Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1325

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 11 februari 2011

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister

Uitstoot van vliegtuigen - Schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid en het leefmilieu - Onderzoek - Maatregelen

luchtverkeer
luchtverontreiniging
militaire luchtvloot
burgerluchtvaart
broeikasgas

Chronologie

11/2/2011Verzending vraag
18/2/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1322
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1323
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1324

Vraag nr. 5-1325 d.d. 11 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De luchtvaartindustrie, als bijzonder machtige industriële lobby, slaagt er steeds in om gebruik te maken van allerlei voor hen lucratieve uitzonderingen en gunstmaatregelen. Zo wordt het verbruik van kerosine nauwelijks belast en tellen de negatieve gevolgen van de uitstoot van de vliegtuigen niet mee de strijd voor het behalen van de Kyoto-norm. Zeer eigenaardig, maar zo ontwijkt deze bijzonder vervuilende industrie steeds opnieuw allerlei beperkingen en krijgt deze vrijspel in het vervuilen en belasten van ons leefmilieu en onze gezondheid.

Zeker in de nabijheid van een luchthaven en grote verkeersaders valt de invloed van deze uitstoot sterk op. De luchthavens van Zaventem en Melsbroek liggen al bijzonder slecht ten opzichte van de grootstad (ten noordoosten van de stad bij overheersende zuidwestenwinden). Een groot stuk van de vliegtuigbewegingen wordt geconcentreerd boven sterk bewoonde gebieden (Diegem, Haren, Schaarbeek, Neder-Over-Heembeek, noordrand, Molenbeek), gecumuleerd met een grote uitstoot van de Brusselse ring, toch een van de drukste verkeersassen in ons land en in Europa. Deze combinatie, namelijk sterke vervuiling door uitstoot en lawaai van de ring en de pollutie door uitstoot en lawaai van de laag overvliegende vliegtuigen, zorgt voor een veel te grote concentratie aan koolwaterstof (CO2), stikstofmonoxide (NOx), zwaveloxide (SO2) en roet. De uitstoot van de vliegtuigbrandstof, de kerosine, geeft een uitstoot van onder andere ethyleen, formaldehyde, acetyleen en propeen. Bij militaire toestellen vergroot deze schadelijke emissie door de hogere flashpoint en dito geleidbaarheid.

De invloed van dit alles op de gezondheid van het eigen personeel van de verschillende luchthavendiensten, op de omwonenden van de verschillende burgerlijke en militaire luchthavens, op kinderen, op de algemene bevolking, op het directe leefmilieu en op het globale klimaat en het mondiale leefmilieu kan moeilijk worden overschat. De schamele uitstootbeperkingen hebben amper effect … en zelfs daaraan ontsnappen ondermeer de militaire toestellen. Daarbij valt op dat de uitstootbeperkingen in grote mate worden beïnvloed en opgelegd door de eigen vliegtuigindustrie, wat toch wel als bedenkelijk en zelfs absurd mag worden bestempeld. Bovendien worden de controles op de nationale en coördinerende internationale instanties niet door de overheid uitgevoerd, zodat er eigenlijk sprake is van echte straffeloosheid. Onze nationale wetgeving bevat nauwelijks de internationale aanbevelingen op het vlak van uitstootbeperkingen. De grote militaire toestellen zijn bovendien echt kampioenen qua uitstoot van schadelijke stoffen.

De negatieve invloeden op mens en leefmilieu blijven echter geenszins beperkt tot de direct omwonenden van de verschillende luchthavens. De vervuiling hoog in de lucht belaagt de gezondheid van ieder levend wezen op de aarde.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Bent u zich bewust van deze situatie? Kent u het wetenschappelijk onderzoek over de gevolgen van burgerlijk en / of militair luchtvaartverkeer op de gezondheid van mens en milieu? Gaf u binnen uw opdracht tot het onderzoeken van de rechtstreekse invloed op de gezondheid van de omwonenden van de luchthavens in ons land? Werd er al eerder onderzoek uitgevoerd naar de invloed op het milieu rond de luchthavens in ons land? Werden er vanuit de verschillende bevoegdheden onderzoeken gedaan naar de gezondheidssituatie in en rond de burgerlijke luchthaven van Zaventem en de militaire luchthaven van Melsbroek, dit in cumul met een enorme uitstoot door de Brusselse ring? Werden er op de verschillende budgetten überhaupt onderzoeken uitgevoerd naar de nefaste invloed van de pollutie door het luchtverkeer op de bevolking van ons land?

2) Werd er onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke negatieve gezondheidseffecten van deze cumul van vervuiling bij de personeelsleden van de burgerlijke en militaire luchthavens die rechtstreeks worden geconfronteerd door deze uiterst schadelijke uitstoten?

3) Legde u al normen op voor de maximale uitstoot van burgerlijke en militaire vliegtuigen? Zo ja, welke zijn deze? Zo niet, hoe verklaart u uw inertie op dit punt?

4) Hoe verklaart u dat de vliegtuiguitstoot niet onder de Kyoto-afspraken valt? Waarom werden de uitstoten veroorzaakt door militaire apparatuur (vliegtuigen, boten, grondtoestellen) niet meegenomen in een globaal plan ter reductie van deze uitstoten?

5) Hanteert de regering zowel voor burgerlijke als voor militaire toestellen kwaliteitscriteria die zich op baseren op gezondheid en leefmilieu? Werden er voor de burgerlijke luchthavens en voor de militaire luchthavens uitstootnormen vastgelegd en maxima bepaald? Worden er op ons grondgebied toestellen burgerlijke en militaire geweigerd wegens het overschrijden van de opgelegde maxima normen?

6) Vindt u het normaal dat er geen onafhankelijke controle wordt uitgevoerd op de uitstootbeperkingen van de vliegtuigen? Meent u dat de overheid deze controle aan zich mag laten voorbij gaan? Liet u onderzoek uitvoeren naar de invloed van de aanwezigheid van te grote concentraties aan koolwaterstof (CO2), stikstofmonoxide (NOx), zwaveloxide (SO2) en roet? Wat zijn de resultaten van gekende onderzoeken hierover? Zal u initiatieven nemen om de uitstoot van schadelijke stoffen door de luchtvaart strenger aan te pakken?

Antwoord ontvangen op 18 februari 2011 :

Ik heb de eer het geachte lid te melden dat deze vraag tot de bevoegdheid van de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, van de minister van Landsverdediging en van de minister van Klimaat en Energie behoort.