Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2440

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 31 mei 2011

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister

Rijbewijs categorie A3 - Slaagpercentages - Beleid - Kosten

rijbewijs
verkeersopleiding
officiële statistiek

Chronologie

31/5/2011Verzending vraag
18/7/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2440 d.d. 31 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een antwoord op een de schriftelijke vraag nr. 5-2029 over het de behandeling van Nederlandstalige leerling-bestuurders in Brussel wekte het lage slagingspercentage van het praktisch rijexamen voor het rijbewijs B bijzondere aandacht en ook wel onrust. Meteen stelt zich de vraag hoe dit zit voor de andere categorieën. Daarom kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen enkele over het behalen van het rijbewijs A3:

1) Welk percentage van aspirant bestuurders slaagt bij de eerste proef? Welk percentage aspirant bestuurders lukt in een tweede poging en welk percentage bij een derde poging (na de verplichte minimum twee uur praktijkonderricht)? Welk percentage van kandidaten heeft vier pogingen of meer nodig? Graag krijg ik deze cijfers uitgesplitst per jaar voor de periode van 2006 tot 2010. Hoe duidt en evalueert de geachte staatssecretaris deze cijfers en gaven deze aanleiding tot een aanpassing van het beleid ter zake?

2) Kan hij de gevraagde cijfers uit de eerst vraag ook opsplitsen naar de wijze van opleiding (erkende rijschool of vrije opleiding)? Kan hij mij tevens het percentage bezorgen van het aantal aspirant bestuurders per wijze van opleiding gedurende de gevraagde periode? Hoe duidt en evalueert hij deze cijfers en gaven deze aanleiding tot een aanpassing van het beleid ter zake?

3) Kan hij de gevraagde cijfers uit de eerste vraag opsplitsen per gewest? Hoe duidt en evalueert hij deze cijfers?

4) Men moet het rijexamen tussen de een en de twaalf maanden afleggen na het verkrijgen van het voorlopig rijbewijs. Bestaat er een correlatie tussen de duurtijd van de leerperiode en het slaagpercentages? Kan hij dit illustreren? Hoe duidt en evalueert hij deze cijfers en gaven deze aanleiding tot een aanpassing van het beleid ter zake?

5) Bestaat er een correlatie tussen het slagingspercentage bij de theoretische proef en het slagingspercentage bij de praktische proef? Kan hij deze illustreren? Hoe duidt en hij deze cijfers en gaven deze aanleiding tot een aanpassing van het beleid ter zake?

6) Kan de hij mij de gemiddelde totale kost meedelen voor het behalen van rijbewijs categorie A3 naargelang de wijze van opleiding? Acht hij dit een billijk en redelijk bedrag? Beaamt hij dat zich hier een kloof tussen arm en rijk dreigt te ontwikkelen, kortom dat dit systeem bijdraagt tot meer ongelijkheid op basis van sociaaleconomische factoren?

Antwoord ontvangen op 18 juli 2011 :

1. Aantal geslaagden per poging. Uit onderstaande tabel blijkt dat het percentage geslaagden bij de eerste en de tweede poging vrij hoog ligt, gemiddeld 98 %. Gezien dit feit zie ik geen noodzaak om het beleid aan te passen.


1ste poging

2de poging

3de poging

4de poging of meer

2006

84,3 %

14,7 %

0,9 %

0,1 %

2007

87,1 %

12,2 %

0,7 %

0,0 %

2008

77,2 %

20,7 %

1,3 %

0,8 %

2009

85,5 %

13,5 %

0,9 %

0,1 %

2010

84,0 %

14,5 %

1,4 %

0,1 %

2. Aantal geslaagden per poging opgesplitst naar de wijze van opleiding, vrije begeleiding (VB) of via erkende rijschool (RS). Uit onderstaande tabel blijkt dat het verschil in percentage tussen de geslaagden met of zonder rijschool gering is. Kandidaten die zich aanbieden met de rijschool hebben 2u rijles gevolgd en kunnen zich onmiddellijk aanbieden, in tegenstelling tot kandidaten in vrije begeleiding die een stageperiode van minstens 1 maand moeten doorlopen, vandaar dat het mogelijk is dat het percentage geslaagden in vrije begeleiding iets hoger is. Gezien die cijfers zie ik geen noodzaak om het beleid aan te passen.


1ste poging

2depoging

3de poging

4de poging


VB

RS

VB

RS

VB

RS

VB

RS

2006

84,88%

81,3%

15,12%

12,36%

X

5,59%

X

0,75%

2007

87,53 %

84,84%

12,47%

10,72%

X

4,37%

X

0,06%

2008

77,73%

74,01%

20,83%

19,83%

0,61%

5,17%

0,83%

0,99%

2009

86,22%

81,95%

13,56%

13,17%

0,19%

4,26%

0,03%

0,62%

2010

84,89%

79,68%

14,59%

13,88%

0,52%

5,67%

X

0,77%

3. Aantal geslaagden opgesplitst per gewest. Uit onderstaande tabel blijkt dat het percentage geslaagden varieert van jaar tot jaar, maar gelijklopend is tussen de verschillende gewesten.


1ste poging

2depoging

3de poging

4de poging


Bxl

Vl

Wal

Bxl

Vl

Wal

Bxl

Vl

Wal

Bxl

Vl

Wal

2006

85,1 %

83 %

87,5 %

14,1 %

15,8 %

11,9 %

0,8 %

1 %

0,6 %

X

0,2 %

X

2007

89,7 %

86 %

89,6 %

10 %

13,3 %

9,8 %

0,3 %

0,7 %

0,6 %

X

X

X

2008

79,2 %

78 %

74,3 %

19 %

19,8 %

23,5 %

0,4 %

1,3 %

1,5 %

1,4 %

0,9 %

0,7 %

2009

76 %

85,3 %

88,5 %

22,4 %

13,6 %

11,1 %

1,4 %

0,9 %

0,4 %

0,2 %

0,2 %

X

2010

86,2 %

83,3 %

85,8 %

12,4 %

15,1 %

13 %

1,2 %

1,5 %

1,1 %

0,2 %

0,1 %

0,1 %

4. Het slaagpercentage bij de eerste poging ligt iets hoger bij de kandidaten die zich aanbieden in vrije begeleiding. Dit is mogelijk te wijten aan het feit dat de kandidaten in vrije begeleiding een stageperiode van 1 maand moeten doorlopen, tegenover kandidaten die zich aanbieden met een rijschool, die mogen na 2u les het examen afleggen.

5. Er zijn geen cijfers beschikbaar die een correlatie aanduiden tussen het slagingspercentage bij de theoretische proef en het slagingspercentage bij de praktische proef.

6. Een totale kost voor het behalen van het rijbewijs naargelang de wijze van opleiding kan niet meegedeeld worden aangezien het de rijscholen vrijstaat om hun prijzen zelf te bepalen. De kostprijs voor een praktijkexamen bedraagt 10 Euro.