Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5095

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 30 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Aanvullende pensioenen - Pensioensparen - Belastingverminderingen - Fiscale kostprijs

aanvullend pensioen
spaartegoed
fiscaliteit
belastingaftrek

Chronologie

30/12/2011Verzending vraag
2/2/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-615

Vraag nr. 5-5095 d.d. 30 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Graag had ik een overzicht gekregen van de netto fiscale kostprijs van de belastingverminderingen voor de verschillende vormen van aanvullende pensioenen en pensioensparen, en dit voor de laatste tien jaar.

Antwoord ontvangen op 2 februari 2012 :

De aanvullende pensioenen waarnaar het geachte lid verwijst, kunnen worden opgebouwd in het kader van de tweede en derde pensioenpijler.

De tweede pensioenpijler omvat de beroepsgebonden aanvullende pensioenstelsels. Voor werknemers omvat de tweede pensioenpijler onder andere de collectieve pensioentoezeggingen, beheerd door groepsverzekeraars en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. Deze worden hoofdzakelijk gevoed met werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming en in mindere mate met persoonlijke bijdragen.

- De werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming zijn, onder bepaalde voorwaarden en binnen bepaalde grenzen, aftrekbaar als beroepskost. Ter zake bestaat er geen specifieke code op de belastingaangifte. Bijgevolg beschikt de fiscale administratie niet over statistieken betreffende de bovenbedoelde bijdragen.

- De persoonlijke bijdragen van werknemers en bedrijfsleiders worden daarentegen wel afzonderlijk vermeld in de fiscale aangifte. De geraamde budgettaire kost van de belastingvermindering voor het lange termijnsparen met betrekking tot deze persoonlijke bijdragen en premies is opgenomen in de onderstaande tabel.

Inhoudingen voor aanvullend pensioen - Gewone bijdragen en premies + individuele voortzetting

Aanslagjaar

Geraamde budgettaire kost van de belastingvermindering (in miljoen euro)

2001

86

2002

91

2003

89

2004

88

2005

88

2006

90

2007

93

2008

100

2009

105

2010

108

Zelfstandigen beschikken binnen de tweede pensioenpijler over de mogelijkheid om een pensioenovereenkomst af te sluiten in het kader van het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen. Binnen bepaalde grenzen vormen die bijdragen eveneens een aftrekbare beroepskost die niet specifiek in een code op de belastingaangifte voorkomt, zodat ook hier geen statistische gegevens beschikbaar zijn.

De derde pensioenpijler omvat de stelsels van pensioenopbouw die voor elk individu toegankelijk zijn, ongeacht het professioneel statuut. Het gaat daarbij om individuele pensioenspaarvormen, waarvoor het initiatief uitgaat van de betrokkene zelf. De belangrijkste vormen van pensioenopbouw die tot de derde pensioenpijler worden gerekend, zijn het pensioensparen en de individuele levensverzekering.

De volgende tabel geeft de statistieken aangaande de geraamde budgettaire kost van de belastingvermindering voor het lange termijnsparen voor individuele levensverzekeringscontracten weer.

Premies van individuele levensverzekeringen die in aanmerking komen voor de belastingvermindering voor lange termijnsparen

Aanslagjaar

Geraamde budgettaire kost van de belastingvermindering (in miljoen €)

2001

191

2002

200

2003

208

2004

210

2005

212

2006

212

2007

215

2008

224

2009

225

2010

223

Wat betreft de betalingen voor pensioensparen, zijn de betreffende statistieken opgenomen in de onderstaande tabel.

Betalingen voor pensioensparen

Aanslagjaar

Geraamde budgettaire kost van de belastingvermindering (in miljoen euro)

2001

235

2002

259

2003

279

2004

290

2005

304

2006

389

2007

433

2008

470

2009

498

2010

532