Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11279

van Cindy Franssen (CD&V) d.d. 27 maart 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen

De hervorming van het overlevingspensioen en de toegang van de overlevende echtgenoten tot de arbeidsmarkt

uitkering aan nabestaanden
weduwschap
werkgelegenheidsbevordering

Chronologie

27/3/2014Verzending vraag
27/3/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4730

Vraag nr. 5-11279 d.d. 27 maart 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de hervorming van het overlevingspensioen. Het is de bedoeling om weduwen en weduwnaren te activeren en hen aan te moedigen om aan het werk te gaan of te blijven. Daarom voorziet de hervorming voor weduwen en weduwnaren in een tijdelijke overgangsuitkering waarna ze kunnen terugvallen op de werkloosheidsuitkering. Hoofddoel is om niet-werkende weduwen en weduwnaren aan te sporen actief te worden op de arbeidsmarkt.

De nieuwe situatie vraagt echter dat de tewerkstellingsmaatregelen worden herbekeken en aangepast. Na de jongste staatshervorming worden de regio's bevoegd voor een belangrijk deel van de tewerkstellingsmaatregelen. Om de bevoegdheidsoverheveling vlot te doen verlopen horen het federale en het regionale niveau overleg te plegen.

Het ligt volgens mij in de lijn van de vooropgestelde doelstellingen dat de niet-werkende weduwen en weduwnaren niet alleen toegang krijgen tot de werkloosheid, maar ook tot de tewerkstellingsmaatregelen.

Dat is echter niet in uw plannen niet opgenomen, aangezien de regio's daarvoor bevoegd worden. Om te verzekeren dat alles rond is tegen 1 januari 2015, moet nu al actie ondernomen worden.

Graag had ik van de minister het volgende vernomen:

1) In welke acties voorziet u om via de pensioenregeling de toegang voor weduwen en weduwnaren tot enerzijds de werkloosheid en anderzijds de tewerkstellingsmaatregelen te verbeteren?

2) Hebt u al overleg gepleegd met de federale minister van Werk en de Vlaamse minister van Werk over de problematiek van de gelijkstelling van de weduwen en weduwnaren inzake de toegang tot bepaalde tewerkstellingsmaatregelen?

a) Zo ja, wanneer en welke afspraken werden gemaakt? Werd dat al besproken op de interministeriële conferentie?

b) Zo neen, plant u hiervoor binnenkort overleg? Wanneer en met wie?

Antwoord ontvangen op 27 maart 2014 :

Mijn collega, de minister van Werk, Monica De Coninck heeft een regeling uitgewerkt die voorziet dat de weduwen en weduwnaars die onder het nieuwe systeem vallen een onmiddellijke toegang tot de werkloosheid krijgen als ze na afloop van de overgangsuitkeringen nog steeds geen baan hebben. Zij moeten geen wachttijd doorlopen.

De periode van betaling van de overgangsuitkering is gelijkgesteld met arbeid zodat de begunstigde onmiddellijk na de periode van overgangsuitkeringen een werkloosheidsuitkering kan aanvragen. De periode van overgangsuitkering wordt door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) steeds gelijkgesteld met 2 jaar beroepsverleden.

Het besluit waarin ik dit regel heeft al positief advies van het beheerscomité van de RVA. Het is nu voorgelegd aan de minister van begroting (al sinds 5 december 2013).

Net zoals bij andere personen die voor het eerst werkloos zijn komt de begunstigde in de eerste vergoedingsfase terecht. De vergoedingsfases kennen een degressief verloop. Als er geen loonbasis is, zal de RVA zich bij de bepaling van de hoogte van de uitkering baseren op het referteloon, dat momenteel 1.501,82 euro bedraagt. De RVA houdt tevens rekening met de gezinstoestand.

Ook voor wie deeltijds werkt kan er recht zijn op een aanvullende uitkering of inkomensgarantie-uitkering. Er wordt geen onderscheid gemaakt met andere werkzoekenden die een werkloosheidsuitkering ontvangen en deeltijds beginnen te werken. Het is wel niet de bedoeling voor wie voltijds werkt de arbeid vrijwillig te verminderen om een uitkering te ontvangen.

Op regelmatige basis zijn er contacten met de beleidscel van de ministers van werk. In het kader van de bevoegdheidsoverdracht binnen de 6e Staatshervorming worden de regio’s bevoegd voor de tewerkstellingsmaatregelen. De overdracht naar de Gewesten wordt geregeld via een aantal protocollen. Hierrond zijn regelmatig overlegvergaderingen met alle betrokken partijen, dus ook de Gewesten.