Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2565

van Alexander De Croo (Open Vld) d.d. 20 juni 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Nationale Bank van België (NBB) - Portefeuille landenobligaties - Oorsprong - Toekomstvisie

centrale bank
obligatie
monetair beleid
Europese Centrale Bank
overheidslening
Eurosysteem

Chronologie

20/6/2011Verzending vraag
1/8/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2565 d.d. 20 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Nationale Bank van België (NBB) gaf aan bij de bespreking van haar recentste algemene vergadering geen Griekse, Ierse en Portugese obligaties meer te zullen aankopen voor haar eigen effectenportefeuille.

De obligatieportefeuille van 23,9 miljard euro in eigen beheer omvat voor een miljard euro Iers papier, 0,7 miljard Grieks papier en 0,6 miljard Portugees papier. De Nationale Bank kocht ook voor 4,8 miljard euro obligaties in het kader van het monetair beleid van de Europese Centrale Bank.

Graag had ik hieromtrent aan nadere toelichting gekregen:

1) Kan gedetailleerd worden weergegeven ten belope van hoeveel euro er obligaties worden aangehouden in de effectenportefeuille van 23,9 miljard euro van de NBB? Graag kreeg ik deze informatie afzonderlijk per land. Hoeveel bedraagt het totaalrendement op deze portefeuille op jaarbasis?

2) Kan gedetailleerd worden toegelicht voor hoeveel euro er obligaties worden aangehouden ten belope van een totaal van 4,8 miljard in het kader van het monetair beleid van de Europese Centrale Bank? Graag kreeg ik deze informatie afzonderlijk per land. Hoeveel bedraagt het totaalrendement op deze portefeuille op jaarbasis?

3) Kan worden toegelicht welke de nieuwe richtsnoeren zijn wat betreft de aankopen voor haar eigen effectenportefeuille nu er geen Griekse, Ierse en Portugese obligaties meer zullen worden aangekocht? Welke effecten van welke landen komen dan wel in aanmerking wat betreft het beheer van de effectenportefeuille?

Antwoord ontvangen op 1 augustus 2011 :

1.De portefeuilles vastrentende waardepapieren in eigen beheer van de Bank bedroegen 23,9 miljard euro per einde boekjaar, waarvan 18,4 miljard obligaties in euro en 5,5 miljard obligaties in deviezen.

De uitsplitsing naar het land van emittent is de volgende:

Uitsplitsing van de vastrentende waardepapieren in eigen beheer van de Bank naar het land van de emittent(in miljard euro).


31/12/2010

België

4,9

Verenigde Staten

4,2

Spanje

3,0

Duitsland

2,7

Frankrijk

1,7

Italië

1,2

Oostenrijk

1,1

Ierland

1,0

Griekenland

0,7

Nederland

0,6

Japan

0,6

Portugal

0,6

Overige

1,6

U kunt het detail op bladzijde 38 van het ondernemingsverlag  van de Nationale Bank van België terugvinden.

Het globale rendement van de portefeuilles waardepapieren in euro bedroeg 3,9 % voor het jaar 2010. Het rendement van de beleggingen in deviezen (inclusief goud) beliep 1,6 %. Verdere informatie kunt U terugvinden op bladzijde 77 van het ondernemingsverslag.

2.De Bank had in het kader van het monetaire beleid € 4.8 miljard waardepapieren  in euro in portefeuille per einde boekjaar.

Op 31 december 2010 had de Bank voor bijna 2 miljard euro gedekte obligaties in euro gekocht, uitgegeven door kredietinstellingen van het eurogebied, ingevolge de beslissingen van de Raad van Bestuur van de ECB in het kader van het aankoopprogramma van gedekte obligaties (Covered Bonds Purchase Programme - CBPP). Het totaalbedrag voor het Eurosysteem bedroeg 60 miljard.

De Bank hield ook voor 2.8 miljard euro particuliere of overheidsobligaties in het kader van het programma voor de effectenmarkten (Securities Markets Programme - SMP), op een totaal van 74 miljard voor het Eurosysteem.

Beide portefeuilles werden aangekocht ingevolge beslissingen van de Raad van Bestuur van de European Central Bank (ECB) in het kader van het monetair beleid . Het Eurosysteem maakt niet bekend welke specifieke effecten gekocht werden. Aangezien verdere communicatie hierover ressorteert onder het monetaire beleid, maakt de Bank hierover geen bijkomende details bekend.

3.De Bank herziet regelmatig de structuur van het beheer van haar tegoeden. Daarbij houdt zij zowel rekening met endogene ontwikkelingen binnen de Bank als met structurele ontwikkelingen op de financiële markten.

Om haar kredietrisico te beperken geeft de Bank de voorkeur aan instrumenten met een soeverein risico met hoge rating of aan instrumenten die door onderpand worden gedekt, type "gedekte obligaties" (covered bonds) of "repurchase agreements", en worden andere beleggingen (bankdeposito's, bedrijfsobligaties met hoge kredietkwaliteit) strikt beperkt.

De tegoeden van de Bank zijn hoofdzakelijk belegd in vastrentende waardepapieren, uitgegeven door de overheden van de Verenigde Staten (voor de tegoeden in US-dollar) en van de euro-zone (voor de tegoeden in euro).

De Bank heeft een actief diversificatiebeleid uitgewerkt dat tot uiting komt in limieten van blootstelling per land, rekening houdend met de kredietkwaliteit en het relatief belang van emittenten. Omdat zij geconfronteerd werd met de verslechtering van de rating van verscheidene emittenten, hoofdzakelijk soevereine, heeft zij een aantal voorzorgsmaatregelen genomen (stopzetten van aankopen van bepaalde emittenten of marktsegmenten).

Deze (conjuncturele) beslissingen zette het gevoerde beleggingsbeleid echter niet op losse schroeven. Immers, het aantal emittenten dat in aanmerking komt voor belegging (soevereine en supranationale emittenten alsook agencies) alsook de kwaliteit van hun uitgiftes, laten toe de tegoeden van de Bank verder te beleggen en daarbij toch bepaalde markten te vermijden. In de praktijk worden de bedragen die tot vervaldag komen van emissies waarvan de aankopen werden stopgezet (soevereine emittenten en gedekte obligaties) herbelegd in overheidspapier van de eurozone van goede kwaliteit of in emissies van supranationale instellingen of agencies met zeer goede rating.