastlegging van prioriteiten wordt de actieve behandeling van sommige dossiers door onderzoekers van de Algemene Directie Mededinging onderbroken terwijl de onderzoeksdaden al waren voltooid. Die onderbreking kan het gevolg zijn van het feit dat nieuwe prioritaire dossiers worden gekozen. Soms komt dat doordat de middelen ontbreken om alle prioritaire dossiers te behandelen. Soms volgt zo'n onderbreking uit het feit dat een onderzoeker niet meer beschikbaar is. Dat risico wordt natuurlijk nog groter als er slechts één onderzoeker op het betreffende dossier werkt.

De dossiers worden soms opnieuw opgenomen nadat ze waren opgeschort, met het risico dat de gegevens aan actualiteit of relevantie hebben ingeboet. De toestand van de onderzochte markten evolueert immers zeer snel.

1) In hoeveel procent van de gevallen wordt de actieve behandeling van een dossier bij de Algemene Directie Mededinging onderbroken terwijl al onderzoeksdaden zijn voltooid?

2) Hoeveel procent van de "onderbroken" dossiers wordt achteraf opnieuw opgenomen?

3) Was er de voorbije tien jaar een evolutie in het percentage "onderbroken" en heropgenomen dossiers? Zo ja, in welke zin en met hoeveel procent?

4)Welke maatregelen werden reeds genomen om het onderbreken van dossiers na de voltooiing van de onderzoeksdaden te vermijden?

Antwoord ontvangen op 13 februari 2012 :

Ik breng u ervan op de hoogte dat het onderwerp, waarover u mij een vraag stelt, valt onder de bevoegdheden van de vice-eerste minister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee, de heer Johan Vande Lanotte.

Ik stel u dus voor u te wenden tot het antwoord dat zal worden gegeven door mijn collega, aan wie de vraag over dit onderwerp eveneens werd gesteld.