Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1158

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 2 februari 2011

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister

Verkeersveiligheid - Dragen van de veiligheidsgordel - Vrijstellingen

veiligheidsinrichting
automobiel
verkeersveiligheid

Chronologie

2/2/2011Verzending vraag
28/2/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1158 d.d. 2 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De staatssecretaris deelde recent mee dat er veel te veel uitzonderingen worden toegestaan op de verplichting om een veiligheidsgordel te dragen. Hij noemde de situatie als volledig scheefgegroeid.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen.

1. Op basis van welke conclusies en van welk onderzoek baseert de staatssecretaris zijn statement dat momenteel veel te veel vrijstellingen op het dragen van de veiligheidsgordel worden toegestaan. Wie voerde dit onderzoek uit, op welk tijdstip en met welke methodologie? Kan de staatssecretaris de belangrijkste conclusies, die relevant zijn voor die vraag, samenvatten?

2. Welke maatregelen plant de staatssecretaris om aan de vooronderstelde misbruiken een einde te stellen? Kan de staatssecretaris verzekeren dat hierdoor gerechtvaardigde vragen voor een vrijstelling niet onder druk komen?

3. Welke middenveldorganisaties en experts adviseren de minister in deze zaken?

Antwoord ontvangen op 28 februari 2011 :

1. De huidige procedure voor het bekomen van een vrijstelling omwille van medische redenen verloopt als volgt :

Mensen die zo’n vrijstelling wensen, laten door een dokter naar keuze het daartoe bedoelde attest (MB 22 augustus 2006) invullen. Het volstaat daarop dit ingevulde attest, waarop door de dokter is aangegeven of het een tijdelijke dan wel een permanente medische tegenindicatie betreft, zonder de precieze aard daarvan te benoemen, aan de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer te sturen. Deze laatste stuurt dan aan de betrokkene een vrijstellingskaart voor het dragen van de gordel.

Deze procedure heeft geleid tot een groot aantal vrijstellingen. Mijn administratie telt voor de periode 1975-31 januari 2011. niet minder dan 295 520 vrijstellingen.

Uit een onderzoek (2008) van mijn administratie is gebleken dat door de meeste landen geen exacte cijfergegevens kunnen worden verstrekt met betrekking tot het aantal afgeleverde vrijstellingen. Dit verhindert deze landen echter niet te stellen dat er voor wat betreft het aantal vrijstellingen dat wordt afgeleverd geen probleem is.

Opvallend is wel dat de landen die een strikte procedure hanteren, zoals Luxemburg, kunnen bogen op een klein aantal vrijstellingen. In totaal wordt het aantal mensen dat is vrijgesteld van de draagplicht van de veiligheidsgordel in Luxemburg geraamd op een 200-tal, en dit op een bevolking van rond de 500 000 mensen.

Aangezien de veiligheidsgordel één van de goedkoopste en eenvoudigste manieren is om het aantal verkeersslachtoffers bij voertuiginzittenden te beperken, is het primordiaal het aantal vrijstellingen tot aanvaardbare proporties te herleiden.

Het dragen van de veiligheidsgordel moet in België dus een belangrijk aandachtspunt blijven.

2. Er wordt gedacht aan het oplijsten van de medische redenen die aanleiding kunnen geven tot het bekomen van een vrijstelling alsook van aandoeningen die daartoe geen aanleiding kunnen geven, en die lijst ter beschikking stellen van het grote publiek (=artsen, potentiële aanvragers). Aan de hand van deze opsomming zal de geneesheer zwart op wit kunnen aantonen dat de patiënt (klant) al of niet in aanmerking komt voor een vrijstelling (=objectivering). Daarenboven zullen potentiële aanvragers aan de hand van die lijst kunnen nagaan of het zin heeft bij de dokter langs te gaan.

Deze oplijsting zal zorgen voor een objectieve en uniforme beoordeling van de aanvragen. Ik zie geen reden waarom mensen met een legitieme vraag geen vrijstelling zouden bekomen.

Ook een herziening van de procedure voor het afleveren van de vrijstellingen wordt onderzocht.

3. De FOD Mobiliteit en Vervoer en het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid zorgen in deze voor beleidsondersteuning.