Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-292

van Christine Defraigne (MR) d.d. 26 oktober 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Koning Boudewijnstichting - Verslag over de financiële situatie van de vrouw - Kwetsbaarheid - Strijd - Betere informatie - Type van profiel - Oorzaken - Alimentatie - Niet-betaling door ex-echtgenoot - Maatregelen

Koning-Boudewijnstichting
positie van de vrouw
armoede
alimentatieplicht
gescheiden persoon

Chronologie

26/10/2010Verzending vraag
30/3/2011Antwoord

Vraag nr. 5-292 d.d. 26 oktober 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

De Koning Boudewijnstichting heeft op 1 maart 2010 de resultaten gepubliceerd van de “Berekende Toekomst Enquête”, die de financiële situatie van vrouwen in België en hun kans op armoede heeft onderzocht. Dat gebeurde in partnerschap met sommige damesbladen. Aan die enquête hebben 2313 vrouwen meegewerkt.

Volgens het rapport zou 22 % van de ondervraagde vrouwen, of één vrouw op vijf, het steeds moeilijker hebben om de eindjes aan elkaar te knopen : 7 % komt helemaal niet rond en 15 % heeft het moeilijk op financieel vlak.

In 2010 is de kwetsbaarheid van de vrouw in België nog altijd taboe.

Die vrouwen worden dagelijks geconfronteerd met het cliché dat onze maatschappij gebruikt : “wie echt wil werken, kan ervoor zorgen dat hij rondkomt”. Het risico op armoede is echter niet alleen toe te schrijven aan kansarmoede. Bovendien is de houding van de omgeving voor hen moeilijk om dragen. Ze komen weinig buiten, proberen hun moeilijkheden te verbergen voor hun familie en hun omgeving en velen durven geen financiële hulp vragen.

Kunt u, in het licht van die onrustwekkende en alarmerende situatie, antwoorden op volgende vragen :

1. Volgens de Koning Boudewijnstichting moet een betere informatie het risico op armoede voorkomen. Deelt u die mening? Welke maatregelen zult u nemen om die vrouwen beter te informeren?

2. Hebben die vrouwen een bepaald profiel?

3. Hoe verklaart u die situatie? Wat zijn volgens u de oorzaken van hun financiële moeilijkheden?

4. Bijna een derde van de vrouwen verklaren dat ze van de ex-echtgenoot geen of te weinig financiële steun of alimentatie krijgen. Hoe kunt u die vrouwen helpen zodat ze verkrijgen wat een rechtbank hen heeft toegekend?

Antwoord ontvangen op 30 maart 2011 :

1. Goede informatie is erg belangrijk. Het vormt immers de basis van weerbaarheid en emancipatie. Gerichte informatie naar bepaalde doelgroepen kan de meest efficiënte manier zijn om bepaalde mensen te bereiken. Nochtans wil ik ook benadrukken dat informatie hier alleen niet voldoende is. Uit de studie bleek overigens dat vrij veel van de vrouwen in precaire financiële situaties goed op de hoogte zijn van hun rechten.

De oorzaak van de problemen ligt niet in de eerste plaats in een gebrek aan informatie, maar in een combinatie van factoren. De ongelijkheid van vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt en de ongelijke verdeling van de zorgtaken speelt hier een niet onaanzienlijke rol in. Om te voorkomen dat vrouwen in een precaire situatie terecht komen, moeten een aantal structurele ongelijkheden worden aangepakt.

In eerste instantie zorgen werk en de bestrijding van werkloosheidsvallen - of die nu van culturele, sociale of fiscale oorsprong zijn - voor de economische onafhankelijkheid van vrouwen.

Ik denk dat ik als minister van Werk en Gelijke Kansen op korte termijn het best geplaatst ben om aan de gelijke kansen op de arbeidsmarkt te werken. De hardnekkige ongelijkheden op dit vlak vormen immers één van de belangrijke onderliggende oorzaken van de grotere bestaansonzekerheid van vrouwen.

Heel concreet bevatten mijn beleidsprioriteiten het optrekken van de werkgelegenheidsgraad van vrouwen – wat ik tijdens het Belgisch Voorzitterschap heb laten opnemen in de EU2020-Strategie – het wegwerken van de loonkloof tussen vrouwen en mannen en het verzekeren van voldoende toegang voor vrouwen tot topfuncties, zowel in de openbare als in de privésector. Verder voeren we een tewerkstellingsbeleid met oog voor doelgroepen als oudere alleenstaande vrouwen (55+), of alleenstaande moeders. We doen alles om te voorkomen dat bepaalde groepen uitgesloten geraken van de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld via maatregelen die de combinatie arbeid-gezin moeten vergemakkelijken,

Op langere termijn zal het nodig zijn het sociaal zekerheidssysteem rechtvaardiger en meer genderneutraal te herdenken. Uit de BGIA-studie (cf. infra) bleek immers dat ons sociaal zekerheidssysteem op papier misschien wel ‘neutraal’ functioneert, maar in de praktijk de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen bestendigt en zelfs doet toenemen. Zo heb ik bijvoorbeeld het sociale zekerheidsstatuut van samenwonenden, dat vooral vrouwen benadeelt, al wat kunnen verbeteren op het vlak van werkloosheid.

Ook moeten de afgeleide rechten in de sociale zekerheid geleidelijk aan, en per leeftijdsgroep, worden vervangen door persoonlijke rechten afkomstig uit bijdragen, zowel voor pensioen als voor gezondheidszorg. Ik heb in december 2008 het colloquium over de individualisering van de sociale rechten opgestart. De uiteenzettingen daarvan zijn gepubliceerd in het Belgisch Tijdschrift voor Sociale Zekerheid (2e trimester 2010): een bron aan informatie!

2. Op basis van de officiële armoedecijfers kunnen we stellen dat vrouwen vaak armer zijn en dat dit zeker geldt voor alleenstaande moeders, alleenstaande oudere vrouwen (boven de 65 jaar), maar ook voor alleenstaande vrouwen op actieve leeftijd zonder kinderen ten laste.

In een recent onderzoek dat werd uitgevoerd op vraag van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen en de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie en dat gefinancierd werd door de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Federaal Wetenschapsbeleid (BGIA – Belgian Gender and Income Analysis) werd aangetoond dat er een grote latente bestaansonzekerheid is bij vrouwen in België en in verschillende andere Europese lidstaten. De onderzoeksploeg DULBEA berekende de financiële afhankelijkheidsgraad van vrouwen en mannen – met als onderliggende onderzoeksvraag: hoeveel procent van de vrouwen en mannen zou arm worden, als zij er plots alleen voor stonden? Een heel groot deel van de vrouwen die nu niet arm zijn, zouden dat wel worden, zodra hun relatie op de klippen zou lopen, door het ontbreken van een eigen inkomen en persoonlijke sociale zekerheidsrechten. Gezien er tegenover elke drie huwelijken twee echtscheidingen staan, is dit een zeer zorgwekkend gegeven. Het gelijkekansenbeleid zal in de toekomst onmogelijk om dit gegeven heen kunnen. Een verdere precarisering van vrouwen moet kost wat kost vermeden worden.

3. De groeiende ongelijkheid in de bestaansonzekerheid van vrouwen en mannen heeft structurele oorzaken. De realisaties van een jarenlange strijd voor gelijke kansen tussen vrouwen en mannen dreigen door een aantal bredere maatschappelijke tendensen in het gedrang te komen. Een zeer belangrijke factor hierin is de groeiende kloof tussen arm en rijk, zowel in ons eigen land, als op wereldvlak. De stijgende kost van levensnoodzakelijke zaken (huisvesting, voedsel, nutsvoorzieningen, …) is daar niet vreemd aan. Op dit moment worden problemen nog extra verscherpt door de economische crisis. Vrouwen en mannen die het al moeilijk hadden, verliezen hun baan en maken nog nauwelijks kans om opnieuw een job te vinden.

4. Alleenstaande vrouwen met of zonder kinderen ten laste vormen hierin een extra kwetsbare groep. Enerzijds worden zij als vrouw nog steeds geconfronteerd met ongelijke kansen op de arbeidsmarkt, anderzijds worden zij als alleenstaande vrouw verondersteld te voorzien in hun eigen onderhoud en eventueel in dat van hun kinderen. Bovendien is de combinatie tussen gezin en arbeid zeker voor alleenstaande ouders met jonge kinderen dubbel zo moeilijk als voor tweeoudergezinnen. Voor de alimentatievordering vormt de kostprijs vaak een probleem (ze moeten zich op eigen kosten wenden tot DAVO) alsook het risico zich de woede van de weerspannige schuldenaar op de hals te halen. Als ze die onderhoudsuitkering ontvangen, wordt deze belast als een inkomen, terwijl ze in hoofde van de schuldenaar fiscaal aftrekbaar is!

Staatssecretaris Melchior Wathelet heeft ter zake verschillende zaken ondernomen:

1 De publicatie van dit onderzoek zit nog in de spreekwoordelijke “pipeline”. Het zal eerdaags aan de pers worden voorgesteld