Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5124

van Alexander De Croo (Open Vld) d.d. 30 december 2011

aan de minister van Justitie

Aasgierfondsen - Gelden van ontwikkelingssamenwerking - Inbeslagname - Lopende rechtszaken

ontwikkelingsland
ontwikkelingshulp
Democratische Republiek Congo
obligatie
beleggingsmaatschappij
beslag op bezittingen
rechtsingang

Chronologie

30/12/2011Verzending vraag
23/7/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2463

Vraag nr. 5-5124 d.d. 30 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Australië werd de Democratische Republiek Congo (DRC) in maart 2011 eens te meer in de tang genomen door een aasgierfonds, in casu Hemisphere Associates. De rechtbank van Sydney veroordeelde de DRC tot het betalen van een bedrag van 30 miljoen dollar. Het is niet de eerste maal dat de DRC het doelwit is van dit aasgierfonds.

De Democratische Republiek Congo werd reeds eerder (in 2009) in de Verenigde Staten geconfronteerd met het driest optreden van hetzelfde aasgierfonds, FG Hemisphere. Het land werd door een rechtbank in Washington verplicht om haar wereldwijde bezittingen en activa door te geven aan het aasgierfonds op straffe van een dwangsom ten belope van 5 000 dollar per week.

FG Hemisphere heeft een claim ingediend ten belope van 100 miljoen dollar in de Verenigde Staten, Hongkong en Zuid-Afrika. De schuld werd aangegaan door de notoire dictator Mobutu Sese Seko en werd voor het aasgierfonds voor een prikje opgekocht. Deze aasgierfondsen schuimen alle rechtbanken van de wereld af op zoek naar de zwakste schakel om hun prooi kaal te plukken.

Ter herinnering, aasgierfondsen zijn beleggingsfondsen die voor spotprijzen oude obligatieleningen van arme, dikwijls met schuld beladen, ontwikkelingslanden opkopen om deze landen vervolgens via een uitputtingsslag via rechtbanken te dwingen tot uitbetaling van het oorspronkelijke bedrag waartegen deze obligaties ooit werden uitgegeven en ook nog eens de achterstallige intresten.

Ook in ons land waren er diverse processen opgestart om gelden bestemd voor de ontwikkelingssamenwerking in beslag te nemen. Het desbetreffende aasgierfonds Kensington International heeft twee keer beslag heeft laten leggen op middelen van de Belgische Staat bestemd voor Congo-Brazzaville. Dit bedrijf kocht de schuld op de voor 1,8 miljoen dollar. Op initiatief van voormalig senator Paul Wille werd deze deur alvast gesloten voor de aasgierfondsen naar de toekomst toe, maar niet retroactief.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Zijn er heden nog rechtszaken hangende waarbij gelden van ontwikkelingssamenwerking of andere middelen van de Belgische overheid het voorwerp uitmaken van al of niet bewarend beslag vanwege aasgierfondsen? Kan dit concreet worden toegelicht wat betreft de bedragen, de tijdstippen van het beslag en het doel waarvoor deze middelen waren bestemd?

2) Kan hij een gedetailleerd overzicht geven van alle rechtszaken in ons land waarbij aasgierfondsen betrokken zijn en waarbij andere HIPC (Heavily Indebted Poor Countries) landen het doelwit zijn? Kan hij het aantal rechtszaken per doelwitland oplijsten alsook desgevallend het gevorderd bedrag?

3) Kan hij aangeven of er reeds beslag werd gelegd op bepaalde activa van deze HIPC landen door aasgierfondsen ten gevolge arresten en vonnissen uit het buitenland? Zo ja, kan hij dit concreet toelichten?

Antwoord ontvangen op 23 juli 2012 :

Ik heb geen kennis gekregen van enige zaak.  

Uit de informatie die werd gevraagd aan de parketten kan worden opgemaakt dat er geen enkel geval bestaat of dat er geen cijfers ter beschikking zijn. De statistieken waarover wij beschikken bieden niet de mogelijkheid nauwkeurig te bepalen welke gevallen ressorteren onder de categorie zaken waarin een aasgierfonds zou proberen de hand te leggen op bedragen bedoeld voor de ontwikkelingssamenwerking, zodat ik geen antwoord kan geven op uw vragen. 

Ik wens niettemin te onderstrepen dat het beslag op bedragen bedoeld voor ontwikkelingssamenwerking verboden is krachtens artikel 11bis van de wet van 5 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking: "De bedragen en de goederen bestemd voor de Belgische internationale samenwerking, alsmede de bedragen en goederen bestemd voor de overige Belgische officiële ontwikkelingshulp - andere dan die van de Belgische internationale samenwerking - zijn niet vatbaar voor beslag, noch voor overdracht."