HIV-beleid - Doeltreffendheid - Wetgeving - Intraveneuze druggebruikers en gevangenen
UNAIDS
aids
drugverslaving
gedetineerde
voorkoming van ziekten
27/7/2011 | Verzending vraag |
7/12/2011 | Dossier gesloten |
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-5119
Blijkens de Global Commission on HIV and the law, die werd opgericht naar aanleiding van het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (VN), United Nations Development Program (UNDP) met de steun van het Joint United Nations Program on HIV / AIDS (UNAIDS), het VN-programma voor aidsbestrijding, zijn er vandaag honderdenzes landen waar de wetgeving een doeltreffend beleid ter bestrijding van HIV / AIDS in de weg staat. Opmerkelijk: ook België komt in dat lijstje voor.
Uit het antwoord van de minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken op een schriftelijke vraag (nummer 5-373 van 17 november 2010) hierover blijkt dat de reden van de Belgische aanwezigheid op de bewuste lijst te maken heeft met de wetgeving over intraveneuze druggebruikers (IDU) en over gevangenen.
Vermits deze wetgevingen vallen onder de bevoegdheden van de minister van Justitie kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:
1) Welke precieze probleempunten in de wetgeving over intraveneuze druggebruikers en over gevangenen hebben België in bovenvermelde lijst doen belanden?
2) Welke concrete initiatieven zal de minister ondernemen om de resterende wetgevende en beleidsmatige obstakels weg te nemen?