Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1783

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 18 maart 2011

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister

Verhoging van de taksen van Brussel Airport - Beroepprocedure van regulator - Bevoegdheidsoverschrijding - Lopende zaken

Brussels Airport Company
luchthaven
heffingen op vervoersinfrastructuur
prijsregeling
beroep tot nietigverklaring
aftreden van de regering
luchtvaarttarief

Chronologie

18/3/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-5066

Vraag nr. 5-1783 d.d. 18 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs, wat de toelichting betreft, tevens naar mijn eerdere mondelinge vraag nr. 5-63, (Handelingen nr. 5-15, blz. 36). In december 2010 besliste de Dienst Regulering van het spoorwegvervoer en van de exploitatie van de luchthaven Brussel-Nationaal (regulator) dat voor de periode van 2011 tot 2016 de taksen die The Brussels Airport Company (BAC) aanrekent, jaarlijks maar mogen stijgen met de index minus 0,55 %.

De Brussels Airport Company had de index plus 0,9 % voorgesteld maar volgens de regulator rekende de luchthavenuitbater te veel kosten door.

De staatssecretaris werkte in januari 2011 per koninklijk besluit een nieuw voorstel uit. De nationale luchthaven mag de tarieven verhogen met de index plus 0,40 %. Het tarief zal jaarlijks verhoogd worden met 0,28 % zodat men aan het einde van de rit uitkomt op de index plus 0,68 %.

Begin maart 2011 vernamen we dat de regulator bij de Raad van State een verzoek tot vernietiging tegen het voorstel van de staatssecretaris heeft ingediend. Het orgaan meent dat hij zijn bevoegdheden overschreden heeft door zelf nieuwe tarieven uit te schrijven, en dat hij de regelgeving, die hij zelf uitwerkte, niet gerespecteerd heeft.

Gezien de staatssecretaris ontslagnemend is, is deze aantijging bijzonder zwaar, temeer daar ze van zijn eigen regulator komt en hij bovendien zijn eigen regelgeving heeft overtreden.

Als antwoord op mijn mondelinge vraag deelde hij mee dat hij nog niet kon reageren op de aantijgingen van zijn eigen regulator voor de rechtbank, gezien de griffie van de Raad van State het betreffende verzoekschrift op datum van 2 maart 2011 nog niet genotificeerd had zodat hij de inhoud van de vordering niet kon beoordelen.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Klopt de berichtgeving dat de regulator in de vordering voor de Raad van State stelt dat de staatssecretaris zijn bevoegdheden zou hebben overschreden door nieuwe tarieven uit te schrijven? Zo ja, kan hij de diverse elementen toelichten die de regulator aanvoert wat zijn mogelijke bevoegdheidsoverschrijding betreft en kan hij meedelen hoe hij reageert op deze aantijgingen?

2) Kan hij de diverse grieven die de regulator inroept in het beroep voor de Raad van State overlopen en gedetailleerd toelichten?

3) Is hij het er mee eens dat, indien de Raad van State daadwerkelijk zou vaststellen dat hij zijn bevoegdheden heeft overschreden, dit ernstige gevolgen kan hebben, aangezien hij zijn mandaat vervult als ontslagnemende staatssecretaris en hij binnen het begrip " lopende zaken " moet blijven? Kan hij dit uitvoerig toelichten? Zo neen, waarom niet?

4) Kan hij bij benadering aangeven tegen wanneer er een uitspraak van de Raad van State wordt verwacht?