Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3452

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 17 oktober 2011

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister

Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen - Samenwerking

gelijke behandeling van man en vrouw
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen
gendermainstreaming

Chronologie

17/10/2011Verzending vraag
21/11/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3437
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3438
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3439
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3440
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3441
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3442
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3443
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3444
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3445
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3446
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3447
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3448
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3449
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3450
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3451
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3453
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3454
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3455
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3456
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3457

Vraag nr. 5-3452 d.d. 17 oktober 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) werd opgericht door de wet van 16 december 2002. Volgens artikel 4 van deze wet is het Instituut onder meer bevoegd om:

1º de studies en onderzoeken betreffende gender en gelijkheid van vrouwen en mannen te verrichten, ontwikkelen, ondersteunen en coördineren, en de impact van de concrete beleidslijnen, programma's en maatregelen vanuit genderperspectief te evalueren;

2º aanbevelingen te richten tot de overheid ter verbetering van de wetten en reglementeringen, met toepassing van artikel 3;

3º aanbevelingen te richten tot de overheid, privé-personen of instellingen naar aanleiding van de resultaten van de onder 1º vermelde studies en onderzoeken;

4º ondersteuning en bijstand te organiseren aan de verenigingen die actief zijn op het vlak van gelijkheid van vrouwen en mannen, of voor projecten tot bevordering van gelijkheid van vrouwen en mannen;

5º binnen de perken van zijn doel, hulp te verlenen aan iedereen die om raad vraagt in verband met de omvang van zijn rechten en verplichtingen. Die hulp laat toe aan de betrokkene om inlichtingen en raadgevingen over de middelen die hij/zij kan aanwenden om zijn/haar rechten te doen gelden, te verkrijgen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Heeft het IGVM in 2010 een aanbeveling gericht aan uw departement? Zo ja, welke en waarom? In hoeverre heeft u in uw beleid rekening gehouden met de aanbevelingen?

2) Hoe vaak heeft uw departement advies of bijstand gevraagd aan het IGVM? Zo niet, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 21 november 2011 :

Ik heb de eer het geachte lid het volgende mede te delen:

1) Voor het jaar 2010 hebben mijn diensten geen te volgen aanbeveling van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen ontvangen.

2) De Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer heeft geen enkele keer advies gevraagd aan het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen.

Tijdens het jaar 2010 werden mijn diensten wel begeleid door het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen in het raam van de uitvoering van de wet van 12 januari 2007 strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen (gender mainstreaming). Deze begeleiding gebeurt in de vorm van ontmoetingen, de uitwisseling van goede gewoonten en een opleiding.