Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2789

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 19 juli 2011

aan de minister van Landsverdediging

Militairen - Stressaandoeningen - Psychofarmaca - Doktersvoorschrift - Gevolgen

mentale spanning
psychotropicum
geneesmiddel
militair personeel

Chronologie

19/7/2011Verzending vraag
23/9/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2789 d.d. 19 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Belgische militairen bevinden zich tijdens hun dienst regelmatig in bijzonder gevaarlijke situaties tijdens de uitoefening van hun taak. Deze situaties kunnen op langere termijn een stressaandoening veroorzaken waarvoor de militairen bij de dokter van medische keten antidepressiva of pijnstillers voorgeschreven kunnen krijgen.

In de Verenigde Staten van Amerika zorgt deze praktijk momenteel voor ophef omdat het leger geen data bijhoudt over hoeveel medicijnen worden gebruikt door de troepen. Veel van de door het Amerikaanse leger voorgeschreven antidepressiva, kalmeermiddelen, pijnstillers en slaappillen werken bijzonder verslavend, en hebben bijwerkingen die variëren van vertraagde reactietijd, prikkelbaarheid en verhoogd risico op zelfmoord. Naar schatting gebruikten 14 % van de Amerikaanse troepen in 2010 een krachtig narcotisch analgeticum, oxycodone, en gebruikt 17 % van de actieve troepen regelmatig antidepressiva.

Sinds kort heeft het leger vele activiteiten van de legerdokter laten outsourcen van de medische keten naar door het leger erkende huisartsen.

Mijn vragen aan de geachte minister zijn:

1) Hoeveel en welke medicijnen worden voorgeschreven aan actieve soldaten voor de laatste vijf jaar? Graag een opdeling per groep geneesmiddelen (antidepressiva, antipsychotica, kalmeermiddelen, pijnstillers en slaappillen), per jaar en per taalgroep.

2) Hoeveel soldaten kregen in de laatste vijf jaar een doktersvoorschrift dat hen toeliet deze medicijnen te nemen? Hoelang is de duur van de inname over vijf jaar tijd (per groep geneesmiddelen)? Gelieve de gemiddelde, kortste en langste duur te geven.

3) Hoeveel actieve soldaten nemen momenteel antidepressiva of antipsychotica? Hoeveel zijn hiervan op buitenlandse missie?

4) Is het gebruik van medicijnen sinds de outsourcing van de medische keten gestegen of gedaald? Is het gebruik van specifiek antidepressiva gestegen of gedaald? Kan men dit project als succesvol beschouwen?

5) Hoeveel gevallen zijn er bekend bij de Cel Addict van soldaten die in therapie moesten of ontslagen werden omwille van hun verslaving aan medicijnen?

6) Hoeveel percent van de (arbeids-)ongevallen opgelopen door soldaten zijn te wijten aan de inname van voorgeschreven medicijnen? Hoeveel van de soldaten die een (arbeids)ongeval had, nam ook antidepressiva, antipsychotica, kalmeermiddelen, pijnstillers en slaappillen? Graag opgegeeld per groep geneesmiddelen.

7) Wordt voor de Belgische militairen een Globaal Medisch Dossier (GMD) bijgehouden? Is dit standaard zo, of alleen op vraag van de militair? Hoeveel militairen beschikken over een GMD? Werd het GMD doorgegeven bij overschakeling naar huisarts?

Antwoord ontvangen op 23 september 2011 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1 en 2. Ongeacht het aanbod van zorgverstrekking had en heeft de militair de vrije keuze in de arts die hij of zij wil raadplegen. Defensie heeft niet het recht hieromtrent gegevens op te vragen. Het is voor Defensie dan ook niet mogelijk om na te gaan welke en hoeveel medicatie militairen gebruiken. Bovendien laat de privacywetgeving niet toe om uit de gegevensbank voor terugbetaling extrapolaties te maken over hoeveel mensen bepaalde medicijnen nemen. Tot slot is het ook belangrijk te weten dat niet alle militairen, hoewel aan alle regels werd voldaan, gebruik maken van de terugbetaling via de sectie Tarificatie, noch worden alle psychofarmaca terugbetaald.

3 en 4. Voor wat betreft het gebruik van psychofarmaca in operaties:

Een behandeling met psychofarmaca (kalmeermiddelen, neuroleptica, of antidepressiva) voor het vertrek leidt in principe tot een minstens tijdelijke ongeschiktheid voor deelname aan buitenlandse zendingen.

Om de in punt 1 en 2 aangehaalde redenen kan er geen antwoord gegeven worden op de andere vragen.

5. Tot op heden heeft geen enkele militair beroep gedaan op de cel ADDICT omdat hij of zij hulp zocht voor een verslaving aan psychofarmaca en werd ook geen enkele militair ontslagen wegens het innemen van te veel medicijnen.

6. De beschikbare gegevens noch de gehanteerde onderzoeksmethodes laten toe om te bepalen of het gebruik van medicijnen als oorzaak kan worden beschouwd van een (arbeids)ongeval. Ter gelegenheid van het periodiek onderzoek of een gevraagde spontane raadpleging, kan de arbeidsgeneesheer die vaststelt dat een personeelslid medicamenten neemt, die een nefast effect kunnen hebben op de goede uitvoering van zijn werk, een bepaalde tijdelijke beperking opleggen of hem zelfs een andere functie voorschrijven.

7. Defensie beschikt voor iedere militair over een medisch dossier dat alle informatie bevat die verzameld werd tijdens consultaties binnen de militaire medische structuur.

Dankzij de vrije keuze kunnen ze ook opteren om een al dan niet aangenomen arts te raadplegen en daar hun GMD (Globaal Medisch Dossier) te laten opstellen en beheren. Defensie heeft geen zicht op het aantal rechthebbenden die over een GMD beschikken. Het aanmaken van zo een GMD moet ook niet gemeld worden aan Defensie.

De aangenomen en niet aangenomen artsen kunnen, mits akkoord van de rechthebbenden, een kopie krijgen van het militaire medisch dossier van hun patiënt en zo het GMD vervolledigen.